Hoofdstuk 8

8 0 0
                                    

Vrijdag 20 november 2015.

Ik schrik op van een klop op mijn deur. De deur gaat open en Evert komt binnen.

'Hé, zin om te ontbijten?' Ik zucht.

'Nee, eigenlijk niet.' Toch sta ik op en loop met hem mee naar de keuken.

'Zenuwachtig?', vraagt hij en ik knik. 'Als je het niet wil doen...' Maar ik schud mijn hoofd.

'Nee, ik moet dit doen.' Hij wil protesteren en ik rol met mijn ogen. 'Goed, ik wíl dit doen.' Hij glimlacht eventjes.

'Wat wil je eten?' Ik haal mijn schouders op.

'Maakt niet uit', zeg ik mompelend. Hij zucht.

'Code taal voor: kies jij maar, ik eet het toch niet op.' Ik wrijf in mijn ogen en reageer er niet op.

'Michael, heb je vannacht wel geslapen?', vraagt hij met samengeknepen ogen. Ik knik.

'Hoe lang was je nog wakker?' Ik zucht.

'Geen idee, ik heb niet op de klok gekeken.' Hij schudt boos zijn hoofd.

'Ik dacht dat ik had gezegd dat je moest gaan slapen!' Ik kijk hem schuldbewust aan.

'Dat heb ik ook geprobeerd, het lukte alleen niet zo goed.' Opnieuw zucht hij.

'Had je weer last van nachtmerries?' Ik kijk van hem weg.

'Sinds wanneer?', vraagt hij streng.

'Wat?', vraag ik geïrriteerd. Hij kijkt me boos aan.

'Sinds wanneer heb je weer nachtmerries gekregen?' Ik haal mijn schouders op.

'Een tijdje', mompel ik. Hij schudt ongelovig zijn hoofd.

'Je weet wat we hadden afgesproken!' Ik kijk hem wanhopig aan.

'Het spijt me! Ik was gewoon bang dat je het anders zou afblazen!' Hij zucht.

'Ik wil dat je eerlijk tegen me bent Michael. Anders kunnen we onmogelijk samenwerken, dat heb ik je nog gezegd.' Ik knik en staar naar mijn lege bord. 'Heb je me nog meer te vertellen?' Ik schud mijn hoofd. 'Zeker weten?' Ik knik. 'Mooi. Maar als ik erachter kom dat je nu hebt gelogen hebben we een groot probleem, begrepen?' Ik knik opnieuw. 'Kijk me aan.' Ik kijk hem met tegenzin aan. 'Begrepen?'

Ik ben geen kleuter!

Maar toch sla ik mijn ogen neer in plaats van een hatelijk antwoord te geven.

'Ja, begrepen', antwoord ik zacht. Hij knikt voldaan.

'Je hebt nog een half uur om te eten.' Ik zucht en voel een naar gevoel opkomen.

'Mag ik tv kijken?', vraag ik en hij knikt toegeeflijk.

'Hier, neem dit maar mee.' Hij geeft me een broodje aan. Ik slik.

'Bedankt', weet ik eruit te persen. Ik sta op en zet de tv aan. Lusteloos werk ik het broodje naar binnen, afgeleid door de documentaire over de ruimte.

Ik schrik op wanneer Evert de tv uitzet.

'Hé, dat was ik aan het kijken!', roep ik verontwaardigd uit. Hij glimlacht.

'Moet ik hem weer aanzetten of wil je je afspraak halen?' Ik herinner me weer wat we vandaag gaan doen en ik sta op.

'Laten we maar gaan', zeg ik zacht. Hij knikt en geeft me mijn jas aan.

Ik ben een leider, ik moet me zo gedragen... Ik moet ze laten zien dat ik de baas ben...

Hoe ga ik dat doen?

Certo certiusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu