Hoofdstuk 2

26 5 3
                                    

Ik probeerde alles in me op te nemen. Vanaf het moment dat ik het Teken kreeg ging alles als een roes aan me voorbij. We werden met alle nieuwe Luminiers van de Eerste Orde meegenomen naar het Huis. Daar zouden we vanaf nu wonen. Het Huis is eigenlijk geen huis te noemen, aangezien het onderdak verschaft aan, na deze avond, wel bijna honderd Luminiers, allemaal uit de Eerste Orde. Ik probeerde in me op te nemen hoe we de lange oprijlaan opliepen, met aan weerszijden de statige cipressen, die hoog boven ons uit torenden. Ik nam in me op hoe het Huis alsmaar groter werd, naarmate we dichterbij kwamen, hoe scherper de gedetailleerde versieringen op de muren en voorgevel werden, hoe de gouden Gloed overal aanwezig was. Ik probeerde in me op te nemen hoe we werden onthaald als echte leden van de Eerste Orde. Er werd niet meer op ons neergekeken. Ze ontvingen ons allemaal met open armen en een brede glimlach. Toen we in de grote eetzaal kwamen, stonden er lange, prachtig gedekte tafels die beladen waren met schalen vol heerlijke gerechten. Alles klopte. De mensen, het Huis, het eten en natuurlijk de gouden Gloed, die alles om ons heen domineerden. Het was precies zoals ik me had voorgesteld. Ik bleef in de deuropening staan en nam nogmaals alles tot in de details in me op. Ik hield me nog net in om niet in mijn arm te knijpen om te kijken of ik droomde. Hoe kon dit moment, waarop ik jaren heb gewacht en waarvoor ik jaren heb gewerkt, opeens zijn aangebroken?

We zijn inmiddels toe aan de vierde gang, en ook al begin ik al aardig vol te raken, ik kan maar geen genoeg krijgen van al het heerlijke eten. “Als we hier elke dag zulke maaltijden krijgen, kun je mij over een jaar alleen nog maar rollen,” zucht ik. Mijn buurman haakt daarop in. “Wees maar niet bang, de koks sloven zich alleen uit bij bijzondere gelegenheden.” Ik kijk op van mijn bord. Een jongen met lichtbruine ogen en bijpassende haarkleur kijkt me glimlachend aan. “Sorry, als ik je gestoord heb tijdens het nuttigen van deze zalige maaltijd. Ik ben Tristan. Hopelijk kun je me vergeven.” Ik glimlach terug en schud zijn uitgestoken hand. “Ik ben Brynna, aangenaam. Nou, het zal wat tijd nodig hebben, maar ik ben vrij vergevensgezind.” Zijn ogen glinsteren als hij lacht om mijn grap. Hij neemt een hap van zijn biefstuk, hetzelfde hemelse vlees dat ook op mijn bord ligt, en richt zich dan weer op mij. “Dus, jij hoort ook bij de eerstejaars?” vraagt hij. Hij bedoelt de Alumniërs, die dus vanaf nu geen Alumniërs zijn. Ik knik. “Jep, vers van de pers, of hoe ze dat ook zeggen.” Opeens voel ik mijn wangen rood worden. Ik was zo gefocust op de mooie zaal en het eten, dat ik er helemaal niet over nagedacht heb wie er nog meer allemaal in de zaal zaten, behalve de eerstejaars, die allemaal even overdonderd waren als ik. Ik zat even zo in mijn eigen wereldje, dat ik niet eens doorhad wie er naast me zat. “Aha, dan beginnen jullie morgen met de selectieweek, toch? Ben je er al klaar voor?” vraagt Tristan. Ik recht mijn rug en glimlach trots. “Ja, helemaal. Ik ben cum laude geslaagd voor mijn opleiding en mijn broer en vader hebben mij geholpen met de voorbereiding voor de selectieweek.” Tristan trekt zijn wenkbrauwen op. “Toe maar, dus jij bent er ook zo één van de Golden Stars? Zusje van CC zeker?” CC staat voor Captain Chris, oftewel mijn broer, Chris Candela. Hij is captain van de Eerste Orde, de hoogste functie die je kunt behalen, naast de Rayon natuurlijk. Omdat zowel captain als Chris beginnen met een c, werd hij al snel bekend als CC. Ik overdrijf niet als ik zeg dat mijn broer een hoge status heeft. Hij heeft mij altijd gestimuleerd om te werken aan mijn toekomst en hij zal altijd mijn grote voorbeeld blijven. Als familie van de Rayon worden wij ook wel de Golden Stars genoemd. In tegenstelling tot CC heb ik daar iets meer bezwaar tegen, omdat het dan lijkt alsof alles ons zomaar op een dienblad wordt aangereikt, terwijl wij er toch echt even hard voor moeten werken om zover te komen. Toch knik ik als antwoord op Tristan’s vraag. “Ja, ik moet de verwachtingen toch waar maken. Maar zeg, hoelang ben jij hier al?” “Ik zat bij dezelfde lading als je broer, derdejaars dus. Jammer genoeg kreeg ik een net wat andere functie dan CC.” Hij haalt zijn schouders op. “Er kan maar één captain zijn, zeg ik maar altijd.” “Wat is dan je functie?” Tristan werpt me een geheimzinnige blik toe. “Dat wil je wel weten, hè?” Ik geef hem lachend een stomp tegen zijn schouder. Hij krimpt in elkaar en pakt dramatisch zijn arm vast. “Hey hey, voorzichtig. Je wilt het verwonden van het belangrijkste lid van de Aanstekers niet op je geweten hebben.” Ik staar hem ongelovig aan. “Lid van de Aanstekers? Nee, echt waar?” Aansteker is ook één van de fundamentele functies van elke Orde. De groep Aanstekers bepaalt wanneer, hoe fel en hoe lang de Luminiers hun Gloed elke dag aansteken. Sommigen zijn van mening dat dit de functie is waar onze samenleving om draait, namelijk het elke dag verlichten van de aarde. De gewone mensen die leven in het dag- en nachtritme hebben geen weet van ons bestaan en het feit dat hun ritme wordt bepaald door de Aanstekers. Tristan zet een verwaand gezicht op en doet alsof hij wat stof van zijn schouders veegt. “Jep, voornaamste lid van de Aansteker, ach het is niks.” Ik schiet in de lach, waarop hij me een zogenaamde beledigde blik toe werpt. “We zullen nog wel eens zien waar jij terecht komt, Goldie. Wacht ma-….” Hij wordt onderbroken door een alarmerende piep. Hij werpt een blik op zijn polsbandje. Het lijkt op het exemplaar van Jay, de Emplotier die ons bij de ceremonie begeleidde, maar dan iets geavanceerder. Ik buig me naar zijn arm en zie hoe er een geel lampje begint te flikkeren. Tristan drukt op een klein knopje en houdt die ingedrukt, terwijl hij het polsbandje naar zijn mond brengt. “Aanstekers melden op de open plek.” Als hij het knopje loslaat klinkt er een klik. Hij lacht verontschuldigend naar me. “Sorry, plicht roept. Het was leuk om kennis met je te maken, Goldie. Ik wens je veel succes met de selectieweek, voor zover je dat nodig zal hebben.” Hij knipoogt, staat soepel op en verdwijnt naar de uitgang. Ik zie dat er, naast Tristan, nog enkele Luminiers opstaan om de zaal te verlaten. Allemaal Aanstekers. Ik zucht en kijk voor het eerst de tafel rond. Mijn andere buurman is druk in gesprek met degene naast hem en de twee die tegenover mij zitten liggen in een deuk om een grap alleen zij begrijpen. De plek rechts, waar Tristan een minuut geleden nog zat, is nu akelig leeg. Plotseling voel ik me eenzaam. Hier zal ik de rest van mijn leven als Luminier blijven. Ik mis Layla, die nu bij de Tweede Orde zit. Wanneer zal ik haar weer kunnen zien?  Ik probeer mezelf weer op te peppen door te bedenken dat dit nog maar de eerste dag is. Nog genoeg tijd om me hier thuis te gaan voelen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 08, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Het Duistere LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu