Hoofdstuk 3: Hevig vuur

263 23 14
                                    

Macy Pov:

Ik schrok wakker toen ik een hels lawaai hoorde. Ik merkte dat ik in slaap was gevallen op Nick's schouder. Ik wreef de slaap uit mijn ogen. Het lawaai was er nogsteeds. Het leek wel een beetje op de sirene's van brandweerwagens. Ik hoop maar dat er niets te erg gebeurt was in de buurt van ons huis.

"Nick, Nicholas?!" zei ik stilletes terwijl ik hem voorzichtig duwde om hem wakker te maken. Hij deed zijn ogen langzaam open en geeuwde. Ik onderdrukte zelf ook een geeuw. "Hoor je dat?" vroeg ik door het lawaai heen. Ik vroeg me af of hij me eigenlijk wel kon verstaan het lawaai was echt heel erg luid en dichtbij. Ik had een naar gevoel in mijn buik. Alsof er iets heel ergs aan de gang was. Ik hoopte dat ik mezelf iets aan het wijs maken was. Stel je voor dat er iets was met mijn familie? Nee, dat kon niet. Dat mocht niet.

"Het lijkt wel van onze straat te komen. Kom we gaan kijken." Nick deed een poging om recht te komen maar ik hield hem tegen. "Nick, ik ben bang. Straks is er iets met mijn familie" zei ik en ik keek naar de grond. Ik kon er niets aan doen ik voelde gewoon dat er iets mis was.

"Kom, je hoeft niet bang te zijn. Er is vast iets stom aan de hand, niets serieus." zei Nick kalmerend maar hoorde ik ook bij hem een beetje angst in zijn stem. Alsof hij hetzelfde gevoel had als ik. "Kom" zei Nick die rechtstond en zijn hand naar me uitstak. Ik nam hem aan. Ik voelde me ineens een stuk minder bang. Maar toch bleef het gevoel erg aanwezig.

We deden onze jas aan en schoenen en gingen samen hand in hand naar buiten. Ik wist niet wat ik moest verwachten dus verwachtte ik maar het ergste. Maar wat we daar aantroffen was veel erger dan in mijn ergste verwachtingen. Ons huis, mijn huis, was omsingeld door brandweermannen, enkele ambulanciers en buurtbewoners. Vele brandweermannen waren aan het blussen en andere overlegden over wat ze konden doen om het vuur onder controle te krijgen. . Maar wat nog het meeste mijn aandacht trok waren de hevige vuren die branden en mijn huis veranderde in een hoopje as. Ik had nog nooit zo'n hevige brand gezien, op tv misschien maar niet in het echt. Het was best fasinerend maar dan op de slechtste en gevaarlijkste manier mogenlijk Mijn gedachten gingen vluchtig naar al mijn dierbare spullen maar met een schok besefte ik dat mijn ouders daar ook waren. Ze zaten opgesloten in een huis dat heviger brandde dan de bossen in Australië.

"MAM!! PAP!!" schreeuwde ik terwijl tranen in mijn ogen stonden. Misschien waren ze al uit de brand gehaald. Maar dan zouden er waarschijnlijk geen twee ziekenwagens meer staan.

Mijn hart stond even stil. Hoelang waren ze al in de brand. Misschien waren ze al wel- Nee daar mocht ik niet aan denken! Alles kwam goed! Daar was ik zeker van. Nee, ik was van niets zeker. Enkel dat de kans bestond dat mijn ouders waren omgekomen.

Ik keek nogmaals rond op zoek naar die twee gezichten die me altijd een rustgevend gevoel bezorgden. Maar in plaats van mijn ouders te zien zag ik twee andere bekende gezichten die mijn en Nick's kant opkwamen. De ouders van Nick.

Wat deden zij hier, ze waren toch weg? Dat had Nick tegen me gezegt. Wat deden ze dan hier. Mischien waren ze opgebeld door iemand. Nee, dan zouden er familieleden moeten zijn en die waren er niet want zij zouden meteen naar me zijn toegekomen.

"Hallo Macy, Nick. Ik vind het zo erg. Ik hoop dat ze snel naar binnen kunnen voor je ouders Macy" zei John - Nick's vader. Juilliana - Nick's moeder - zei niets maar gaf me een stevige knuffel en daarna omhelsde ze ook haar zoon. Ze had tranen in haar ogen. En beiden hadden ze een emotie op hun gezicht die ik niet echt begreep. Alsof ze zich schuldig voelde voor iets. 

Iets later kwam er een brandweerman naar ons toe. Hij droeg net zoals in de films echt een brandweermanpak. Het zag er oud en versleten uit alsof het al meer dan honderd branden had moeten doorstaan, wat misschien ook echt het geval was. Hij zag er iets netter uit dan de andere brandweermannen en ook zijn pak straalde meer gezag uit. Daardoor nam ik aan dat hij het hoofd van de brandweermannen was. Ik hoopte maar dat hij me kon verlossen uit mijn angst. Dat hij me zou kunnen vertellen dat het allemaal wel goed kwam. Maar ik vreesde ervoor. Want zijn gezicht zag er niet echt gelukkig uit.

LOVESTORY: Fell In love with my best friendWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu