Hoofdstuk 3: Nooitgedachtland

18 0 0
                                    

Nu was het eten net op. Jan had net het laatste dropje opgegeten. 'Wat gaan we nu doen?' vroeg Jan. Ik wist dat ik degene zou zijn die met een plan moest komen. Jan was veel te bang. 'Volg me. We gaan ons eten halen.' 

We stapten een nachtwinkel in. Of nou ja, ik stapte, Jan kroop ongezien naar binnen. Ik begon te praten met de verkoper die gelukkig nog niks in de gaten had. 'He, vriend', begon ik. Ik was nerveus, maar ook opgewonden. Hij moest het gemerkt hebben. 'Wat moet je?' 'Ik euhm... ik vroeg me af of je misschien ook...' 'Wat?' 'Ook euhm...' Koortsachtig dacht ik na. 'Ik vroeg me af of je ook... dieren verkoop?' 'Is dit een grap?' De man verkoper was veel groter dan mij en ik maakte me nog eens zo klein. 'Nee, mijn moeder is morgen jarig en dat was ik vergeten. Ze zou dolgraag een katje hebben, maar de asielen zijn dicht op dit uur.' 'Dan heeft je moeder maar geen cadeau.' Hij draaide zich om en begon met de sigarettenpakjes te ordenen. Jan keek naar mij en stak zijn duim omhoog. Ik knikte. 'Nou, dan heb ik her verder niets meer te zoeken. Tot gauw!' Ik wilde weggaan, toen de man zich omdraaide en ons zag staan. 'WACHT! DIEVEN!' riep hij. Ik nam de helft van de stapel uit Jans handen en rende alsof mijn leven ervan afhing. Jan rende mee, iets achterop, maar hij werd gelukkig niet gepakt. Nadat we een paar straten van de nachtwinkel verwijdert waren, stopte we. Geen geschreeuw meer, alles was goed.

'Waar zijn we nu eigenlijk naar op zoek?' vroeg Jan aan mij toen we gegeten en gedronken hadden. 'Waar wil je dat we naartoe gaan?' 'Ik weet het niet. Een plaats zonder volwassenen zou helemaal geweldig zijn.' 'Hoe zou je die plaats noemen?' 'Het land zonder volwassenen.' 'Dat is nogal lang.' 'Dan...' 'Nooitgedachtland.' 'Ja! Hoe kom je daar op?' 'Een plaats waar je nooit meer moet nadenken?' We lachten. Een gelukzalig moment waar niets fout was. 'Wat kun je allemaal doen in Nooitgedachtland?' vroeg Jan een paar minuten later. 'In Nooitgedachtland zijn alleen kinderen zoals wij. Die dor hun ouders worden gedwongen om volwassen te worden. Dus in Nooitgedachtland blijven we voor altijd kinderen.' Dat kwam er zomaar uit. Ik hoefde er zelfs niet meer over na te denken. Het was de plaats waar ik altijd al had willen zijn. 'En wat valt er dan te doen?' 'Het is een groot eiland. Met een bos, een strand, een meer en een zee. Er zijn zeemeerminnen en Indianen. Maar ook piraten.' 'Piraten?' 'Ja.' Jan moest lachen. 'Piraten zijn wel leuk ja.' 'En daar gaan we ons mee bezig houden. Gevechten met piraten! Die we altijd winnen natuurlijk.' 'Ja, dat klinkt echt helemaal geweldig.' Jan viel in slaap. Ik hoop dat hij droomde over Nooitgedachtland. Zelf deed ik dat wel.    

De zoektocht naar Nooitgedachtland (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu