hoofdstuk 2

232 13 0
                                    

Harry. Hij lijkt nog sterker op zijn vader, dan vroeger. 'Harry!' Ik omhels hem stevig. 'Elisabeth?' Hevig schud ik mijn hoofd. Tranen springen in mijn ogen.
'Ellie,' lach ik. Hij glimlacht. Ook bij hem glinsteren zijn ogen van het water. 'Je was dood. Ik zag jou sterven, dit kan toch niet?'

Ik glimlach, 'Ik kreeg alleen maar puur hulp van onze ouders, het vergde alleen wel redelijk veel wilskracht.'

'Het spijt me, juffrouw, maar wilt u stoppen met mijn klant te storen?' achter hem staat een redelijk oude man. Hij kijkt me met samengeknepen ogen aan. Pissig staar ik hem aan.
'En u bent?' mopper ik.
'Ik ben meneer McCinnamon,' antwoordt hij.

'Eigenlijk interesseerde het mij niet.' Hij haalt zijn wenkbrauwen op, maar trekt daarna Harry mee.
'Breng mij naar Dumbledore,' eis ik, me op de jongen richten. 'Oké,' luidt de jongen zijn antwoord. Meteen Rent hij weg.

Ik heb moeite om de jongen bij te houden. De ene keer rent hij een leerling omver, de andere keer zigzagt hij door verscheidene kleine gangetjes.

Na verloop van tijd komen we aan bij een groot standbeeld van een adelaar. Ik hoor hem luidop iets zeggen, maar te afgeleid door de grootte van het beeld voor ik het niet. Het begint opeens te draaien, een trap komt tevoorschijn. De jongen wenkt me en ik volg hem, de trappen opstormend.

Ik herken de deur van het kantoor van Dumbledore. Daarentegen merk ik dat de deur gehavend en versleten is. Ik trek me er niets van aan. Ik bal een vuist en met deze klop ik zachtjes op de deur. 'Kom binnen.'

Het antwoord is niet het eigendom van de stem van de directeur, maar van iemand anders. Van een vrouw. Mijn hand legt zich neer op de zilveren deurklink en duwt hem naar beneden. Met een zwaai open ik de deur.

Awaken from deathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu