Hoofdstuk 4

5 5 2
                                    

Ik weet niet wat het is, maar iets in mij laat mij naar hem kijken. Hij steekt zijn hand op en ik doe hetzelfde. Hij glimlacht en ik glimlach terug. Hij steekt één vinger in de lucht als teken dat ik moet wachten. Natuurlijk wil ik wachten hij lijkt me aardig en ook al heb ik mij al compleet voor schut gezet; wat kan mij gebeuren? Ik moet toch binnen blijven. Ik loop naar mijn raam en ga in de vensterbank zitten en wacht tot hij terugkomt. Ondertussen kijk ik naar de posters op zijn muur. Ik zie dat het helemaal geen posters zijn maar ingelijste platen! Zo cool! Ik herken David Bowie, The Beatles en Elvis Presley. Verder kan ik het niet goed zien, want de afstand is helaas te groot.

Dan komt de jongen zijn kamer weer ingerend. Hij glimlacht als hij ziet dat ik er nog ben. Hij heeft papier en een stift in zijn handen. Hij schrijft wat op het papier en ondertussen valt er een lok haar voor zijn gezicht. Hij gooit zijn haar naar achter met zijn hand en drukt het papier tegen het raam.

Ben je oké?

Staat er in een typisch jongenshandschrift met koeienletters opgeschreven. Ik glimlach en knik. Dan buigt hij zich voorover en begint weer druk met schrijven. Ook nu valt weer dezelfde lok haar voor zijn gezicht.

Weet je het zeker?

Ik knik en steek een duim omhoog ter bevestiging. Hij steekt ook een duim omhoog als teken dat hij blij is dat ik oké ben, denk ik dan. Dan buigt hij weer voorover. Ik glimlach ik vind deze jongen wel leuk. Niet dat ik veel jongens ken, maar hij is aardig en hij vraagt of ik oké ben terwijl ik hem helemaal niet ken. De jongen is veel langer aan het schrijven dan net en ik raak nieuwsgierig.

Ik zag dat je opgehaald werd en ik maakte me zorgen.

Dit keer heeft hij het over twee blaadjes verdeeld en onbewust kruipt er een hele grote lach op mijn gezicht. Deze jongen was bezorgd en hij kent mij niet eens. Dan loopt hij opeens naar achter en schreeuwt wat naar iemand. Na zo'n tien seconden komt hij weer naar het raam. Hij wijst met zijn vinger naar zichzelf, maakt een gebaar dat hij aan het eten is en dan naar beneden. Ik maak eruit op dat hij moet eten beneden. Ik knik en hij knikt ook. Dan zwaaien we als afscheid en verdwijnt hij.

Ik heb geen idee wat mij net overkomen is. Ik had contact met een écht levend persoon. Ik bedoel: geen internetvrienden, maar ik keek iemand recht aan. Nou ja, er zaten twee ramen tussen en een stuk grond, maar hé! Ik keek hem echt aan en hij mij. Hij zei dat hij zich zorgen maakte. Zo droom ik weg terwijl ik op de vensterbank zit.

~

Wanneer het tien uur is, is mijn moeder nog steeds niet thuis. Ze had zo'n vier uur geleden al thuis moeten zijn, maar dit is niks nieuws. Negen van de tien keer belt ze rond half elf dat ze op haar werk, bij een collega of bij een vriendin slaapt. Ik weet wel beter ze slaapt bij haar nieuwe vriend. Ik weet nog steeds niet waarom ze mij niet gewoon verteld dat ze een nieuwe vriend heeft. Is het omdat ze haar vriend niet aan mij wil voorstellen omdat ze zich voor mij schaamt of omdat ze bang is dat ze mij kwetst. Het maakt mij eigenlijk ook niet zo heel veel uit, want eerlijk gezegd hoef ik hier niet een vreemde man in huis te hebben.

Ik pak mijn mobiel en plug mijn oortjes erin. Op de vensterbank bij het raam leg ik een aantal kussens zodat ik daar lekker kan zitten. Vervolgens zoek ik het album met alle liedjes van Grease op en zing alle liedjes keihard mee. Grease is één van mijn favoriete films. Ook één van de films die ik al tientallen keren heb gekeken en waarbij ik alle liedjes kan meezingen. Love it. Wanneer het liedje You're the one that I want opkomt ga ik echt helemaal los. Wanneer ik naar links kijk stop ik abrupt met zingen en worden mijn wangen knalrood. Daar staat hij en ik weet niet hoe lang hij daar al staat. Ik schaam me kapot en ik weet niet waar ik kijken moet. Als ik weer naar hem kijk heeft hij een papiertje tegen het raam aangedrukt.

Schaam je niet. Ik vond het wel schattig

Door die tekst schaam ik me alleen maar meer en ik schud dan ook mijn hoofd. Waarop hij juist knikt. Ons moment wordt onderbroken door mijn telefoon die gaat. Ik laat mijn telefoon aan hem zien als teken dat ik op moet nemen. Hij steekt zijn duim op en ik draai mijn rug naar het raam toe.

Het is ook geen verassing dat mijn moeder belde om te vertellen dat ze dit keer bij een collega bleef slapen. Nu ik toch alleen ben en blijf sluit ik mijn mobiel aan op de stereoinstallatie in mijn huis. Ik zet een aantal snelle liedjes op en begin mee te zingen. Terwijl ik door het huis ren.

Dit is stiekem wat ik het allerliefste doe wanneer ik alleen thuis ben.











You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Aug 19, 2017 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

I don't know summerWhere stories live. Discover now