15 • zondag 25 november 2012

909 50 60
                                    




"Hoezo, die investeerder heeft zich teruggetrokken?" De stem van Caleb klonk woedend.

Langzaam knipperde Gael met haar ogen. Even wist ze niet waar ze was. Heel haar lichaam deed pijn. Haar lippen waren gezwollen en voelden ruw aan.

Ze lag in een bed met verfrommelde witte lakens. De hele kamer was opgetrokken uit houten planken. Doorheen het grote raam kon Gael zien dat het opnieuw was begonnen te sneeuwen.

Kreunend bracht Gael een hand naar haar hoofd. Elk lichaamsdeel voelde stijf aan, alsof iemand haar had gedwongen om een hele dag in de fitness door te brengen met een zotte persoonlijke trainer.

Gael rolde zich voorzichtig naar de kant van het bed. De lakens waren warm en stukken herinneringen van gisteren begonnen terug te komen.

Caleb. Calebs handen die haar lichaam claimde als het zijne. Nadat hij haar had losgelaten in die ochtend, hadden ze samen gegeten, voordat Caleb haar als een moordzuchtig roofdier de trap op had gesleept.

Voordat Gael de tijd had om na te denken over de consequenties, hoorde ze opnieuw de stem van Caleb.

"Oké, oké! Verdomme! Ja, ik vertrek onmiddellijk hier, Sean. Waag het niet om iemand anders te bellen, godverdomme!"

Gael hoorde hoe hij het toestel doorheen de keuken gooide, voordat ze voetstappen hoorde op de krakende trap.

"Liefje."

Gael wikkelde het laken rond haar lichaam en ging langzaam overeind zitten. Met één hand ging ze doorheen haar haren, terwijl ze naar Caleb keek, die in de deuropening stond.

Hij was al gekleed in een versleten jeansbroek, een donkergroene wollen trui en stevige schoenen. De blik in zijn ogen was zacht - iets dat Gael niet gewend was om bij hem te zien.

"Moreno," zei Gael, wiens stem raspend klonk. Haar keel voelde aan als schuurpapier en Gael herinnerde zich hoe Calebs handen rond haar keel hadden gedrukt en hij haar had aangekeken met pure haat in zijn ogen.

Caleb leunde met één schouder tegen de deuropening en zijn lippen krulden zich in een grijns.

"Ik wilde dat ik kon blijven om je echt goed wakker te maken, maar er is iets voorgevallen aan de Westkust." De grijns verdween en maakte plaats voor een diepe frons tussen zijn wenkbrauwen.

"Er is iets misgegaan met de overname van een garage. Ik moet meteen vertrekken."

Gaels vingers klauwden zich vast aan de lakens. "Oké," zei ze, haar stem nog rasperiger dan tevoren. Gael probeerde te slikken.

"Ik ..." begon Caleb, maar Gael schudde haar hoofd.

"Nee, Caleb, ga. Ze hebben je nodig aan de Westkust," zei Gael, die toekeek hoe Caleb naast haar neerplofte en haar in zijn armen trok.

"Ik kom terug, liefje. Dit keer laat ik je nooit meer gaan."

Gael probeerde te glimlachen, maar ze wist dat het niet overtuigend was. In plaats daarvan kuste ze Caleb, zachtjes.

Onmiddellijk waren Calebs lippen sterker. Zijn hand gleed naar haar nek en zijn duim streelde haar bovenste ruggenwervels. Gael rilde en vormde instinctief haar lichaam naar het zijne.

Met zijn tong duwde hij ongeduldig haar lippen nodig. Gael probeerde zich te verzetten, maar ze was als was in zijn armen.

Pas toen Caleb zich terugtrok, kon Gael haar ogen open doen. "Ik moet vertrekken. Ik kom terug."

Met die woorden verliet Caleb de slaapkamer. Gael hoorde hoe hij een koffer oppakte, de trap afliep en de deur in het slot gooide. Even later sloeg de motor van de Range Rover aan en hoorde ze hoe Caleb wegreed.

De Verbintenis | ✔️ (DE OVERGAVE #2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu