Wat is dat geluid toch? Laat me slapen. Maar dan springen mijn ogen razend snel open. Mama belt! 'Goedemorgen!' Roept mijn moeder door de telefoon. 'Goedemorgen mam.' Antwoord ik. 'Ik word zo al geholpen. Kom je zo?' 'Zo al? Het is negen uur! Dat is lekker snel. Ja ik spring nu snel onder de douche.' 'Oke. Dan zie ik jullie zo.' Dan hang ik op. Ik spring uit bed en trek snel mijn kleding aan. Ik heb helemaal geen tijd om te douchen. Ik loop mijn kamer uit en tref Mark aan bij de bar. 'Goedemorgen.' Zegt Mark. 'Goedemorgen.' zeg ik terug. 'Je moeder had mij al gebeld en gevraagd of ik je wakker wilde maken, maar ik zei dat ze dat zelf maar moest doen. Omdat ik niet weet of je dat vervelend vind.' 'Dat geeft niet hoor. Ik ben nu ook wakker. Gaan we zo?' Vraag ik. 'Ja we gaan.' Ik pak de maxi Cosi en een dekentje. Ik mocht het niet vergeten want ik had het mijn moeder beloofd. En hoe zou de baby anders naar huis komen? 'We moeten wel eerst oma ophalen, want die rijdt met ons mee.' Zegt Mark. ik knik. Ik wist het al want het was gisteren afgesproken. Samen lopen we naar de auto en stappen we in om oma op te halen. Het is maar een seconde rijden want we wonen op een woonwagenkamp. We wonen bij al mijn familie. 'Goedemorgen!' Roep ik als ik binnen kom stappen. Oma zit nog in haar pyjama, ze is net pas wakker. 'hoi. Waar is Mark?' Vraagt oma. 'Ja die is niet zo snel, die komt eraan.' Antwoord ik. 'Vind je het spannend?' Vraagt oma. Ik knik. 'Ja heel spannend, ik ben echt benieuwd hoe ze eruit ziet!' Als Mark binnen komt verteld mijn oma dat ze zich gaat aankleden en we dan weg kunnen. ondertussen heeft mama al gebeld waar we blijven. Ze is vast zenuwachtig. En ik weet van mama dat ze niks zal doen zonder oma. Mama en oma zijn net zoals mama en ik. Ze zijn een en doen alles samen. Mama kan ook altijd op oma bouwen. Ook ik ben trots op mijn oma. Ze is zo lief voor mama geweest, ze heeft over mama gewaakt tot op het laatste moment. 'Wat mij betreft kunnen we gaan hoor.' Zegt oma. Ik raap mijn spullen bij elkaar en met z'n drieën stappen we de auto in. Oma en Mark praten veel terwijl ik stilletjes door het raam de bomen volg. Ik vind de natuur indrukwekkend. Het is zo bijzonder hoe vanzelfsprekend het is, hoe alles eruit ziet en hoe alles zijn eigen ding doet. Ik zou uren naar de zonsondergang kunnen kijken op het strand. Teminste, voor zolang het duurt.
Ik ben al sneller in het ziekenhuis dan oma en Mark. En pak snel de lift omhoog. Ik weet de kamer van mama nog te vinden want dat is niet zo moeilijk. Haar achternaam staat zelfs nog op de deur. Ik sla de deur open, maar zie mijn moeder nergens. Waar is ze nou weer gebleven? Het is net een wandelende tak. 'Kan ik u helpen mevrouw?' Vraagt een vrouw die ik nog niet eerder gezien heb. Haar blauwe ogen staren me aan. 'Ik ben opzoek naar mijn moeder, die hier lag.' Antwoord ik voorzichtig. 'Die ligt in de verloskamer, door die deur aan het einde van de gang.' Zegt de onbekende vrouw beleefd. 'Dank u wel.' Ik loop door de deur de lange gang in. De eerste deur rechts. Daar ligt mijn moeder. Ik klop om te vragen of ik binnen mag komen. Je weet maar nooit, misschien zijn ze wel ergens mee bezig. Ik hoor mijn moeder zeggen dat ik naar binnen mag komen en al snel volgen oma en Mark. Mijn moeder ziet er uitgeslapen uit, maar toch ook moe. het is niet niks zo een bevalling. 'Hey mam.' Zeg ik. Mijn moeder knikt glimlachend naar me. Om de paar minuten krijgt mijn moeder weeën. Ze ligt aan een infuus dat de weeën opwekt. En om de half uur wordt het infuus hoger gezet zodat de weeën sneller op elkaar komen. Mijn oma legt een nat washandje op mijn moeder haar hoofd. Hoe meer weeën er aan komen, hoe stiller het word. Mijn moeder concentreert zich op de weeën. Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Ik kan zo weinig doen terwijl ik haar wel graag zou willen helpen. Na een tijdje komt mijn tante binnen, zij zal ook overal bij zijn. Steeds als de verloskundige kijkt hoe ver mama haar ontsluiting is moet ik even weg. Ik begreep uit een gesprek dat mijn moeder haar water gistermiddag al was gebroken. Niemand wist dat, omdat er steeds maar een klein beetje kwam. Toch was het blijkbaar zo. Het wordt in de verloskamer steeds stiller, zo stil dat je mijn maag hoor knorren. Ik heb honger. Ik had geen tijd om te eten. Gelukkig heb ik nog wat geld op zak om zo meteen wat eten te halen beneden.
'Er was beneden niks open en de automaten zijn vies. Ik ga geen snoep eten om tien uur in de morgen.' Zeg ik wanneer ik weer binnen kom samen met mijn tante. 'We gaan zo wel naar de jumbo...' Zegt mijn tante. 'Die is zo wel open. Het winkeltje hier beneden gaat pas om drie uur open.' Mama haar weeën worden heftiger en zo ook mijn honger. Ik word altijd misselijk als ik niet gegeten heb. Dat hoef ik er echt niet bij te hebben met al die spanning. 'Je hebt kans dat het met dit infuus zo heel snel gaat.' Zegt mama ineens. 'Ja dat zal wel.' Zegt oma. Ik vind het leuk om te wachten op de kleine, maar het wordt nu wel een beetje saai. Gelukkig zegt mijn tante al snel dat we naar de jumbo gaan. We staan op en lopen samen het ziekenhuis uit. We kletsen wat over de tijd en de bevalling en rijden zoekend naar de jumbo. Aangekomen bij de jumbo gaat hij over vijf minuten open. Die wachttijd duurt erg lang als je honger heb. We gaan croissantje halen en ik denk dat ik een breaker ga kopen. Gelukkig de jumbo gaat open. Mijn tante pakt een mandje en gooit er alles in wat we lekker vinden. Ook voor oma, mama en Mark in het ziekenhuis. Koekjes, croissantjes, melk, optimel, cake. Het duurt even voordat we alles hebben, maar uiteindelijk komen we er. We staan bij de kassa en op het moment dat we afrekenen gaat de telefoon over. 'Huh? Het kind is er al?' Hoor ik mijn tante vragen. Ik weet niet zeker of ze dat echt vraagt of dat ik het wil verstaan. Toch is het echt waar. Ze klapt haar telefoon dicht en verteld mij dat het kindje nu net is geboren. Er gaat zoveel vreugde door me heen die ik niet kan omschrijven. Eenmaal in de auto rijden we zo snel mogelijk terug naar het ziekenhuis en ondertussen stuur ik iedereen een bericht dat het wondertje is geboren. Ik mag de navelstreng door knippen dus we moeten wel opschieten!
'Oh wat is ze ontzettend mooi!' Zeg ik vol enthousiasme. Ik bekijk mijn zusje die op de buik van mijn moeder ligt. Ik heb nooit zo een prachtige baby gezien. Ze is op de wereld gekomen met een lach en dat heb ik vast gelegd op de foto. 'Ben je er klaar voor?' Vraagt de verloskundige. Ik knik. Met de schaar in mijn hand bekijk ik mijn zusje. 'Sorry hoor, ik moet echt ff huilen.' zeg ik met wapperende handen. Niet huilen Naoom. 'Nou doe maar hoor meid. Gooi het er allemaal maar uit!' Zegt de verloskundige. De verloskundige is een hele lieve vrouw, dat viel me eerder vandaag al op. 'Oke, ik ben er klaar voor.' De verloskunde houd de navelstreng vast de ik moet doorknippen. Ik vind het wel een beetje eng. Straks gaat er iets fout. 'Hier knippen.' Zegt de verloskundige. Ik doe wat ze zegt en knip met al mijn kracht de navelstreng door. Het gaat redelijk moeilijk. Maar toch lukt het me. Ik vind de gedachte dat ik mijn zusje los mag maken van mijn moeder erg mooi. 'Wil je haar vasthouden?' Vraagt mama. Ik knik. Natuurlijk wil ik dat. Mama geeft voorzichtig het kleine mensje aan, ze is zo dun en klein. Ik bekijk nogmaals mijn prachtige zusje. 'Wat ben jij mooi.' Zeg ik tegen haar. Ik verwacht natuurlijk geen antwoord terug, maar ze zal me vast wel begrijpen. 'Naoom, zullen wij zo dan naar huis?' Vraagt mijn tante. Ik weet waarom ze dat vraagt. Mama denkt dat we geen slingers hebben. Maar dat gaan we halen als verrassing. 'Ja dat doen we.' beantwoord ik mijn tante. Mijn oma maakt foto's van ons allemaal. Van mama, mijn twee zusjes, mijn nichtje, van mij en het prachtplaatje. Ik ben zo ontzettend trots. Leentje beweegt haar twee kleine handjes en wiebelt met haar vingertjes. Ze huilt niet eens. Ze ligt in mijn armen alleen maar lief naar me te kijken. Wat een engeltje is het. 'Ik hou van jou kleine meid!'
Ik zit in de auto onderweg naar de winkels om beschuit met muisjes en slingers te halen. Ik vind het heel jammer dat we al weer zo snel weg moesten. Ik heb mijn zusje maar een kwartiertje gezien na al die negen maanden wachten. Steeds zie ik haar mooie gezichtje voor me. Ze is het mooiste wat me is overkomen. 'Wat is ze mooi he.' Zeg ik tegen mijn tante. 'Ze is een prachtplaatje.' Antwoord ze. In de winkel nemen we een hele boel slingers mee. 'Lisa heeft een taart gemaakt, maar dat mag je niet zeggen want het is een verrassing.' Zegt mijn tante. Lisa is mijn nicht. Mijn moeder voelde voor haar altijd het zelfde als ik voor Leentje. 'Dat is wel heel gaaf!' Stilletjes gaan we weer verder met alles wat we moeten doen. Thuis aangekomen komen mijn twee neven helpen om de slingers op te hangen. Het is veel werk, maar met z'n alle lukt het ons op tijd. De slingers hangen, beschuit met muisjes zijn gemaakt en ik blijf alleen achter met mijn twee zusjes. Niet heel veel later krijgen we het bericht dat kleine Leentje een nacht in het ziekenhuis moet blijven. Haar bloedsuikerspiegel is te laag en ze is volgens de kinderarts te mager. Als alles goed gaat mag ze morgen weer naar huis. Ik baal enorm. Ik wilde haar vannacht zo graag in haar eigen bedje hebben. En nu moet ik hier blijven wachten tot morgen. Terwijl ik mijn zusje nog maar een kwartier heb mogen zien. Ik kom tot het idee om te vragen of oma wilt oppassen en ik weer opgehaald kan worden. Maar al snel houd dat idee op en is het officieel dat ik thuis moet blijven. Niet veel later daarna belt mama dat Mark mijn zusjes en mij zo komt ophalen. Vol enthousiasme pak ik mijn spullen opnieuw en wachten we tot Mark ons op komt halen
JE LEEST
Onvoorwaardelijke liefde.
RomanceKen je dat? De liefde die je voelt voor iemand? Ik wel! De onvoorwaardelijke liefde voor een klein meisje wie mijn denkwijze veranderd heeft en mijn ogen geopend heeft. Dit is geschreven voor haar voor later. Zodat ze weet hoe veel ik van haar houd...