Sorry ik heb het hoofdstuk wat veranderd! Dit kwam in me hoofd op en het leek me een leuk idee..
----------------------------------------------------
Waar moet ik beginnen? Met mijn koffer ga ik het eerste fatsoenlijke hotel toe die ik tegen kom. Deze was eigenlijk best wel chique. Al snel zit ik in mijn kamer. Het was al laat in de avond, maar ik was klaar wakker. Toen ik nog mens was, was ik nu al lang slaperig. Als vampier was ik nu klaar wakker. Ik had wel slaap nodig, maar veel minder dan een mens. Misschien kan ik de stad in gaan. Ik had wel zin in wat goeie drank. Ik kleed me even snel om. Ik had zwarte gympen aan, met een zwarte broek. Ik weet niet wat voor vrienden Klaus hier heeft, maar waarschijnlijk heeft hij zelfs hier wat vijanden.
Het shirt dat ik aan had was waarschijnlijk wat te laag, want bij sommige mannen viel de mond te plekke hopen. Bij een kwam zelfs kwijl uit de mond. Kom op zeg zo goed zag ik er niet uit. Ik had meerdere mensen horen praten over een club waar niemand uit komt met herinneringen. Dat klinkt nogal vaak. Toen ik het vroeg zei de vrouw dat iedereen die daar komt niet meer weet wat er die hele avond is gebeurd. Klinkt alsof er wat vampiers zijn bezig geweest. Dat moet ik gaan uitzoeken. Ik hoop eigenlijk dat ik Klaus daar tegen kom…
‘Zie die Blondie daar!’ Hoor ik een kerel met dubbele tong roepen. Ik draai met ogen en loop gewoon door. Ik kon voelen dat het een vampier was, want me bloedlust werd minder. Ik kwam aan bij de club. Wat onzeker ga ik naar binnen. Oh dit was zeker een vampier plek. Er liepen wel mensen rond, maar dat kon niet op tegen het aantal vampieren. Ik voelde me meteen bedreigd. Iedereen keek me even aan. Je kon zien dat ik niet hiervandaan was. Iedereen leek een bepaalde sfeer te hebben.
Er kwam een donkere kerel op me af gelopen, en ik moest zeggen, hij was ontzettend knap. ‘Wie is deze schoonheid?’ Vraagt hij charmant. Hij pakt me hand en druk een lichte kus op mijn knokkels. ‘Ik ben Marcelus, maar noem me maar Marcel.’ Gaat hij meteen verder. Ik aarzel even. ‘Ik ben Caroline.’ Zeg ik wat kort. ‘Waarbij kan ik je helpen?’ Vraagt Marcel terwijl hij me hand loslaat. ‘Oh ik ben nieuw in de stad en kijk gewoon wat rond.’ Verzin ik snel. Ik had het gevoel dat ik niet naar Klaus moest gaan vragen. ‘Wat is dit voor club?’ Vraag ik. ‘Oh, dit is mijn paleis. Om 12 uur mag je drinken van wie je wilt, maar je moet ze ook helen en ze alles laten vergeten. Zeg die ring die je om hebt, is dat een dag licht ring?’ Vraagt hij meteen. Ik schuif mijn hand achter hem. ‘Niet dat het je iets aan gaat.’ Zeg ik meteen bot. Ik loop zo snel mogelijk weg. Ik voel me hier absoluut niet veilig. Klaus vinden wordt nog moeilijker dan verwacht.
Het volgende nummer begint. Oh my god hier moet ik op dansen! Ik zie mensen al in positie gaan staan. Bij deze dans kwam je uiteindelijk je uiteindelijk elke keer bij iemand uit. Het koppel dat als laatste in het middel zou stoppen zou voor eeuwig samen blijven, tenminste, dat was de gedachten achter deze dans. Ik ging in de rij staan. Ik lette niet eens op wie er allemaal stonden. Als de muziek begint ga ik automatisch naar het persoon naar me voren toe. Hij was niet knap, maar ook niet lelijk. Mijn lach verscheen weer op me gezicht. Ik had het gevoel dat Klaus in de buurt was. Ik voelde het gewoon. Ik had nu al een paar keer in de armen van iemand anders gedanst en we kwamen bijna bij het einde van het liedje aan. Ik zette alles uit me hoofd en begon wat verleidelijker te dansen. Ik kon deze dans zelfs met mijn ogen dicht. Ik was nu bij het laatste punt aangekomen. Ik wist niet eens bij wie ik in zijn armen zat, ook al voelde het bekent. De muziek stopt. Ik heb me ogen nog dicht. Dat was geweldig. Mijn voorhoofd zat tegen die van iemand anders aan. Ik open langzaam mijn ogen terwijl ik op adem kom. Die ogen! ‘Klaus!’ Breng ik vrolijk uit. Zijn lach was ongelofelijk. ‘Caroline. Je bent het echt.’ Zegt hij vol blijschap. ‘Wat doe je hier, my love?’ Vraagt hij. Oh wat had ik dat gemist. Ik wist alleen een lach uit te brengen. Ik keek even snel rond, we stonden in het midden.
Iedereen was alweer weg en weer normaal aan het dansen, maar ik stond hier nog steeds in Klaus zijn armen. ‘Je hebt beloofd me niet op te zoeken, maar dat betekend niet dat ik jou niet mag opzoeken. Tyler is mijn eerste liefde, jij bent me laatste.’ Fluister ik mijn laatste zin. Zijn ogen begonnen te twinkelen. Ik had hem nog nooit zo gezien.
Ik wou nog iets tegen hem zeggen, maar mijn zin werd onderbroken door mijn hoge gil. Een weerwolf beet in me been
‘De weerwolven!’ Schreeuwt Marcel. Meer krijg ik niet mee, want alles wordt zwart voor ogen.