Er klonk een mannenstem uit de microfoons. Het was een lage stem, maar hij klonk een beetje wanhopig, verdrietig. "Lieverd, ik weet dat je hier ergens op het vliegveld staat en dat je nu weg gaat door mij. Ik wilde even zeggen dat het me spijt. Het spijt me echt heel erg." zei de stem vol verdriet. "Ik weet dat ik je pijn heb gedaan en ik wilde echt niet dat het zo zou lopen. Ik snap het wel als je me niet meer wilt zien, maar voor je gaat.. Ik had nog geen antwoord gegeven op je vraag. Waarom ik op jou verliefd ben. Ik kende je maar amper en het voelde alsof ik je al jaren kende toen we voor het eerst met elkaar praatten. Maar dat niet alleen. Ik durfde nooit mezelf te zijn, omdat ik bang was dat ik iedereen weer zou wegjagen, zoals bij mijn familie. Jij dwong me bijna mezelf te zijn. En verrassend genoeg, bleef je bij me. Jij bent de enige die bleef. Ik hou van je, meer dan ik ooit van iemand gehouden heb." De vrouw die voor me in de rij stond, rende huilend weg. Toen ze weg was, hoorde ik haar bij de microfoon. "Ik hou ook van jou." Waarna de microfoon uit ging.., gelukkig. Want om eerlijk te zijn hoefde ik niet te weten wat er daarna gebeurde. Nee, het hele verhaal was niet voor mij bestemd. Het was voor degene die voor me stond. Een vrouw rond de vijfentwintig. Het perfecte sprookjeseinde was niet voor mij. Niet dat ik dat had verwacht. Ik had het gehoopt. Zo'n jongen die er helemaal perfect uitziet, helemaal perfect is en zich als het perfecte vriendje gedraagt. Ik zag al helemaal voor me, hoe ik naar hem toe rende omdat ik hem al een hele tijd niet meer had gezien en hoe ik me zó conccentreerde op hem, dat ik niet door had hoe mijn veter te los zat om normaal te kunnen rennen, waardoor ik viel. "Ehm, mevrouw" haalde de vrouw achter de balie me uit mijn dagdroom. "Hier zijn uw tickets voor de vlucht naar New York." Ik schudde mijn hoofd alsof ik een hand in mijn gezicht geduwd kreeg. "Ja, eh, bedankt." ik liep snel naar mijjn vader, die ergens verder op bij de lange buis naar het vliegtuig stond te wachten. "Romea! Kom op, sneller! We zijn al laat! Ze gaan vertrekken!" Ik maakte me klaar om hard te gaan rennen. Ik trok mijn shirt recht, mijn vest om mijn middel en deed hetzelfde met mijn jas, waardoor ik er veel te dik gekleed uit zag, voor iemand die rende naar een vliegtuig waarbinnen het minstens 30 graden zou zijn. Ik pakte mijn koffer bij het uitstekende handvat, greep naar mijn tas -die ik na de derde poging pas echt te pakken had- en rende zo hard als ik kon naar mijn vader en kleine Toon- mijn broertje van nog maar drie jaar en twee maanden. Ik gaf de tickets aan de stewardess, die er een stuk vanaf scheurde en me vertelde dat onze zitplekken op de stoelen nummers 8, 10 en 12 waren, en liep zo snle mogelijk achter mijn vader en kleine Toon aan. We liepen het vliegtuig in en begonnen aan onze zoektocht naar de stoelen 8, 10 en 12. "Romea, hier!" mijn vader riep me vanaf de laatste en meest lelijke stoelen in het hele vliegtuig. Ik liep erheen en zag hoe mijn stoel was ingepikt door een oude vrouw met véél te veel make-up op. Ze lag te slapen en had een maskertje voor haar ogen, wat door het slapen heel scheef om haar hoofd zat vastgebonden. Ik boog naar voren om haar wakker te laten schrikken, maar mijn vader hield zijn hand voor mijn mond, waarna hij me seinde dat ik stil een andere plek moest gaan zoeken. Ik haalde zijn hand van mijn mond, maakte nog een paar gekke bekken naar de slapende oude vrouw en deed wat mijn vader me had geseind. Ik liep door gangpad, zoekend naar een zitplek. Zonder te kijken ging ik zitten op een stoel die het dichtst bij het gangpad stond. De zitplek naast me was leeg, zag ik, maar op die er naast zat een oude, bejaarde man. Hij keek uit het kleine vliegtuigraampje, waardoor ik zijn gezicht niet kon zien. Zijn haar zag er niet grijs uit, maar als een soort van kruising tussen blond en bruin.., -donkerblond dus..-, wat toch best knap was voor een bejaarde. Hij droeg een donkerblauw wollen vest, dat eruit zag alsof hij het geleend had van zijn te dikke.., vriendin? Niet dat hij eruit zag of hij er één had. En daaronder een legergroene broek. Best stijlvol voor een bejaarde man met te grote kleding aan. Ik ging languit in de stoel liggen. Ik was van plan in slaap te vallen, wat gewoon gelukt was als God niet besloten zou hebben mij duidelijk te laten merken, dat ik op de verkeerde plek was gaan zitten. Een hand greep naar een pluk haar dat over de stoel hing. Een kleutermeisje kwam boven de stoel hangen en lachte me erna uit. Ze begon gekke bekken te trekken. Ik duwde haar hoofd naar achter en deed precies hetzelfde bij haar- op de gekke bekken en het aan het haar trekken na dan. Ik zag dat ze naast een dikke man zat, 'verrassend' genoeg had hij een bakje, correctie: een bak friet in zijn handen en een beker Cola. -Light, hij probeerde vast af te vallen- "Kunt u niks doen aan uw kind?" vroeg ik geërgerd. "Wat moet ik doen dan?" Ik wilde het hem haarfijn laten zien, maar i hield me in, om te laten merken dat ik hier duidelijk de enige volwassene was. "U zou haar misschien kunnnen laten stoppen vervelend te doen, tegen andere vliegtuigpassagiers." Begon ik. "Oké oké, ik snap het." zei de man nonchalant. Hij draaide zich naar het meisje -hij kon opstaan!!- en likte zijn vingers af. Alsof hij me wilde laten zien dat er nu iets heel spectaculairs zou gaan gebeuren. "Lilly, laat het meisje met rust, ze wilt gewoon rustig reizen in het vliegtuig." "Danku." reageerde ik dankbaar. Ik had meer verwacht, maar zo lang niks ded was h- "Auw!" Het ó zo schattge meisje had een nieuwe manier gevonden om me te treiteren. Ze trapte keihard tegen m'n stoel. Ik draaide me weer om en seinde naar de man, hopend dat hij zou begrijpen. "Stoppen, Lilly." het kwam er moeilijk uit, aangezien ïk hem stoorde" tijdens het eten van zijn derde snack. Dit keer hielp het helaas niet. Ze trapte en trapte en trrapte. "Meneer..?!" ik wees voor alle duidelijkheid even naar zijn ó zo lieve ochterje. "Ik heb het geprobeerd" was zijn antwoord. Ik draaide me machteloos om. Ik voelde hoe het meisje de tijd van haar leven had. Ik voelde het héél erg. En als het niet het voelen was, hoorde ik het wel aan haar heksen lachje. Ze kreeg er bijna de slappe lach van. Ik keek naast me, de stoel tussen mij en de man was nog steeds leeg. "Meneer?" riep ik tijdens het bonken van de stoel door. De man draaide zich om, waarna bleek hoe niet-bejaard hij nou eigenlijk was. Ik hoorde engelen zingen -niet echt natuurlijk, ik verbeelde me dat gewoon-. Want de jongen van ongeveer zevetnien of achttien, was best wel ehm.. Niet-bejaard, eigenlijk best knap. Het is een wonder dat ik me nog "cool" kon houden en niet meteen begon te fangirl-en. "Yes?" vroeg hij -zijn stem klonk helemaal perfect, -precies wat je zou verwachten, maar toch een hele verrassing.., omdat hij dus Engels sprak, maar ja wat had ik dan verwacht, in een vliegtuig naar New York..- "Ehm, ehm" ik was even vergeten wat ik ging vragen, tot ik weer in mijn rug getrapt werd. "Is this seat taken?" vroeg ik wijzend naar de stoel tussen ons in en pijnlijdend. "No, you can sit here if you want..?" Ja ja, ik hoorde het goed. Hij vond het totáál géén probleem dat ik naast hem kwam zitten. "Thank you." vroeg ik met een klein beetje te horen fangirl in mijn stem. "Cute, little kids, aren't they?" grapte hij, wijzend naar het irritante kind achter me. "Yeah, cute.." zei ik sarcastisch en hem wijzend op mijn door haar gekregen blauwe plekken. "Haha" "Are you going on vacation to New York?" vroeg hij nieuwsgierig. "No, I'm moving there. I'm going to move to my mom's house, with my dad and my little brother." "Where does your mom live?" Ik had niet echt een idee waar ze preies woonde, aangezien mijn vader het me maar niet wilde vertellen, om het een verassing te laten blijven. "Ehm.., well. She lives in one of the many streets in New York.." kwam er suf uit- wat waarschijnlijk precies is wat hij ook dacht. "Louca..." een meisje rond de zeventien jaar in een nogal strak en kort blauw pakje beantwoordde mijn eerste vraag aan hem- die ik door haar nog niet gesteld had... Ze keek me jaloers, maar waarschuwend aan. "Hey, what was your name again?" zei Louca -zoals hij blijkbaar heette- plagend. "Funny.., I can see you've already found a new victim.." zei een tikkie té jaloers. "I can see you found a new way of annoying people..?" "Well, you clearly haven't changed at all. So I'll just leave you alone with your new chick, I guess.., And I wish you a pleasant flight," begon ze aan haar.., preek? "And I wish you a lot of luck with this piece of.. this guy." Ze liep deels verdrietig, deels plagend weg.
"What's your name?" vroeg hij. Een black-out. Ik kreeg net op dit moment een black-out. Ik was mijn naam vergeten terwijl ik met de leukste jongen praatte die ik ooit had ontmoet. Wat moest ik zeggen? Ik ging echt niet vertellen dat ik mijn eigen naam was vergeten. Wat zou hij dan van me denken.., dat ik een zestienjarig meisje ben, met het geheugen van ee 60-jarige..?!- Nu, was dat wel het geval, maar dat hoefde hij niet te weten! "Ehm..," ik wees naar mijn met een combinatie van Skittles, croissantjes en kauwgom- alvast voor de komende sti(n)kadem- volgepropte mond. Aangezien mijn handen vol zaten met een Cocos-vanille-banaan-smoothie en een choco-smurf-komkommer-ijsje -komkommer, zodat ik niet alleen ongezonde smaken heb.. Ik moet een beetje op de lijn letten *slaat aanwijzend op de vetloze buik*- het pakje Skittles, propte hij een papiertje met daarop zijn telefoonnummer in mijn broekzak. "Call me when you remember your name again." grapte hij, niet wetende dat dat eigenlijk precies was, wat er aan de hand was. Ik zag hem nog een paar keer om kijken terwijl hij in de menigte drukke en haast hebbende mensen verdween.
JE LEEST
Thuis
RomanceRomea wacht al zestien jaar op haar prins op het witte paard. Oké, ze wachtte er niet op toen ze een baby was. Of toen ze drie jaar was, en daarna ook een hele tijd niet. Laat ik het zo zeggen: ze wacht al lang op haar prins op het witte paard. Het...