21. Eloise A. Dumbledore

1.8K 112 29
                                    

Het is avond. We zitten met Remus' ouders op de bank, tv te kijken. Vanmiddag heb ik Rem over mijn hart verteld. Het ging beter dan ik had verwacht. Lyall, Remus' vader die ik nu bij zijn voornaam mag noemen, stond op. 'Ik ga even wat Boterbier halen. Eloise, loop je even mee?' voegde hij er veelbetekenend aan toe. Ik knikte en stond op. 

We liepen de keuken door, naar buiten. Lyall keek voor de zekerheid achter zich en ging toen de kelder in. Ik volgde hem, een beetje op mijn hoede. In de kelder stond Boterbier, maar achterin stond een cel. Nieuwsgierig liep ik erheen. 

De muren zaten onder de klauwen, er zat er zelfs één in de muur. Hij was klein, maar vlijmscherp. Sommige tralies waren omgebogen. Waar dit voor is, is niet moeilijk te raden. Ik ging zitten, in het midden van de cel. 'Dus hier bracht hij de volle manen thuis door?' 

Lyall knikte. 'Ik vond dat je het moest zien. Remus vindt van niet. Hij vindt het eng om anderen dit te laten zien. Maar aangezien je van hem houdt...' Hij glimlachte even. 'Ik ben blij dat je er voor hem bent. Ook al heb je zo'n slecht hart.' 

Bij thuiskomst hadden we het ook aan Remus' ouders verteld. Ze waren geschrokken, natuurlijk, en meelevend. 'Rem is heel erg lief. Ik ben er zelf achtergekomen dat hij een weerwolf is, waarschijnlijk had hij het me later wel verteld. Ik hou van hem. Het is moeilijk te bevatten dat één vreselijke man hem dit aan heeft gedaan.' 

Weer knikte Lyall. Plotseling klonk er gestamp op de trap. Remus stond bij ons in de kelder. Hij keek levenloos naar me. 'Ik zie dat mijn vader zich niet aan zijn belofte heeft gehouden. El, kom eruit.' Overrompeld keek ik hem aan. 'Waarom? Het is juist goed dat je vader het me heeft laten zien!' 

'Waar is het goed voor?!' riep Remus. 'Dat je nog meer ziet dat ik een monster ben? Dat ik meer kans raak je kwijt te raken? Ik wil niet dat je dit ziet! Ik wil niet dat je inziet dat ik een monster ben, een vies beest.' Hij slikte even. Zijn hoofd was rood van woede en frustratie. 

'Je bent geen monster, Remus. Jij bent degene die dat in moet zien.' 

'Eloise Ariana Dumbledore. Kom die kooi uit. Je hoort daar niet.' Ik onderdrukte een glimlach. Hij gebruikt nooit mijn hele naam. Even keek hij naar zijn vader, die stil had staan kijken. 'Kom,' zei ik tegen Remus. 'Kom hier.' 

Aarzelend liep hij naar me toe. Ik klopte op de vloer. 'Kom naast me zitten.' Rem deed wat ik hem opdroeg. Onzeker ging hij naast me zitten. 'Wat ben je aan het doen?' Ik glimlachte breed. 'Zorgen dat je een goede herinnering krijgt aan deze plek.' 

Ik drukte mijn lippen op de zijne. Het maakte me niet uit dat zijn vader erbij stond. Niets meer maakte uit, behalve het zelfbeeld van Remus. Hij is geen monster. Nooit geweest, en nooit zal hij het worden. 

The Marauders And The Hogwarts Child #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu