(3)

13 0 0
                                    

Ik loop door mijn oude huis waar nu alleen mijn vader nog woont, met zo nu en dan een slet. Ik stalk hem, overal waar hij gaat. Al een maand lang laat ik hem door kleine dingen weten dat ik er ben. Dingen die verplaatsen, geluiden. Maat hij snapt het nogsteeds niet. Hij zit zo rustig op zijn oude schommelstoel, nietsvermoedend en vrolijk. Hij zit een beetje op zijn telefoon. Ik kijk hoofdschuddend toe hoe hij soms zijn wenkbrauwen fronst voor onnodige dingen. Ik loop langzaam naar hem toe en bekijk hem met velle ogen. Ik sta nu achter zijn schommelstoel. Ik pak de houten rand beet en trek het met een vaart naar achteren waardoor de stoel omvalt. Dit verdiende hij, angst. Angstig kijkt hij om zich heen opzoek naar hetgeen wat hem van zijn stoel af trok, maar hij kijkt dwars door me heen. Ik lach. Een harde kille lach, die niemand hoort. Ik loop naar de keuken en kijk rond, de plek waar ik vermoord ben en er is niks verranderd. Het lijkt een normale keuken. Ik gooi de vaas van de keukentafel af tegen de muur. Ik pak nog een glas en steek me zelf ermee, ik maak meerdere scherven met bloed en gooi het dan tegen de muur aan, dat bloed maakt hem bang, dat weet ik. Hii rent de keuken binnen en kijkt rond, het valt hem nu pas op, de glazen. Hij loopt erop af en hij staat stil als hij het bloed ziet. Hij trilt lichtelijk en raapt de glazen op, hij staat angst uit. Pure angst. Ik wil hem vermoorden, ik wil zijn keel openreten en hem aan stukken snijden maar het kan niet,  nu nog niet. Ik moet geduld hebben, nog heel eventjes en dan kan het. Morgen. Het staat vast. Ik doe het morgen. Hij heeft een maand lang tekenen gekregen. Nu, vanavond moet hij eens goed bang worden. Het is al 4 uur... Bijna en het is voorbij, nog 24 uur. Ik loop de trap op richting zijn kamer. Ik pak een mes uit mijn messenschede en schrijf met het bebloede mes op de muur: K. K, mijn eerste letter. Het bloed druipt naar beneden, ik staar er verwonderd naar.

~•~

Avond. 10 uur. Hij komt naar boven. Ik haar de voetstappen. Hij stapt zijn kamer in, zijn grote mooie kamer. Hij rekt zichzelf uit en nu pas ziet hij de muur. Hij slaakt een raar geluidje van angst en zet dan een stap naar achteren. Hij bekijkt de letter zorgvuldig. De angst in zijn ogen is makkelijk te zien. Hij trilt, zweet en de tranen beginnen te komen. Hij slaat ze verwoedt weg en zet zijn pokerface op.

'Ik word gek.' mompelt hij in zichzelf. Nee hoor, je wordt niet gek. Alles komt goed. Ik gooit een vaas achter hem om waardoor hij schreeuwt van angst. Hij draait zich om en kijk geschrokken naar de vaas.

'Ik wordt gek. Ik moet slapen. Slapen. Dat maakt alles beter.' zegt hij bang en stapt met zijn kleren nog aan zijn bed in. Hij staart naar de muur en ik besluit dat hij mag slapen voor de laatste keer in zijn leven.

~•~

Lachend sta ik in de bekende keuken. Het is tijd. Tijd voor hem om te sterven. Ik zie hem al aan komen lopen, bang. Ik wil meteen beginnen. Ik ga recht voor hem staan en maak me zichtbaar. Ik ben doorzichtig, ik hem een zwarte jurk aan met mijn bruine haren voor mijn gezicht hangen. Ik maak mezelf zichtbaar. Een kreet verlaat zijn mond en ik maak mezelf weer onzichtbaar. Ik grijp hem vast en duw hem in een stoel.

'ALS JE DURFT OP TE STAAN DAN...' bulder ik door het huis. Mijn stem klinkt anders, het enige wat je hoort is haat. Hij trilt van angst als ik hem vastbind met touw.

'Waarom pap? Waarom?' vraag ik zacht.

'Katherine? Ben jij dat?' vraagg mijn vader. Ik maak mezelf zichtbaar als ik naar hem toeloop.

'Natuurlijk ben ik dat.' zeg ik en pak mijn zweep. Ik loop langzaam rondjes om zijn stoel heen.

'W-wat doe je liefje?' zegt die man met een trillende stem.

'NOEM ME NIET ZO!' schreeuw ik en hij krimpt ineen van angst. Ik geef hem meerdere klappen met de zweep en hij gilt het uit. Ik blijf hem slaan, rode striemen zitten over zijn hele lijf. Ik scheur zij kleding uit tot hij alleen nog maar in zijn onderbroek staat en ik begin weer te slaan. Ik lach. Ik lach als ik hem zie leiden. Het geeft me een gevo van macht, een onbekend gevoel. Ik blijf slaan en slaan. Ik zie de tranen over zijn wangen glijden. Na een tijdje stop ik, hij heeft pijn. Zoveel pijn. Ik pak mijn mes en ga met de botte kant langs zijn wang. Hij trilt helemaal en kan bijna niet meer praten van de pijn. Zijn borstkas gaat onregelmatig en snel op en neer. Ik ga met mijn mes naar zijn been. Ik zet mijn mes horinzontaal met de scherpe kan naar beneden op zijn been, net alsof ik vlees ga snijden. Ik duw het erin en snij in èèn keer zijn vel eraf. Hij heeft een heel stuk open vlees en hij schreeuwt het uit van de pijn. Hij blijft maar schreeuwen. Ik blijf maar lachen. Ik til hem uit de stoel richting de muur. Hib stribbelt niet meer tegen, dat kan hij niet meer. Ik duw hem met een smak tegen de koude muur aan.

'Staan blijven.' beveel ik hem en met trillende benen staat hij oo de grond. Bloedt druipt uit zijn wond naar beneden. Er ligt een heel plasje donkerrood bloed. Ik pak een doosje spijkers en een hamer. Ik zet een spijker op zijn pols.

'Alsjeblieft.' smeekt mijn verachtelijke vader. Ik sla hard op de spijker waardoor er een stuk vel weg is. Bloed gutst eruit en amweer klinkt er een harde gil. Ik sla weer, en weer, en weer. Tot het erin zit, in de muur. Zijn pols zit vast. Een tweede spijker volgt. Meer bloed, meer pijn. Hetzelfde gebeurt met zijn andere pols, en zijn twee enkels.

'Eens kijken hoelang je hier uithoudt.' zeg ik met een lach en loop de deur uit.

~Brenda

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 13, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Ghost LifeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu