Hoofdstuk 1: Twijfels

53 7 0
                                    

Lief dagboek,

Ik hou nog van hem. Ik vind hem nog steeds leuk, maar... Ik voel me niet op mijn gemak... Er staat iets in de weg... Of iemand... Ik weet het niet. Het voelt niet goed om bij hem te zijn, maar ook weer wel. Ik mis hem verschrikkelijk!! Te erg voor woorden. Ik wil het niet... Maar ik weet ook niet of ik er goed aan doe, om het uit te maken met Thomas. Iets of iemand staat in de weg. Steeds als ik denk te weten wie of wat, denk ik: 'Nee, dat is onmogelijk...'

Ik stopte met schrijven toen er op de deur werd geklopt. 'Binnen!' Ik stopte mijn dagboek weg. Mijn broer kwam binnen met een kopje thee. 'Is dat...' Ik kon mijn zin niet afmaken toen hij zei: 'Kaneel thee, ja.' Ik glimlachte. Je bent de beste, dacht ik. 'In plaats te lachen, kun je ook dank je wel beste broer ever dat je me een kopje thee komt brengen.' Hij kwam bij me op bed zitten en sloeg een arm om me heen. 'Het komt wel goed', zei hij. 'Zeg gewoon wat je vind, en hoe je je voelt.' Ik keek op om zijn gezicht te zien. 'Zo makkelijk is dat niet, hoor.' Ik slaakte een diepe zucht, nam een slokje van mijn thee en zette mijn kopje neer. Er werd aangebeld. 'Ik ga wel', zei Levi. Ik nam nog een slokje thee, bleef rustig zitten toen mijn beste vriend op de open kamerdeur klopte. 'Hey', zei ik verbaasd. Hij ging zitten. Levi kwam en bood Liam iets te drinken aan. 'Nee bedankt, ben toch zo weer weg', was zijn antwoord. Ik vroeg me af wat hij kwam doen en alsof hij wist dat ik dat dacht, zei hij: 'Ik kom even kijken hoe het met je gaat, schoonheid.' Ik zuchtte en voor ik het wist was ik aan het huilen. Ik legde het hele verhaal uit, maar dan in het kort. Toen ik was uitgepraat en gehuild zei hij: 'Ik weet niet hoe je je voelt, maar je moet doen waarvan je denkt dat het het beste is voor jou en Thomas. Als beste vriend zeg ik op mijn beurt dat je het moet uitmaken.' Ik keek hem aan. 'Dat wil ik juist niet', was mijn reactie. Hij zuchtte. 'Tja, dan weet ik het ook niet hè.' Ik knikte. 'Hé, komt wel goed', zei hij. 'Je zult iemand vinden waar je je goed bij voelt, en die jou respecteert.' Ik ging vanbinnen kapot. Ik dacht aan al onze leuke momenten samen. Liam onderbrak mijn gedachten en ik schrok. 'Ik moet maar weer eens gaan', zei hij. 'Oké, tot maandag dan zeker?' Hij knikte terwijl hij mijn kamer verliet. Ik liep hem achterna en opende de deur zodat hij naar buiten kon. 'Ga anders even in bed liggen, ja?' zei hij. Dat deed ik ook. Alles werd zwart... Even later werd ik weer wakker, maar het was heel stil. Te stil voor dit huis. Ik ging kijken in de huiskamer, maar daar was niemand. In de keuken ook niet. Uit de eetkamer kwam stilletjes geluid. Ik ging kijken en zag iets wat ik niet voor mogelijk hield. Ik kon me niet inhouden en riep: 'Ben jij een elfje?!?' De gedaante schrok zich een hoedje en gilde. 'Rustig maar', zei ik. 'Ik doe je geen kwaad hoor.' Het elfje kwam rustig achter de hoek van de eetkamer vandaan en vroeg: 'Echt niet?' Ik schudde van nee. Hij kwam tevoorschijn. 'Ik ben Simon. Ik ben een elfje van Fairytopia. Ik kom om te zeggen dat je nodig bent in Fairytopia, Maud. We hebben een probleem met de natuur en de koning vraagt naar je.' Ik moest bijna lachen. 'Waarom ik?' Simon zuchtte. 'Weet je dat nu echt niet? Je bent de belangrijkste persoon! Je bent de dochter van de Natuurelfjes!'

'Nee hoor', zei ik. 'Ik hoor hier thuis. In deze familie. Nergens anders.' Hij pakte mijn hand en zei: 'Ik wil je iets laten zien.' Ik zag een fel licht en al snel waren we ergens anders. Waar we waren, weet ik niet. 'Hier ben jij, toen je nog 5 was.' Ik kende het kleine meisje wel van ergens. 'Hoe weet jij dit?' Hij glimlachte even en zei: 'We waren beste vrienden, en het is aan mij de taak om jou alles terug te brengen.' Ik dacht aan een paar jaar geleden. 'Waarom woon ik dan in Amerika?' Hij keek me aan. 'Je weet echt niks meer, of wel? Je werd snel een krachtig elfje. Op je 5de kon je een dode tuin weer vol leven zetten. Iedereen van 5 leerde de technieken alleen maar, maar jij kon al een dode tuin terug brengen Maud!' Ik schudde van nee. 'Sorry, ik kan je niet helpen. Je hebt de verkeerde voor je. Breng me terug. Nu.' Hij zuchtte. 'Zoals u wenst, Uwe Hoogheid.' Ik keek hem aan. 'Wat zei je daar?'

'Je zei dat je weg wilde? Dus ik noemde je bij je naam.' Ik keek hem met grote ogen aan. 'Ben... Ben ik...?'

'Een hoog Natuurelfje? Ja.' Ik bleef even stil om dit te verwerken. Ik kreeg de kans niet om iets te vragen, want we waren weer thuis en Damian was verdwenen. 'Simon? Waar ben je? Ik moet je nog iets vragen!'

My Story As ElfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu