Hij ;
Ik liep , ik loop.
En voor mijn gevoel,
Staat de wereld stil.
Ik denk , ik dacht.
steeds aan haar.
Maar verder dan dat?
kwam ik niet.
Zij als mijn zon.
En nog steeds.
Zij een plaatje in mijn hoofd.
En elke dag nam ik de bus.
Maar helaas.
Lopen , hopend dat ik haar tegen kwam.
Tot die ene dag.
Ik liep , Ik dacht.
Tot ik haar zag,
Op het bankje in het park.
Ik liep op haar af.
Tot mijn hard ik stukjes lag.
Zij zo mooi.
Kreeg een ijsje.
Van een andere jongen.
En ik?
Ik liep weg.
JE LEEST
D O O F
Short StoryKort verhaal Hij ; waarom zit zij daar altijd, alles gaat langs haar. Als of zij de wereld niet hoort. Er gebeurd ook van alles, en toch heb ik alleen oog voor haar. Zij ; hij kijkt altijd naar me, als of ik gek ben. Maar er gebeurd van alles om he...