'We moeten zo onderhand wel gaan jagen.' Alice draaide zich naar me om. 'Oké, maar wanneer dan? Het bos zit vol met rare wezens, en dan heb je ook nog de dorpinwoners.' 'Het kan vannacht wel.' 'Weet je het zeker, Jasper?' Hij knikte. 'Dat staat. Vannacht gaan we jagen.' 'Wat hebben ze hier eigenlijk voor dieren?' Ik telde af op mijn vingers. 'Herten, konijnen, hazen en een paar zwijnen. Er zijn ook nog andere dieren in het dorp, maar die kunnen we niet aanvallen.'
Timeskip
We stonden klaar bij de deur, en we hadden net het plan van vanavond besproken. We zouden uit de buurt van het dorp blijven, en alleen jagen op herten. We renden er snel vandoor naar een neer dichtbij, en we troffen veel herten aan. Veel meer dan we hoopten, of dat we nodig hadden. Krak. Ik draaide me om, en mijn zwarte ogen speurden de omgeving af. Jasper keek naar me, en ik haalde mijn schouders op. We slopen alledrie op een groep af, en sloegen toe. Een kort gevecht, veel springende en rennende herten, en bloed. We werden er heel dorstig van, en toen ik een aantal herten had gedood (ik dood ze liever zo snel mogelijk om hun lijdensweg te verkorten) deed ik me te goed aan de rode vloeistof die uit hun lichamen sijpelde. Krak. Ik keek op, met mijn gezicht en mond vol bloed, en zag nog net een grijs vest verdwijnen. Ik ging staan en veegde mijn gezicht af aan een stuk huid dat ik van een prooi had gehaald. Ze waren toch al dood. 'Wie is daar?' Alice keek op. Ik keek naar de plek waar ik het vest had gezien, en er bewoog iets in mijn linkerooghoek. Dit keer was Alice me voor. Ze liep naar Jasper, die voelde dat er iets aan de hand was ( dat heb je nou eenmaal met mensen die emoties kunnen beïnvloeden) en probeerde hem te kalmeren. Ik voelde dat er iets aankwam, en ging voor ze staan. Daar waren ze; Keelin rechts, Wilco links, en de vampier in het midden. Er was ook nog iemand anders: de sheriff. Er was alleen één klein probleempje; hij had zich blijkbaar gesneden in het bos, en de inhoud van zijn aderen druppelde er gestaag uit. We roken alledrie het bloed, maar we reageerden anders. Ik viel op mijn knieën en kneep mijn neus dicht. Jasper begon te hijgen, en probeerde tegelijkertijd zichzelf kalm te houden. Alice keek bezorgd naar me. 'Hou je met Jasper bezig, hij heeft je nodig. Ik bemoei me met hen.' Ze draaide zich weer naar de vampier naast haar die nu bijna aan het huilen was van frustratie en dorst. Vooral dorst. Ik liep baar de sheriff en pakte iets uit mijn zak. Vlad haalde me onderuit en pinde me op de grond. 'Wie ben je? Betere vraag nog, wát ben je?' Op dat moment konden de andere twee zich niet meer inhouden. Jasper dook op Vlad af en haal de hem van me af. Alice hielp me overeind, en we stonden tegenover de mensen. Ineens zakte Alice in elkaar. 'Soldaat! Kom hier!' Als hij zoveel dorst had, was dat de enige manier om bij hem binnen te komen. Behalve als je Alice heette Hij keek om, en sprintte naar ons toe. 'Wat zie je?' Alice trilde over haar hele lichaam toen ze antwoord gaf. 'V-volturi.' Ik had nog nooit zo'n doodsangst zien smeulen in de gouden irissen van de jongen toen hij wanhopig naar me opkeek en Alice kalmeerde. We dachten allebei hetzelfde: Hoe overleven we dit?
JE LEEST
Een Cullen in Schemermeer {OPEN VOOR ADOPTIE}
Vampiro{OPEN VOOR ADOPTIE} Mira Naomi Cita Cullen is op vraag van Carlisle naar Schemermeer verhuist. Zodra ze van de Nachtwacht hoorde, begon ze even wat onderzoek te doen. Ze zit er nu midden in, en heeft zo haar eigen problemen...