Hoofdstuk 1

17 0 0
                                    

De pijlen vliegen rond. Overal liggen doden, of mensen die op het punt staan dood te gaan.

De geur van bloed en rook hangt overal.

Ik lig op mijn buik verstopt onder de struiken aan de rand van het bos. Recht tegenover mij vind op dit moment een van de grootste slagen van deze eeuw plaats op het grootste slag veld dat deze aarde uit heeft gekend.

De mensheid tegen de elven koloniën. Prachtig. Mag ik hier zijn? Nee, natuurlijk niet. Vader verbied het net zoals moeder. Niet dat dat me tegen houd. De slag stond al lang gepland, Koning Arthur had het zelfs op het Konings plein aangekondigd.

Koning Arthur was om precies te zijn al 16 jaar in oorlog met de elven die in het Dryadalum bos woonden. Alleen de oudere generatie weet waarom, wat inhoud dat ik het dus niet weet en dat irriteert me mateloos.

Oh, ik ben mezelf helemaal vergeten voor te stellen.

 Mijn naam is Ravelyn, Ravelyn dochter van Beamard de dappere. Ik leef in het land Magna, in de stad Oplulentus.
Ik weet het is een behoorlijke mond vol.

Mijn vader is een erg belangrijk man in deze stad, eigenlijk wel in heel het land. Hij is een soort van de rechter hand van Koning Arthur. Hij en Koning Arthur hebben samen al vele oorlogen mee gemaakt, daarom vertrouwt de Koning hem ook blind.

Het verbaasde mij dus ook niks dat vader een van de eerste was die zich vrijwillig aanmelden voor de nieuwe veld slag. Moeder was het er in het begin niet mee eens, maar hij luistert toch niet naar haar.

Normaal zou ze me nooit aanmoedigen om tegen mijn vaders wil in te gaan, maar deze keer was anders.

Ze had me bijna gesmeekt om stiekem achter mijn vader en drie broers aan te gaan om een oogje in het zeil te houden. Waarschijnlijk wist ze gewoon al dat ik het toch wel had gedaan al had ze me het niet gevraagd.

Dus nu zit ik hier. Kijkend naar de veld slag. Ik wist wat mijn vader aan had, maar ik kon hem nu al niet meer zien in de grote menigte van soldaten. Mijn broers kon ik ook niet vinden, niet dat ik dat heel erg vond want er waren genoeg andere interessante dingen om naar te kijken.

Niemand snapte waarom, maar ik hield hier van.

In tegen stelling tot alle andere meisjes in de stad was ik niet bezig met naaien, jurken, mooi maken. En ik was al zeker niet bezig met het mannelijke geslacht zoals dat dan altijd zo mooi gezegd werd.

Vaak zagen de mensen me dan ook niet als "Vrouw". Puur omdat ik me volgens hun me niet als een gedroeg.

Niet dat dat me veel uitmaakte, aangezien ik er prima mee kon leven.

Maar dan was ik wel ook meteen de enige die het prima vond. Ik wist dat mijn moeder erg teleurgesteld was in het feit dat ik er niet van hield om me als een stereotype vrouw te gedragen, maar ze zweeg er over.

Mijn vader en oudste broer waarin daarin jammer genoeg totaal anders. Elke keer als ik onvrouwelijk (Zoals hun dat dan noemde) gedrag vertoonde zouden ze er uitgebreid op reageren.

In het begin deed het me zeer als mijn vader me voor manwijf zou uitschelden maar ik leerde er mee te leven.

Kijk, mijn vader was misschien erg geliefd door de koning aan het land, maar niet door zijn gezin. De enige in het gezin die echt respect voor mijn vader had was mijn oudste broer Patrem. Hij had respect voor mijn vader in alles wat hij deed en nam dan ook bijna al zijn gedrag over. Wat alleen maar nadeliger was voor mij.

Zelfs mijn moeder begon een hekel te krijgen aan haar oudste kind. Toch legt ze me nog steeds elke avond uit dat ze wel van hem houd, alleen dat ze een hekel heeft aan de dingen die hij zegt en doet.

RavelynWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu