2.Tot de laatste traan part 1
‘Spreken we dan morgen af bij jou thuis?’ vroeg ik aan Jamie. Ik pakte mijn rugzak en hees het op mijn schouder.
‘Is goed. We hebben nog veel werk aan ons werkstuk, aangezien we nog moeten beginnen. Dus we kunnen beter vroeg afspreken morgen.’ Mijn zwarte all stars volgden hem naar de fietsenstalling.
‘Dat is geen probleem. Het is toch zaterdag. Is het goed als ik om twee uur kom?’
Hij zei nog even gedag tegen een jongen die voorbij wandelde, voordat hij mijn vraag beantwoordde. ‘Maak daar maar half twee van, hoe vroeger, hoe beter.’
We stapten de fietsenstalling binnen.
‘Prima. Wat is je adres nou weer?’
Ik leunde tegen een fiets en keek toe hoe Jamie zijn fiets van het fietsslot haalde.
Hij stopte de sleutel van het fietsslot in zijn broekzak en hield de fiets stevig vast aan het stuur.
Zijn gifgroene ogen keken me aan. ‘Snoepstraat 12. En wat is jouw adres? Dan weet ik dat ook ineens.’ Met de fiets aan zijn handen stapte we weer uit de fietsenstalling.
‘Ik woon in de Schoenenstraat 11 in Lier. En Snoepstraat?’ lachte ik. Er klonk een prachtig geluid over de speelplaats. Hij lachte terug.
‘Vroeger als kind vond ik het geweldig. Maar nu is het echt belachelijk.’
‘Weet je wat leuk zou zijn? Als alle huizen uit die straat uit snoep waren gemaakt.’
We wandelden over de speelplaats naar de uitgang.
‘Haha, geloof het of niet. Maar op Halloween versiert iedereen uit die straat zijn huis met snoep. Zelfs wij doen er aan mee, niet dat ik dat wil. Mijn kleine zus vindt dit echt geweldig.’
Jamie rolde met zijn ogen.
‘Zelfs nu, als zestienjarige, zou ik het gewel-‘ Mijn zin werd nooit helemaal uitgesproken, want mijn aandacht verschoof eensklaps naar iemand op een zwarte motor.
De persoon op de motor droeg een zwarte helm met geblindeerd glas. Toch wist ik maar al te goed wie het was. Jamie volgde mee met zijn groene ogen.
‘Ik moet maar eens gaan, tot morgen!’ Ik probeerde mijn stem vrolijk te laten klinken, maar het klonk eerder sip. Het lag niet aan hem, eerder aan die persoon op de motor. Al het kleine beetje moed dat ik kon vinden raapte ik bij elkaar, en slenterde met lood in de schoenen naar de motor. ‘Ja, tot morgen!’ riep hij me nog onzeker na.
Ik keek langs beide kanten voordat ik de straat overstak. De persoon zette zijn helm af, en Derek keek me woedend aan. ‘Wie was die jongen waar je tegen praatte?’ zei hij meteen jaloers. ‘Gewoon een jongen uit mijn klas,’ stelde ik hem gerust.
‘Waarom liep je met hem mee naar de fietsenstalling? Ik zei toch dat je niet te veel contact mag hebben met jongens! Luister je wel als ik je wat beveel?’ begon hij meteen door te razen.
‘Ja, het spijt me,’ probeerde ik zo overtuigend mogelijk te zeggen.
Want eerlijk? Het speet me helemaal niet. Het speet me enkel dat ik ooit op deze klootzak verliefd kon worden. Het speet me dat ik met hem een koppel was geworden. En het speet me vooral dat ik indertijd niet doorhad wie hij werkelijk was.
Hij pakte me ruw bij de kin en deed die iets naar boven, zodat ik hem wel aan moest kijken. ‘Kijk me aan als je je verontschuldigt!’
‘Het spijt me,’ zei ik nogmaals. Derek liet me los.
![](https://img.wattpad.com/cover/10825558-288-k513086.jpg)
JE LEEST
Tot de laatste traan
Ficção AdolescenteDit is niet één groot verhaal, nee, het zijn allemaal kleine verhalen. Elk hoofdstuk is een korte thriller (zoals mijn verhaal Onverwacht). Zet je goed in je stoel, zetel of bed. Pak de popcorn en enjoy. En ik ben niet verantwoordelijk voor eventuel...