Hoofdstuk 1

24 2 0
                                    


'Dingeledingeledingeledong!' Ja, Milou was er.

'Milou kan je proberen morgen op tijd te komen?' vroeg ik zuchtend aan het eigenwijze bruinharige meisje naast me. 'Tuurlijk niet, dan zou het te vanzelfsprekend worden!' Was haar overenthousiaste antwoord op mijn vraag. Waarom was dat kind toch altijd zo vrolijk vroeg in de ochtend. Misschien omdat zij niet elke ochtend tien minuten in de kou hoefde te wachten. Ik hoorde de nieuwste roddels aan die dit weekend gebeurd waren. Casper had met met een of andere Lisa staan zoenen, Jerno had zijn been gebroken, enzovoort.

Op school aangekomen liep ik direct naar mijn kluisje. Gelukkig zat Milous kluisje aan de andere kant van de school, nog een roddel en ik ontplofte. Ik dumpte mijn jas. Ik hoorde mijn naam achter me en draaide me meteen om. Ik keek de gang door, ik herkende niemand. Voor mij stonden wat jongens tegen kluisjes aangeleund die moesten lachen toen ik me omdraaide. Wat rotjochies die ik niet kende wisten dus blijkbaar mijn naam. Ik negeerde het en deed mijn kluisje op slot. Ik liep naar aardrijkskunde. Wel raar dat die jongens mijn naam wisten... hoe konden ze die nou weer weten? Die jongens waren sowieso achttien want ik zag ze met sigaretten en zaten dus in de zesde. Waarom zouden zij nou weer interesse hebben in een vierdeklasser? Ik wist waarschijnlijk al van wie ze mijn naam wisten... Anna.

Ik dacht na terwijl ik verder liep. Dat was dus gewoon niet slim om te doen. Een knal en heel wat pijn later lag ik op de grond. Geweldig, een botsing. Kon die brugger niet kijken of zo? Kreunend kwam ik overeind.

'De meeste meiden kreunen pas als ze bij me in bed liggen.' Hoorde ik een stem zeggen.

Met geknepen ogen van de pijn keek ik uit wiens mond die woorden kwamen. Ik herkende hem verder niet, maar dat kon ook komen omdat ik nog steeds op de grond zat en hij alweer opgestaan was. Hoe lukte hem dat zo snel?! Voelde hij er niks van of zoiets? Na zijn perverse opmerking stak hij zijn hand uit. Eerst twijfelde ik, maar uiteindelijk pakte ik hem toch maar aan. Toen ik eindelijk op een beetje hetzelfde niveau was, herkende ik hem nog steeds niet. Nou ja hetzelfde niveau... tien centimeter verschil, minimaal. Hij was een stuk groter. Hij zat denk ik ook wel in de vierde, minstens. Hij was zeker geen brugger. Hij grijnsde smerig naar me. Het paste wel bij zijn opmerking van net.

'Aangenaam kennis te maken.' Zei hij met dezelfde grijns. Ik wilde die grijns eraf meppen. Zou wel zonde zijn van zijn gezicht. Hij had een pittig mooie kaaklijn. Misschien was het dan juist wel leuk om hem te slaan. Misschien kon je die kaaklijn dan wat lelijker maken.

'Ik ben Jesse.' Zei hij terwijl hij met zijn rug tegen wat kluisje aan ging staan. Dat deed hij wel soepel. Ik zou allang gevallen zijn. Of ik zou er gewoon heel ongemakkelijk staan, kan ook.

'Heeft de onhandige dame ook nog een naam? Of is ze zo hard gevallen dat ze niet meer kan praten?' De twinkeling in zijn ogen stonden me niet aan.

'De onhandige dame moet gauw weg voor ze te laat komt.' Mompelde ik en gauw liep ik weg. Hopelijk kwam ik die Jesse nooit meer tegen. Ik vond hem echt een viespeuk.

Bij aardrijkskunde ging ik snel naast Kelvin zitten. Hij had er niks van door. Hij was te druk bezig met zijn telefoon en ik keek stiekem mee op zijn scherm. Laat maar, niks interessants, gewoon een game. Hij had nog steeds niet door dat ik er allang was.

'Hello my friend.' Zei ik dus maar. Geschrokken keek Kelvin op vanuit zijn game.

'Halve hartaanval Luna. Waarom duurde het zo lang voor je in de les was? Milou is er allang.' ik keek in de ogen van Kelvin, mijn beste vriend sinds de het incident. Hij bleek na de zomervakantie dus bij mij in de klas te zitten. Niet bijzonder knap, niet bijzonder lelijk. Bruin haar dat soepel naar achter was gedaan met wat gel. Lichtgroene ogen die erg afstaken van zijn huidskleur en haarkleur. Het was wel een prachtig contrast om te zien. Elke keer verbaasde het me weer.

Ijskoud HartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu