Waarom geen normale Chinees?

384 18 4
                                    

[A/N weer een verhaaltje die ik niet zelf geschreven heb, maar heel mooi vind. credits naar de eigenaar!]

Vandaag was het dan zover. Mijn verjaardag. Ik had geprobeerd het zo stil mogelijk te houden, maar omdat Marion en Wolfs het wel wisten, wist dus ook het hele bureau het, met een heleboel handen, zoenen en andere felicitaties als gevolg.
Mijn stoel was versierd met ballonnen en slingers, maar die had ik meteen los geknipt toen ik ze zag. Eén ballon mocht blijven zitten, die bij de stoelpoot, maar de rest moest weg. Het was geen nationale feestdag, en ik was voor zover ik wist de koningin ook niet.
'Doe maar gewoon normaal,' had ik gezegd, 'dan is mijn verjaardag perfect.'
Maar zoals wel vaker gebeurde, vonden ze mij te saai. Ik moest er van genieten, want het gebeurde maar één keer in het jaar en van die éne keer moest ik dan toch voor een heel jaar genieten. Sterker nog; mijn hele leven. Want ik werd tenslotte maar één keer vijfendertig.
En alsof de taart bij ons ontbijt, Wolfs die me zingend kwam wakker maken, de berg met verjaardagskaarten en de versierde stoel niet genoeg waren, zei Wolfs me om twee uur 's middags dat hij nog een verrassing voor me had. Nóg een verrassing.
Mechels knikte naar hem toen hij haar vragend aankeek, waarop ik mijn wenkbrauwen naar hem fronste. 'Heb je iets gepland, of zo?', vroeg ik argwanend.
Mysterieus keek hij terug, om vervolgens op de staan van zijn stoel en het jasje van zijn pak weer aan te trekken.
'Kom je nog, of moet ik alleen gaan?'
Ik zuchtte diep. Eigenlijk had ik helemaal geen zin in die zogenaamde verrassingen van hem, maar toch stond ik op. Om hem een plezier te doen, of weet ik veel. Ik stond op en ik liep ook nog met hem mee naar de auto, waar ik zonder verder nog veel te vragen in stapte. Mijn kruisverhoor begon pas onder weg, toen we het centrum van Maastricht uit reden.
'Waar gaan we heen, Wolfs?'
Geen reactie.
'Wolfs?'
'Je ziet het wel.'
'Zeg het gewoon, ik wil het weten.'
'Wacht nou maar af, Eef.'
'Kom op, ík ben jarig, dan mag ik toch zeggen wat er gebeurt?'
'Als ik het vertel is het veel minder leuk.'
'Toe nou, Wolfs! Ik vind dit echt niet leuk meer.'
Hij schudde zijn hoofd, met een glimlach op zijn gezicht.
'Zeg dan in ieder geval waar we heen gaan, de richting.'
Geen reactie. Ik porde hem in zijn buik.
'Je ziet het wel, ik zeg echt niets.'
Kwaad sloeg ik mijn armen over elkaar heen. Wat het ook was, ik had er nu al geen zin meer in en ik zou het ook zeker niet leuk vinden.

Een aantal uren later, die grotendeels gevuld waren door een knagende, ongemakkelijke stilte, begon ik door te krijgen welke bordjes hij volgde en welke niet.
'Amsterdam,' verscheen er keer op keer op de felle blauwe borden langs de weg.
Ik staarde hem aan. 'Gaan we naar Amsterdam?'
Hij grijnsde, maar antwoordde niet.
Plotseling schoot er nog iets door mijn hoofd; Schiphol. Schiphol, goddomme.
'Gaan we vliegen?' Ik klemde mijn hand angstig om zijn bovenarm. 'Gaan we vliegen, Wolfs?!'
Lachend keek hij me aan. 'Wat? Niet goed? Ik heb een reis geboekt naar de Caribische eilanden. Lekker even twee weekjes weg, wij tweeën.'
Een naar gevoel kroop door mijn lichaam. Ik had nooit in een vliegtuig gezeten, en ik keek er niet echt naar uit om daar verschil in te brengen.
Maar toen merkte ik nog iets anders op; hij reed het bordje met de pijl 'Schiphol, rechtsaf' voorbij.
Ik slaakte een diepe zucht van opluchting en sloeg tegen zijn schouder. 'Flauw, hoor.'
Een geniepig lachje ontsnapte zijn lippen, waarna hij me grijnzend aankeek.
'Het is nog veel leuker dan dat, Eef. Echt, je zult versteld staan.'
Uit alle macht probeerde ik er niet in mee te gaan, maar ik kon hier echt niet tegen. Verrassingen waren niet aan mij besteed, en verrassingen van een Wolfs die je er mee gaat pesten dat jij iets niet weet en hij wel, al helemaal niet.
Het duurde nog zo'n twintig minuten voordat we echt stilstonden. Op het randje van het centrum van Amsterdam, op de parkeerplaats van het hele grote hotel dat naast NEMO zit, met uitzicht op de Amsterdamse gracht en op het centrum.
Verdwaasd keek ik hem aan. 'Wat is...? Gaan we hier slapen?'
Hij knikte enthousiast en stapte uit de auto.
'Kom, dan gaan we naar binnen!', riep hij toen hij een grote weekendtas uit de kofferbak haalde.
In mijn hoofd vroeg ik me af hoe hij dat ding ooit in de kofferbak had gekregen, zonder dat ik iets doorhad gehad. Maar dat was nu even niet van belang.
Ik zwaaide de deur open en was meteen verkocht. Het hotel doemde op als een groot, zwart paleis tussen de relatief lage gebouwen.
Een hand die zachtjes tegen de mijne aan tikte maakte me weer wakker. Onzeker keek hij naar me, waarschijnlijk omdat hij niet wist of hij mijn hand mocht vasthouden, maar ik liet hem doen wat hij wilde. Het hele idee van slapen in dít hotel, waar ik al zoveel verhalen over had gehoord, waar zoveel bekende mensen uit heel de wereld al in hadden geslapen, had me nogal overdonderd. Op een goede manier, want ik had er Vlaamse goesting in om hier een nachtje te verblijven.
Wolfs nam me mee naar de receptie, waar we incheckten en hij een kamersleutel kreeg.
Een reusachtig aquarium wekte mijn interesse, met in het bijzonder een of andere stekelvis. Hij keek me aan met zijn zwarte kraalogen en plopten naar me toe.
Grinnikend legde ik mijn hand op het dikke glas, waarna ik meteen iemand hoorde roepen: 'Excuse me, could you stop touching our indoor-ocean?'
Meteen haalde ik mijn hand van het glas, verontschuldigde ik me en liep ik terug naar Wolfs, in mijn hoofd de bewaker zachtjes uitlachend. 'Indoor-ocean,' ammehoela, het was gewoon een vergrote versie van een aquarium. En dan de toon waarop hij praatte. Niet: 'Hands off!', of 'Don't!', maar 'Excuse me,' en weet ik veel wat voor een hele reutemeteut er nog achteraan.
'Kom je mee?', haalde Wolfs me opnieuw uit mijn gedachten, waarna ik hem volgde naar onze kamer.
We zaten op de achtste verdieping, met een raam aan de kant van het centrum. En het was... wauw, gewoon wauw. Nee, niet gewoon, súper wauw. Mijn God, wat zal dit een enorme deuk in Wolfs' portemonnee hebben opgeleverd.
Mer grote ogen bekeek ik onze kamer, waarin een groot tweepersoonsbed meteen mijn aandacht trok.
'Een kamer met zo'n bed was goedkoper,' zei hij aarzelend, alsof hij mijn gedachten kon raden.
'Vind je dat erg? Anders slaap ik wel op de bank, dat is-'
'Nee,' onderbrak ik hem, en ik draaide me met een grote glimlach naar hem toe. 'Het is goed. Het is... het is echt prachtig.'
Langzaam liep ik naar hem toe, en langzaam zette hij de grote tas neer op de grond.
'Waar heb ik dit allemaal aan te danken, man?', sprak ik, nog steeds vol verbazing.
Hij grijnsde en keek de kamer rond. 'Dit verdien jij,' zei hij vastbesloten. 'Jij verdient de beste verjaardag die je je maar kunt wensen.'
Een verlegen glimlach kwam rond mijn mondhoeken. 'Waarom hier? Waarom niet gewoon in Maastricht?', was mijn volgende vraag.
Hij haalde zijn schouders op en deed zijn jasje uit. 'Ik wilde je eens ergens mee naar toe nemen waar je nog niet zo vaak geweest was.' Even leek hij na te denken, hij wierp een blik op zijn horloge en vervolgde toen: 'En we gaan zometeen nog iets doen wat je alleen in Amsterdam kunt doen. We moeten trouwens wel zo weg, dus als je je nog even op wilt frissen...?' Hij gebaarde naar de badkamer.
'Ik heb dat mooie zwarte blousje van je ingepakt, en die donkergrijze broek. Misschien kun je, eh... Nou ja, als je wilt...' Met een onzekere blik keek hij me aan, terwijl ik door de volgende verbazing van die dag heen ging. Hij had mijn kleren ingepakt, en er zelfs over nagedacht wat ik wilde dragen en wat niet. Mijn zwarte blousje en donkergrijze broek kwamen altijd tevoorschijn als er iets chiques was waar ik per se bij moest zijn.
De gedachte aan iets chiques zou me normaal doen huiveren, maar nu niet. Het was alsof het erbij hoorde.
Ik schonk hem een warme glimlach en drukte toen een kus op zijn wang. Iets te lang, misschien, maar dat gaf niet. 'Dank je wel, Wolfs,' zei ik zacht, oprecht ook.
Ik pakte wat schone kleren en verdween de kleine badkamer in.

Fleva one shots!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu