wolf

7 0 0
                                        

Ze ligt op een hoog bed, naast haar ligt beste vriendin Karen ook op een hoog bed. Ze kan aan het kraken van de traptreden horen dat het haar broer is die naar boven komt. Angst en opwinding vechten om een eerste plaats in haar hoofd. Ze is bang van hem omdat hij haar soms onder het dekbed duwt tot ze geen lucht krijgt en haar ogen uitpuilen. Maar hij is ook de enige die haar überhaupt aandacht geeft en soms met haar speelt. Ze hoort een lepeltje in een koffiemok rinkelen. Ze ruikt dat het chocolademelk is. Zelfgemaakt met chocolade poeder en koude melk. Het kraken van de treden gaat onverstoorbaar verder. Het valt haar opeens op dat de deur bij de trap eigenlijk de deur van de huiskamer is. Donkerbruin met een kitscherige koperen klink en bruin glas in kleine vierkanten. Nog voordat haar broer de hoek om komt weet ze dat er iets niet goed is. Haar hart klopt snel en onregelmatig en ze durft amper adem te halen. Als eerste ziet ze de hoge koffiemok met de paarse lelies. Ze wist al dat het die zou zijn, maar niet waarom. Ze kijkt langs zijn wijnrode trui omhoog tot ze bij zijn met grijze vacht omzoomde gezicht komt. Het haar rond zijn spitse snuit piekerig van slijm en bloed. De gepuntte tong strijkt zachtjes langs zijn onderlip. Ze begint achteruit te kruipen. Terwijl hij langzaam naar haar toe loopt en haar zachte voetje onder het dekbed uithaalt en haar been naar zich toe trekt roept ze opeens "Nee, nee. Niet ik, eet Karen zij is vast veel lekkerder". Ze schaamt zich meteen. Maar het was het eerste wat haar achtjarige hoofd kon bedenken. Haar broer, het wolfding lacht alleen maar. Het is wel zijn stem, maar vervormd. Hij brengt haar voet naar zijn mond. Ze begint te huilen, eerst zachtjes met ingehouden adem. Terwijl zijn kaken steeds strakker om haar voetje klemmen, begint ze harder te huilen. De scherpe hoektanden dringen langzaam in haar vlees, het kraakbeen van haar teentjes verbrijzelt met een zacht misselijkmakende geluid. Ze voelt het bot bovenop haar voet langzaam breken. Met een lange gil  schrikt ze wakker. Haar haren zitten vastgeplakt op haar voorhoofd, haar gezicht nat van het zweet en tranen. Ze hoort de voetstappen van haar broer op de trap. Ze slaat de deken terug en ruikt meteen de bekende ammoniakgeur van plas. Ze kruipt naar het voeteneind van het bed. " Als hij maar niet weer boos wordt" denkt ze.

Als ik over de rand kijkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu