Genezen

0 0 0
                                    

„Ja!" roept Bluebell terug. „Yesss!" roept Lotte, en Lilly gilt: „Joehoeoeoeoeoe!" Ze zijn er allebei en kijken met grote ogen naar het plantje. „Het is echt net een paarse brandnetel!" zegt Lilly verbaasd. „Ja, wat dacht je dan? Dat ik tegen jullie zou liegen of zo?" zegt Lotte boos, maar vijf tellen daarna lacht ze alweer.

„Nou, zullen we maar?" vraagt Lilly. „Nog even wachten," zegt Bluebell. „Ik wil nog even genieten van het aanzicht op Bazuinkruid." „Als jij het zegt," lacht Lotte. Dus daar zitten ze dan.

Na een paar minuten zegt Lilly: „Wil je echt niet?" „Nee," zegt Bluebell vastbesloten. „Goed goed." lacht Lotte en ze kijken weer door.

Na drie kwartier staren zegt Bluebell eindelijk: „Zullen we beginnen?" „Ja," zegt Lotte. „Eindelijk." voegt ze er zachtjes aan toe, maar Lilly hoort het en zegt lachend: „Stoute Lotte." „Sorry." zegt Lotte. „Zal ik het plukken?" „Doe maar," zegt Bluebell, en Lotte loopt plechtig naar het midden van hun kleine kringetje. Daar maakt ze een diepe buiging voor het plantje. Lilly proest het uit. „Hou je mond dicht!" zegt Lotte boos. „Ik ben bezig met een serenade!" „Voor een plantje zeker!" proest Lilly. Nu ziet Lotte de lol er ook van in en ze plukt het plantje. „Tadaaa!" zegt ze. „Wauw!" zegt Lilly zuchtend. „Zometeen kun je weer vliegen, Bluebell!" „Ja," lacht Bluebell vrolijk. „Alsjeblieft!" Lotte overhandigt haar het plantje. Bluebell neemt het aan, en met een zwierig gebaar stopt ze het in haar mond. Ze begint te kauwen en Lilly schiet in de lach. „Dat gekauw van je! Je lijkt wel een koe!" „Lilly," zegt Lotte bestraffend. „Zoiets zeg je niet, over je vriendin! Bluebell is een prachtige eenhoorn!" „Klopt, maar ze leek héél eventjes een beetje op een koe. Probeer eens of je al kan vliegen, Bluebell?" zegt Lilly. „Goed, kijken of het heeft gewerkt."

Bluebell probeert op te stijgen. Er gebeurt niks.

„Ehm... Lotte?" vraagt Lilly. „Ehh... W-weet je-weet je zeker dat het Bazuinkruid was? En dat dit óók Bazuinkruid was?" „Eh...Jjja," zegt Lotte, terwijl ze diep nadenkt. „Ja," zegt ze nog eens, maar nu veel zelfverzekerder. „Het was Bazuinkruid voor een papegaai en het zag er uit als een paarse brandnetel." „Oké..." zegt Lilly, maar Bluebell hoort dat ze het niet helemaal gelooft.

Na een kwartier probeert Bluebell het nog eens. Er gebeurt niks.

Na een half uur doet ze het opnieuw. Er gebeurt nog steeds niks.

Na drie kwartier probeert Bluebell het nog één keer. Als het nú niet werkt dan is het officieel geen Bazuinkruid. Bluebell staat op en loopt vijf meter van de kring vandaan om op te stijgen. Ze strekt haar vleugels uit. Ze flapt een klein beetje. Er gebeurt niks. Ze flapt nog een iets groter beetje. En dan voelt ze het. Haar hoeven raken de grond niet meer. De vertrouwde wind blaast in haar gezicht. Ze vliegt!!! „YESSSSS!!!!!!!" Hoort ze Lotte ver weg op de grond roepen, en Lilly gilt: „JOEHOEOE!!!!" Bluebell vliegt een heleboel rondjes. De hele avond zijn ze bezig met vliegen. Lilly en Lotte zetten parcourtjes uit tussen bomen en Bluebell moet ze vliegen. Sommige zijn heel erg ingewikkeld en Bluebell maakt scherpe bochten en af en toe zelfs loopings. Aan het eind van de avond mogen Lilly en Lotte allebei een paar rondjes op Bluebells rug vliegen. Bluebell maakt speciaal voor hun een driedubbele looping. „Wauw," zeg Lotte, „waarom hebben we die niet in ons parcourtje gezet?"

Bluebell, de ontdekker van de prairieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu