Just a book.

104 1 7
                                    

Het was ochtend, de zon kwam langzaam op. Toen ik mijn ogen opende, scheen de oranje-gele zon al. Ik knipperde, de zon brandde in mijn ogen. Ik werd wakker op een best comfortabel stro bed, met een gebreide deken over me heen. Ik hoorde gestommel en een hoog, zuiver gezang.

'Kom je, kom je, kom je naar de boom?'

Zong de stem. Ik rilde. Het enige wat ik aan had was een dunne nacht japon en wollen sokken. De houten deur ging open, piepend, en mijn oma kwam binnen.

'Goedemorgen!' Haar vriendelijke gezicht stond vrolijk, en een grijze pluk haar viel over haar gezicht.

'Lekker geslapen?' 'Uh, ja.' Mijn stem sloeg over. Ze gaf me een houten, grijs dienblad aan, en zette het op een klein, wit tafeltje naast het bed. Ze aaide me een keer over mijn hoofd en neuriënd liep ze de kamer uit, en haar grijze haar zwiepte mee toen ze de deur uitliep. Op het dienblad lag een groot, bruin stuk koek met een laag boter erop en daar op een laag honing. Ik nam een hap, en de zoete honing smolt op mijn tong. Een zachte 'Mmm' ontglipte mijn mond en zodra ik het stuk koek op had nam ik een slok uit een geel geverfde mok met een zoet ruikend, dampend bruin goedje er in. Volgens mij noemde sommige mensen het 'chocolademelk'. Het brandde lichtjes aan mijn lippen, maar toen het eenmaal mijn keel bereikte, warmde mijn hele lichaam op. Ik gooide de deken van mijn benen af en stapte uit bed. Het was nog kouder dan eerst, en ik rilde nog een keer. Op een klein stoeltje lag een stapel kleding. Een zwart-wit gestreepte trui, een bruine, strakke broek en een rugzak. Een rugzak? Waarom? Ik tilde hem op en merkte dat hij best zwaar was. Ik liet hem vallen onder de stoel en met een lichte 'plof' kwam hij neer. Ik trok de nacht japon uit en waste me bij het kleine wasbakje in de hoek van de kamer. In het kleine, stoffige spiegeltje boven de wasbak zag ik een hoofd met twee grote, blauwe ogen en blond sprietig haar. Op haar wang zat een litteken en haar kaaklijn is duidelijk te zien. Dat meisje, dat ben ik. Ik gooi met mijn handen een plas water in mijn gezicht en onderbreek mijn eigen gedachten. Waarom zou er een rugzak liggen? En waarom was hij zo zwaar? Ik heb net m'n broek aangetrokken , als ik een lage stem hoor roepen:

'Doe open!' Een hard geklop op de deur laat me verstijven en zonder sokken ren ik over de koude vloer naar de huiskamer. Mijn oma heeft het al gehoord en maakt de deur open. Een grote, in het zwart geklede man met een woeste uitdrukking lacht.

'Hallo mevroutje, ik kom de belasting halen!' Mijn oma graait in haar diepe zakken en haalt er driehonderd euro uit. Driehonderd!

'Tja..' De man zucht. 'Het is weer minder hè, mevrouwtje?' Hij legt een vervelende nadruk op het 'mevrouwtje' waar door mijn oma een pas achter uit stapt.

'Het spijt me' stottert ze 'ik heb gewoon niet meer binnen gehaald!' Haar wangen worden langzaam rood en ze speelt zenuwachtig met haar haar.

'Dan zullen we maatregelen moeten nemen hè?' Hij haalt een grote envelop uit zijn zaken tas en geeft hem aan mijn oma.

'Hier staat álles in.' Zegt hij met consumptie, zo hard dat ik het kan zien vliegen, en loopt weg. Met de envelop in haar handen doet ze trillend de deur dicht en gaat zitten op het kleine bankje. Ik sta nog steeds bevroren in de deuropening en bekijk hoe Oma de envelop trillend open maakt. De brief is geschreven op een geel-wit blad en de inkt is een beetje uitgeveegt. Haar ogen glijden langzaam over het blad en ze fronst soms. Ik probeer mee te lezen, maar ik sta te ver weg. Ik let maar weer op mijn oma waarvan haar mondhoeken aan het eind van de brief naar beneden buigen. Ze stopt de brief weer terug in de envelop en haar ogen beginnen te tranen. Na een tijdje merkt ze me pas op en langzaam komt ze naar me toe. Zachtjes pakt ze mijn bovenarm en neemt me weer mee de kamer in. Zachtjes, bijna onverstaanbaar fluistert ze:

'Noorderhoofdstraat 38.' Ik kijk haar verbaasd aan.

'Daar moet je heen.' Ze geeft me een kus op m'n voorhoofd en loopt weg. Ze gooit de deur achter haar dicht en haar voetstappen verdwijnen in de woonkamer. Nog steeds bevroren van verbazing keek ik naar de envelop. Noorderhoofdstraat? Wat is dat? En waarom moet ik daar heen? Ik zocht naar houvast, dus ik greep de leuning van de kleine houten stoel die naast me stond. Alles wat er net gebeurd was werd veel te veel om te verwerken. Ik hoorde een hard gebonk en een krakend geluid. Oma kwam de kamer in gerend en duwde met envelop en al in een kleine kleding kast.

Just a book.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu