Hoofdstuk 1

215 11 8
                                    

Dood moe zak ik door mijn knieën, voor ik de grond raak vangt Moon me op. 'Dankje meid.' We gaan voorzichtig zitten. Morgen is mijn 22e verjaardag. Dan is het al weer zeven jaar geleden dat we zijn gevlucht, het ei is nog steeds niet uit gekomen maar als nog hou ik het bij me. 'Vannacht als het donker is ga ik het eiland verkennen, jij blijft hier meid met het ei.' Ik sluit mijn ogen en val al snel in slaap ondanks het vele licht.
~~

Al vroeg in de nacht worden we wakker. 'Goedenacht Moon, ik ga het eiland verkennen en wat te eten halen. Moon jij beschermt het ei. Ik zal zo snel mogelijk terug zijn.' Ik doe de kap van mij mantel op en loop het duister in.
Al snel hoor ik draken voorzichtig ik sluip muis stil op ze af.

'O god.' Fluister ik, voor me staat een heel drop met draken én mensen. Ze moeten wel eten hebben en misschien wel wat informatie over de drakenjagers! Ik sluip een van de huizen in, via het raam. Het is een groot huis, de kamer van het raam is niet echt groot maar hangt vol met tekeningen en kaarten. Een van de tekeningen springt er zo wat uit. Hij hangt in het midden van de muur, voorzichtig loop ik er naar toe.

Mijn mond valt open van verbazing, er hang een super grote gederailleerde tekening van een NightFury!! Nu zie ik dat elke tekening een NightFury of een kaart is! Terwijl ik me omdraai stoot ik iets van de tafel. Ik hoor voetstappen mijn kant op komen en spring uit het raam. 'Grijp hem!' Roept een stem achter me, ik begin steeds harder te rennen tot ik omver wordt getekkeld. Mijn handen worden op mijn rug geknoopt. Nice gevangen door drakenjagers. 'We brengen hem naar Hiccop!' Roept een vrouwelijke stem achter me. Ik wordt ruw vooruit geduwd terug naar het huis.

Mijn kap van mijn mantel valt mooi voor mijn ogen zo dat ze mijn gezicht niet zien.

'Ik had niks ander van je verwacht Astrid.' Zegt de lage stem, achter me hoor ik een klein lachje. 'Eens zien wie ze nu weer hebben gestuurd.' De stem komt dichter bij, ik zie een voet en een metaal achtig idee? Mijn kap wordt van mijn hoofd getrokken. Voor me staat een jonge man, verbaast naar me te kijken. Ik gok hem iets ouder dan ik ben. 'Wie ben jij en waar zijn de andere?' Vraagt hij. 'Waarom zou ik dat zeggen tegen een drakenjager zeggen. Ik zal de draken nooit verraden!' Sis ik boos, iedereen kijkt me verbaast aan. 'Drakenjagers?!' Zegt de vrouw achter me. 'Ben jij aangevallen door een draak?!' 'Nee!' Roep ik uit, hopelijk hoort Moon het, zo dat ze ons van dit eiland kan halen.
'Toothless niet nu! En kijk uit!' Roept de man, een een NightFurg komt op me af. 'Alle goden!' Roep ik uit en val op mijn knieën en maak een soort van buiging.

'Waarom buig je?' Vragen de man en de vrouw. 'Hij is een van de laatste, dat maakt hem onder andere speciaal! Dat maakt hem specialer dan je kunt denken!' Sis ik en kijk woedend naar ze. 'Je bent prachtig natuurlijk niet zo mooi als Moon maar als nog.' Mompel ik, de NightFury kijkt me nieuwsgierig aan. 'Wie is Moon??' Vraag de vrouw. 'Mijn zus.' Zeg ik bot.

Dragon DaughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu