Hoofdstuk 20

9 0 0
                                    

David

Donderdag 3 december 2015.

Onrustig loopt hij heen en weer te ijsberen voor de operatiekamer.

'Waarom duurt het zo lang? Mike is daar nu al meer dan twee uur binnen en we hebben nog niets gehoord!', klaagt Karin ongerust. Hij geeft haar geen antwoord, hij vraagt zich namelijk precies hetzelfde af. Hij kijkt weer naar de deur en zucht.

Wat heb je toch allemaal uitgevoerd?, vraagt hij zich peinzend af en hij begint weer met ijsberen.

Toen David een telefoontje van het ziekenhuis kreeg kon hij het in eerste instantie niet geloven.

Het is ook ongelooflijk! Hoe krijgt hij het toch voor elkaar?

Daarna had hij de anderen zo snel mogelijk gebeld en waren ze naar Poortdam gereden. In het ziekenhuis kregen ze na veel moeite een dokter te pakken. Helaas had die geen ander nieuws dan de toestand waarin Mike was toen hij werd binnen gebracht.

Bewusteloos maar stabiel. Daar moet ik me dan maar aan vastklampen!

Vervolgens wilde de politie met hen praten.

"Een schotwond, ernstig bloedverlies maar geen vitale organen geraakt.", dat was alles wat ze hadden gezegd over zijn conditie, maar verder ook niets.

Dat is in ieder geval meer dan de dokters zeiden!, denkt David bozig. Hij zucht opnieuw en kijkt weer naar de deur. Een schotwond! Hoe is het mogelijk?, denkt hij voor de zoveelste keer.

Maar gelukkig niet dodelijk! Niet te geloven dat je zo veel pech en tegelijkertijd zo veel geluk kunt hebben!

'David, wil je koffie?' Blijkbaar kan Karin geen geduld meer opbrengen en ze is opgesprongen. Hij schudt zijn hoofd en kijkt dan weer naar de deur. 'Rob?' Rob zucht.

'Ja, doe maar.' En Karin loopt half rennend weg. Normaal zou David er iets van gezegd hebben, maar hij is er nu niet in de stemming voor.

'Het gaat echt niet sneller als je naar die deur blijft staren hoor', zegt Rob geïrriteerd en David zucht.

'Dat weet ik, ik maak me gewoon zorgen!', antwoordt hij geërgerd.

Rob is hier alleen omdat het een noodgeval is, anders had hij geen toestemming gekregen van de inrichting.

'Kun je dat dan alsjeblieft gewoon op een stoel doen? Je maakt me stik zenuwachtig met dat irritante geijsbeer!', snauwt zijn broertje vervolgens. David zucht geërgerd maar gaat toch naast hem zitten.

'David!', roept Rob geïrriteerd als hij constant met mijn voet op en neer wipt.

'Ik kan er niets aan doen! Ik kan gewoon niet stilzitten!', verontschuldigt David zich.

'Dat kun je wel, gewoon niet bewegen!', protesteert Rob vinnig. David zucht, maar reageert er verder niet op.

Dit is niet het moment om te ruziën, houdt hij zich voor.

Ondertussen komt Karin weer terug met twee koffie, de tweede geeft ze aan Rob.

'Ik haat ziekenhuiskoffie', mompelt Rob sacherijnig voor hij een slok neemt.

'Waarom drink je het dan?', vraagt David geïrriteerd, wat hem een chagrijnige blik oplevert. De twee broers negeren elkaar en David kijk opnieuw naar de deur.

Na nog eens tien eindeloos lijkende minuten gaat de deur eindelijk open. De chirurg, een man met grijsbruin haar, groene ogen en kraaienpootjes komt naar buiten. De broers en zus springen overeind.

Certo certiusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu