Hoofdstuk 8

26 2 0
                                    

Wat kan ik mezelf haten zeg.

Ik ben zo netjes,

altijd alles precies.

En als ik naar anderen kijk,

zie ik mezelf.

Ik was te netjes voor je?

Is het niet?

Ik was te snel en zag te veel,

voelde en wilde,

meer dan jou.

Je kon die onzekerheid niet aan,

dat piekeren,

over mij.

Je zag het niet meer,

ik had al teveel geleerd,

teveel begrepen.

Daarom verliet je me,

is het niet?

De manier hoe je het bracht,

ik zag het in.

Ik heb je mogen verlossen,

van het lijden onder mij.

Het ga je goed,

ik hou van je,

heel kort nog,

voor een week of wat.

Sterker dan OoitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu