Hoofdstuk 1: Sherlock Holmes
"Komaan, Hope, we moeten verder gaan werken. Sherlock wacht op me." Molly Hooper, mijn enige vriendin, stond op van ons kantine tafeltje en keek me doordringend aan met haar bruine ogen.
"Hij wacht op jou, niet op mij. Je zei het zelf." Antwoordde ik geïrriteerd, mijn rode haren lagen er wild bij en mijn bruine ogen vielen bijna dicht van vermoeidheid. Molly zuchtte, pakte mijn hand vast en trok me met een ruk recht, terwijl ze me door de gangen van het ziekenhuis sleurde. Lichtjes stapte ik mee, meer energie kreeg ik niet uit mijn vermoeide lichaam.
"Hoe komt het dat je zo moe bent?" Vroeg ze met een zucht, terwijl we beide onze lab jas aandeden. Even bleef ze met haar rug naar me toe staan, dus besloot ik even te leunen tegen mijn locker.
"Nachtmerrie." Antwoordde ik eerlijk, ze weet dat er niets nieuws aan is.
"Heb je die anti-depressiva genomen? Het is belangrijk, Hope, je hebt je slaap hard nodig." Zei ze terwijl ze zich omdraaide, ik zocht vermoeid naar een verschil en merkte de roze lippenstift op die ze nu aanhad.
Op haar antwoord rolde ik met mijn ogen.
"Molly, luister, ik kan ze niet betalen. Ik verdien hier al een minimale loon en ik betaal al heel het huis, aangezien Harry niets ervoor doet en al haar geld verspild aan alcohol. Ik kan het gewoon niet betalen." Legde ik uit terwijl ik richting het mortuarium slofte, mijn schoenen sleepten bijna praktisch en toen ik een raam tegen kwam stopte ik en bekeek ik mijn weerspiegeling.
Mijn vlammend haar had zijn kleur verloren en hing in een slappe staart, ik had wallen onder mijn bruine ogen en mijn mondhoeken waren recht, ik deed nog geen moeite om te glimlachen.
"Weet je, als ik nu is die pillen voor je koop, dan ga je er fysiek veel beter uitzien." Molly haar stem klonk naast me, en ook haar weerspiegeling was nu te zien. Ze zag er veel beter verzorgd uit en energie droop van haar af, in tegenstelling tot bij mij.
"Nee, Mols, dat kan ik je niet laten doen. Jij hebt je geld evenzeer nodig zoals mij. En zo erg is het niet." Gaf ik toe, terwijl we onze bestemming inliepen.
"Jawel, dat is h-" Molly stopte abrupt toen ze zag dat niet alleen Sherlock, maar ook Mike Stamford en een andere man binnen waren waar van ik zijn gezicht niet zag.
"Mr Holmes, wat ben je aan het bekijken?" Vroeg ik nieuwsgierig, wetend dat het geen zin had om het te vragen.
"Niets bijzonders, Watson." De andere man keek op terwijl ik langs Sherlock ging staan.
"Huh?" Vroeg hij, eindelijk keek ik op en zag ik mijn oudere broer, John Watson, staan. Hij hield een wandelstok vast en keek me verast aan.
"John?" Zei ik, mijn ogen vlogen open en het was alsof ik helemaal geen slaaptekort had, en ik zag ook John me verbaast aankijken voordat hij naar me toesnelde en me knuffelde.
"Hope? Wat doe je hier? Moet je niet naar school?" Vroeg hij met een glimlach, ik sloeg ook mijn armen om hem heen, en ik zette een kleine glimlach op, meer kon ik niet doen.
"Nee, ik ga niet naar school. Ik studeer op mijzelf." Antwoordde ik terwijl ik Molly een blik schoot. Ik liet hem los en keek even naar zijn schouder.
"Ik zei toch dat het geen slim idee was om naar Afghanistan te gaan, broer, ik wist niet of je terug ging komen." Zei ik alsof we allebei alleen in de kamer waren, hij keek even naar de grond.
"Maar goed, laten we dat nu niet bespreken." Zei hij rap, ik denk dat hij het verdriet in mijn ogen even zag maar ik liep terug naar Molly.
"Ik weet een appartement dat perfect betaalbaar is voor ons twee." Zei Mr Holmes opeens, terwijl hij zich richtte op John en mij ook rap een blik schoot.
"Appartement? Heb je iets gezegd?" Vroeg John verbaasd, terwijl hij ook even naar mij keek.
"Geen woord." Antwoordde Mike Stamford.
"Hoe kun je dan weten dat ik naar een kamergenoot opzoek ben?" Vroeg John terwijl hij naar me toe liep en me even aankeek, mijn ogen waren weer aan het toevallen en het was hem blijkbaar nu pas opgevallen hoe ik er uit zag, helemaal verwaarloosd.
"Wel, Ik had deze morgen tegen Mike gezegd dat ik een kamergenoot nodig had, en nu staat hij hier met jouw, en je heb duidelijk tekens van alleen zijn." Concludeerde hij zonder op te kijken van de microscoop.
"Dus we kennen elkaar pas en we gaan al kijken naar een appartement te samen. Ik ken je nauwelijks!" Verklaarde John, terwijl Mr Holmes opstond en en zijn jas aandeed.
"Ik kan zien dat je een leger arts bent, die net is teruggekeerd van Afghanistan. Je hebt geen goede relatie met je broer, waarschijnlijk door een alcoholverslaving, en je bent blij om je zusje terug te zien. Ook zij lijkt een geheim mee te dragen dat niemand mag weten, dat ik heb gededuceerd, dus dat maakt niet meer uit, en ze heeft school verlaten en doet thuis studies. Ze heeft slaapproblemen, dat verbonden is met haar geheim, maar heeft niet genoeg geld voor medicijnen. Ze woont bij haar broer maar onderhoud het huis alleen en betaalt ervoor met het geld dat ze van het mortuarium krijgt, terwijl haar broer al het geld uitgeeft aan alcohol. Ik denk dat dat genoeg is om mee door te kunnen." Verbaasd gaapte we hem aan, terwijl hij de deur opendeed.
"Oh en, de naam is Sherlock Holmes en het adres is 221b Bakerstreet." Hij knipoogde naar me voordat hij de kamer verliet. Wat hij over me zei was alsof een mes door mijn hart stak en ik wou weggaan, maar John hield me tegen.
"Kom anders bij mij wonen, ik weet dat het moeilijk is om bij Harry te wonen, maar ik had niet verwacht dat het zo moeilijk was." Zei hij terwijl hij zijn grip op mijn arm losser maakte. Ik voelde hoe mijn arm weer begon te bloeden, en hoe het al op de witte lab jas kwam. John merkte het natuurlijk niet op, maar Molly wel, maar ze durfde niets te doen. Ik knikte terwijl ik even op mijn tanden bijtte en glimlachte zwakjes.
"Komaan dan, we zullen eerst langs jou huis langs gaan en dan naar mijn appartement." Zei hij, ik knikte en deed mijn lab jas uit terwijl ik die naar Molly gooide. Ze ving hem, liep naar me toe en knuffelde me even.
"Ga je het hem zeggen?" Fluisterde ze in mijn oor.
Ik schudde mijn hoofd en liet haar los, terwijl ik met mijn grootte broer het lab mee uit liep.
Eenmaal in de taxi zaten we in een ongemakkelijke stilte langs elkaar.
"Je kan alles tegen me zeggen hé, dat weet je toch? Ik ben er voor je." Zei hij na een tijdje. Ik kneep mijn ogen dicht en schudde mijn hoofd.
"Er is niets, broer, Sherlock zal zich vergist hebben." Zei ik terwijl ik uit het raam keek. Een pijnlijke expressie toonde zich op mijn gezicht, en ik kon het niet verdragen om nu naar hem te kijken. Hij pakte mijn hand vast en zette een plukje haar terug achter mijn oor.
"Ik heb je gemist, Hope." Zei hij uiteindelijk, zijn stem klonk pijnlijk en hij keek me verdrietig aan.
"Ik jou ook." Zei ik voordat ik mijn hoofd op zijn schouder legde. Ik en John kwamen altijd heel goed overeen, en toen hij vertrok naar Afghanistan brak mijn hart. Het werd een hel om alleen met Harry te leven, haar drinken werd met de dag erger en ze schoof alle schuld op mij, en mishandelde me fysiek. Ze vind dat ik een aantal klappen verdien, en dat verdien ik ook. Ze lachte me uit toen ze sneden zag op mijn arm en zei dat ze veel blijer zou zijn als ik niet geboren was. Ze heeft gelijk, en dat weet ik. Ik ben het niet waard.
"Hope, met alle respect, maar je ziet er vreselijk uit." Zei hij terwijl we uitstapten en ik de sleutel uit mijn zak pakte.
"Als je met Harry woont merk je wel dat het leven er niet makkelijk is." Zei ik voordat ik teruggehouden het appartement in liep.
Eenmaal binnen was het een gigantische rommel, flessen lagen overal verspreid op de grond, papieren waren in het rond gegooid en op de zetel lag Harry, een fles in haar hand. Ze had duidelijk John nog niet gezien, want ze liep op me af en sloeg me in mijn gezicht. Ik pakte naar mijn kaak en ze begon boos tegen me te roepen.
"Je moest mijn eten klaarmaken, maar in plaats daarvan ga je zelf eten kopen en geld verspillen! Had ik niet gezegd dat je niet mocht eten?!" Haar stem galmde door ons huis en tranen sprongen in mijn ogen terwijl ik haar niet durfde aankijken.
"Het spijt me..." mompelde ik. Ze wou me nog een klap geven, maar John sprong tussen beiden en hield haar klap tegen.
"Hoe durf je zo tegen haar te spreken en haar te slaan?! Ze blijft onze zus, Harry, en in geen enkele wet staat dat je iemand mag slaan!" Schreeuwde hij, terwijl zijn gezicht rood werd van woede. Rap liep ik naar mijn kamer, pakte ik mijn rugzak terwijl ik mijn kleren er in stampte. Ik keek naar de 5 messen die ik in mijn hand hield en wond ze in wollen sokken die ik gevonden had terwijl ik het zakmes in mijn zak stopte. Een traan liep over mijn wang toen ik ze nog altijd hoorde schreeuwen.
"Ik ben in de fout, John, het is oké." Mompelde ik stil, allebei schoten hun blikken naar mij.
"Ik verdien het." Zei ik terwijl ik mijn gang naar de deur maakte en nog omkeek toen John me achter na liep.
Ik stopte een taxi en stapte in met mijn grote broer op mijn hielen.
"Hoe bedoel je dat het oké is? Dit is niet oké!" Zei hij, nog altijd boos. Diep ademend gaf hij het adres door aan de chauffeur, die ons even raar aankeek. Hij bekeek mijn kaak even voordat terwijl hij enorm zijn best moest doen om niet boos te worden.
"Doet ze dit vaker?" Vroeg hij rustig, terwijl hij zijn arm beschermend rond mijn schouder sloeg. Ik schrok bij het contact en angst was even te zien in mijn ogen.
"Ja dus. Je bent zelfs bang als ik je aanraak. Wat heeft ze met je gedaan?" Vroeg hij terwijl hij zijn arm terugpakte.
Ik zweeg en keek naar buiten, terwijl ik probeerde om mijn tranen tegen te houden.
Even later kwamen we aan bij zijn appartement, wees hij me mijn kamer aan en snelde ik naar de badkamer. Snikkend pakte ik het mes uit mijn zak, rolde ik mijn mouw op en liet ik het metaal mijn huid doorboren. Keer op keer op keer liet ik het erover snijden, nieuwe en oude littekens werden overlapt.
"Hope? Ben je oké?" Vroeg John toen ik een kwartier in de badkamer zat. Snel deed ik mijn mouw omlaag en veegde ik mijn tranen af.
"Mag ik binnenkomen?" Vroeg hij nu, ik deed nog geen moeite om iets te zeggen, bang dat de tranen weer naar boven zullen komen, en hij deed de deur open.
Hij liep direct naar me toe en knuffelde me stevig.
Ik weet niet hoelang we daar zaten, maar na een tijdje viel ik in slaap die ik nodig had.
JE LEEST
Watson | Sherlock |
FanficHope Watson. Ik werd vernoemd naar iets dat ik niet heb. Ik ben een ongeluk, mijn moeder stierf bij mijn geboorte en mijn vader pleegde zelfmoord uit verdriet. Mijn broer is naar Afghanistan en mijn zus is een alcoholverslaafde. Hoe kan iemand die d...