wie ben jij.

394 13 3
                                    

Hij pakt me Bij mijn arm, niet te hard want het doet geen pijn. Het is net als of hij voorzichtig met me is. We lopen naar een auto die om de hoek stond, en hij doet de deur van de achterbank open. 'er in' zegt hij. En ik stap in.

Leah.

Na dat ik was ingestapt kwam de man waar van ik dacht dat hij me dood zou schieten naast me zitten. Er was complete stilte in de auto. Ik weet niet of ik bang of juist opgelucht moet zijn. Ik besef me nu pas hoe moe ik ben, moe van alles. Alle angst, alle pijn en alle ellende. Ik probeer wakker te blijven, maar op een gegeven moment neemt de vermoeidheid over en sluit ik mijn ogen.

Ik word wakker. Ik ben in een groot en erg comfortabel twee persoon bed. Ik merk op dat ik niet meer dezelfde kleding als gister draag maar in plaats daarvan een witte mannen blouse aan heb. Wie heeft mij omgekleed? Even geniet ik van dit heerlijke comfortabele moment, het is lang geleden dat ik in zo'n fijn bed geslapen heb. Maar dan komen alle herinneringen terug, met een schrik sta ik op. Waar ben ik?

Ik zie een spiegel en bekijk mezelf. Wauw, ik zie er niet uit. Mijn haar is warrig, ik zie er bleek uit en ik heb nog littekens op mijn gezicht en lichaam van 'hem'. Als ik aan hem denkt krijg ik rillingen over mijn hele lichaam.

'die littekens, hoe kom je daar aan', hoor ik een mannen stem achter me vragen. Ik schrik, en zie in de spiegel de man die gister zijn pistool op me richtte in de deuropening staan. Ik ontwijk zijn vraag. 'Uh.. heb jij me omgekleed gister avond?' dit zeg ik zonder me om te draaien. Ik zie in de spiegel dat er een kleine lach op zijn gezicht verschijnt, 'ja, je kleding was nat en vies en je sliep nog al diep'. 'oh' zeg ik.

Ik zie in de spiegel dat hij de kamer in komt lopen en de deur achter zich dicht doet. Hij loopt naar me toe en komt achter me staan. Hij kijkt me aan via de spiegel. Ik kijk naar beneden. 'nogmaals, die littekens hoe kom je er aan?'. Weer reageer ik niet, ik kijk naar beneden. Ik wil het hier niet over hebben. Ik denk terug aan alle dingen en ik voel zo veel pijn en verdriet. Ik probeer me sterk te houden, maar ik faal. Er rolt een traan over mijn wang. Ik hoop dat hij het niet ziet.

In een snelle beweging pakt hij me bij mijn middel en draait hij me om. Ik blijf naar beneden kijken. Hij duwt mijn kin met zijn vingers zachtjes omhoog, zodat ik hem aankijk. Hij kijkt me aan, ik besef me nu pas hoe dicht we bij elkaar staan. Hij houd een hand onder mijn kin, en met de andere hand veegt hij de traan van mijn wang. 'Ik ben Chris, wie ben jij?'. 'Leah', zeg ik. 'Ik maak ontbijt voor je, kom je beneden als je zo ver bent?'. 'oké', zeg ik terug. En hij loopt weg. Verbaast blijf ik staan, was dit de man die gister nog een pistool om me gericht had?

Chris.

Ik kon zien dat ze niet klaar was om er over te praten. Dus ik heb het los gelaten. voor nu. Ik weet niet wie haar pijn gedaan heeft. Maar ik word kwaad als ik er aan denk dat iemand haar pijn heeft gedaan. Waarom voel ik me zo? Ik ken haar niet eens. Ze ziet er moe en bleek uit, ze heeft verwondingen en littekens over haar hele lichaam. Ze ziet er uit als een gebroken en beschadigd meisje. Maar toch vind ik haar mooi. En ik zie hoe onschuldig maar ook hoe sterk ze is. Ik heb het gevoel dat ik haar moet beschermen. Ik wil haar beschermen. Wat is er met me aan de hand?






BendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu