Onbegrijpelijk gemeen

67 3 1
                                    

Ik trek mijn broek weer omhoog. Dat is pech hebben. Ik overleef die blauwe plek wel. Niets aan het handje. Door de wc door te spoelen, doe ik alsof ik klaar ben. Tessa staat me al op te wachten. Haar gezicht staat nog steeds somber. "Waarom denk je dat je toets slecht ging?" vraag ik lief. "Hm, geen idee, ik wist de helft gewoon niet", geeft ze als antwoord. "Volgende keer beter", zeg ik waarna ik zachtjes lach. Ik hoop dat ze hierdoor weer wat vrolijker wordt. Tessa haalt haar schouders op. "Tja, dat heb je als je iemand anders je taken laat maken", zegt ze serieus. Het duurt niet lang voor we allebei de slappe lach hebben. Zo ken ik haar weer. Ze is mijn optimistisch bloemetje. Ik zal haar beschermen. Dat heb ik zonet besloten. Wie haar pijn doet, sterft. "Zullen we weer naar de klas gaan?" hoor ik haar vragen. Met een 'ja' vertrekken we naar boven. "Weet je," fluistert Tessa, "je bent mijn beste vriendin." Ik glimlach automatisch en kijk haar aan. "En jij bent die van mij", zeg ik zachtjes.

Met een goed gevoel stap ik mijn lokaal binnen. Ik ben maar net op tijd, want mevrouw Roosen staat al aan de deur. Ik drop mezelf op mijn stoel en leg mijn papieren voor mij op mijn bank. Mijn humeur daalt weer, omdat de sfeer in de klasgroep gewoon veranderde toen ik binnenkwam. We zijn gisteren van plaats veranderd en ik ben blij dat ik nu achteraan zit. Toch heb ik elke keer weer het gevoel dat er ieder moment iets kan gebeuren. En dan bedoel ik niet in mijn voordeel. "Kayleigh, kun jij me zeggen wat we op de stippenlijn moeten invullen?" Mevrouw Roosen kijkt me aan. Haar ogen lijken wel 'weet voor een keer het antwoord, please' te zeggen. Maar ik weet het niet. Alweer. En elke keer als ik het fout heb, maken anderen daar gebruik van. "Euhm, ik weet het niet, mevrouw." Ik maak me klaar om scherpe opmerkingen te incasseren, maar er komt niets. Mevrouw Roosen kijkt nog steeds naar mij, maar deze keer wat bedenkelijker. Zo heb ik haar nog nooit zien kijken, dus dat is best ongemakkelijk. "Geeft niet", zegt ze, "ik leg het je wel even uit." Daarna draait ze zich om naar het bord. Ze kribbelt wat neer bij verschillende oefeningen en haar lippen vormen allemaal moeilijke woorden. Ik hoor niets van wat ze zegt en ik kan niet lezen wat er op het bord staat. Ik kijk alleen maar. "Begrijp je het nu, Kayleigh?" Haar woorden dringen weer langzaam tot mij door. "Euh, ja hoor, bedankt", zeg ik maar. Ik heb werkelijk geen idee van wat ze zei. "Psss, Kayleigh, ik heb een vraag, heel serieus." Ik ga rechtop zitten, want ik wil er niet uitzien als een hoopje ellende. "Wat moet je?" vraag ik scherp. Sarah kijkt me gemeen aan, waarna ze zegt: "Heb je eigenlijk al laten onderzoeken waarom je zo dom bent? Ik bedoel, het zou vroegtijdige alzheimer of zoiets kunnen zijn. Als ik jou was, zou ik me laten nakijken. Jezus, hoe dom kun je zijn?!" Ik kijk weer naar mijn boek en probeer haar akelige lach te negeren. "Rot toch op", weet ik nog te fluisteren. Echt, wat een kutkind...

UnreachableWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu