Hoofdstuk 24

716 43 6
                                    

Lente's POV:

Als een pasgeboren hert met wiebelende pootjes probeer ik de garderobe van de club te vinden. Het kan me niet schelen waar Lot en Lynn zijn, ik heb mezelf in de nesten gewerkt en ik moet hier zo snel mogelijk weg. Ik prop mijn kaartje in de hand van het meisje dat bij de garderobe werkt en wacht ongeduldig op mijn jas. Als Ward me maar niet zoekt!

'Ja, dankjewel.' Ik graai mijn zwarte bontjas van de toonbank, trek hem aan, check of mijn sleutels in mijn zak zitten en haast me naar de uitgang. Als ik buiten sta snuif ik de frisse geur op, dat doet een dronken mens goed. Gelukkig is het maar een kwartiertje lopen naar huis. Of het verstandig is dat ik dat alleen doe discussieer ik later wel over met mijn vriendinnen.

'Hey! Waar sloeg dat op?!' Mijn adem stokt in mijn keel en ik draai me met een ruk om als ik bij mijn pols gegrepen wordt. Ik ben opgelucht om te zien dat het Kaj is, en niet een of andere verkrachter. Dat opgeluchte gevoel verdwijnt snel, het is immers wel Kaj.

'Wat doe je? Laat me los.' Reageer ik verontwaardigd. 'Is dat hoe je het wilt spelen, Lente? Mij jaloers maken met die sukkel van je studie?' We staan tegenover elkaar. Ik begin hard te lachen. 'Alsof jij jaloers wordt!' Roep ik overdreven. 'Jezus, wie maakt het acceptabel dat jij zoveel drinkt?' Mompelt hij als ik mijn evenwicht bijna verlies. 'Ik breng je naar huis.' 'Nee, dat wil ik niet!' Antwoord ik, ik klink net als mijn zusje. 'JE HEBT NIKS TE WILLEN!' Schreeuwt Kaj dan. Verstijft blijf ik staan.

'Jij hebt niks meer te zeggen over mij!' Reageer ik dan. 'Het interesseert me niet, je bent zo smoor als een garnaal en ik laat je niet alleen naar huis lopen.' 'Oh, en nu geef je ineens wel om mij?' Ik ruk me voor de zoveelste keer los uit zijn greep. Boos loop ik voor hem uit. 'Bullshit! Ik heb altijd al om jou gegeven en dat weet je zelf ook wel.'

'Jij hebt het uitgemaakt!' Roep ik hysterisch. Ik bijt op mijn onderlip om te tranen tegen te houden. 'Dat heb ik niet voor mezelf gedaan, dat heb ik voor jou gedaan!' 'Wauw, fijn dat je zo om me denkt, ik ben er echt beter op geworden! Laat me gewoon met rust.' 'Prima, maar ik loop met je mee naar huis.' Ik mompel nog iets binnensmonds. Vervolgens loopt hij in stilte achter me aan.

'Fucking sleutels.' Mompel ik terwijl ik mijn zakken doorzoek. 'Je kunt gaan.' Snauw ik richting Kaj die een paar meter van me af staat. 'Denk je?' Hij houdt de sleutels van mijn huis voor mijn neus en doet de deur open. 'Wat ben je toch een eikel.' Brom ik en ik stamp de lift in.

'Vanaf hier kan ik het echt wel zelf!' Zeg ik wanneer Kaj het licht in de woonkamer aan doet en de deur dicht gooit. Ik smijt mijn jas over de stoel en trap mijn schoenen uit. Ik loop naar de keuken en stoot dan mijn hoofd tegen het kastje waar de glazen staan. 'Fack.' Ik wrijf over mijn voorhoofd.

Twee stevige handen omklemmen mijn schouders. Geschrokken kijk ik over mijn schouder. 'Ga nou maar zitten.' De lol van het tegenstribbelen is er inmiddels af en ik laat me op de bank ploffen. Kaj geeft me een glas cola en 2 paracetamol en gaat met een glas water voor zichzelf naast me zitten.

'Waar zijn Lynn en Lot eigenlijk?' Vraagt hij om de stilte op te vullen. 'In de club.' Mompel ik. Mijn ogen voelen zwaar aan en ik steun met mijn hoofd op mijn hand. Kaj ruimt de glazen op en hangt mijn jas netjes aan de kapstok.

'Kom, ik breng je naar je slaapkamer.' Ik knik en sleep mezelf naar de badkamer om mijn make-up er af te halen en mijn tanden te poetsen. Ik hoor hoe Kaj wat op mijn kamer rommelt en voelt normaal, zoals altijd, zoals het was. Ik wou dat ik de drank de schuld kon geven, maar dit gevoel is echt. Ik schud mijn hoofd, smijt mijn kleding in de wasmand en trek een oud shirt aan.

In mijn slaapkamer zit Kaj op de rand van mijn bed. 'Dankje, voor het thuisbrengen.' Zeg ik. 'Geen probleem, ga maar liggen joh.' Ik glimlach waterig. 'Lent?' Hij gaat staan en pakt mijn hand vast. Ik slik moeizaam en kijk hem aan. Vlug drukt hij zijn lippen op de mijne. Ik leg mijn hand op zijn wang en ga op mijn tenen staan. Hoe lang heb ik hier al op gewacht?

Aan al het moois komt een einde. Zo laat hij me los en doet hij een stap achteruit. 'Sorry, ik..' 'Het geeft niet.' Zeg ik snel. Beide moeten we lachen en ik ga in mijn bed liggen. Ongemakkelijk blijft hij in het midden van mijn kamer staan.

'Zeg, treuzelaar, kom je nog naast me liggen of hoe zit het?'

- Emma-Loraine

One magical summerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu