Hoofdstuk 29: Busrit #1

2.9K 242 18
                                    

A/n

Heey mensjes, ik ben dol op mijn nieuwe iPad toetsenbordje en typen gaat supersnel! Hierbij even een kort nieuw Enjoy!

xx Anniek

------------------------------

Thijs loopt weg. ,,Vergeet niet dat je nog steeds een zeemeermin bent. Je zal nooit een mens worden," zegt hij geruststellend, alsof hij mijn gedachten kan lezen. Ik weet niet of ik dat moet opvatten als een compliment of een belediging. Ik begrijp Thijs en hij begrijpt mij. Maar dat is toch iets typisch menselijks? Thijs verschijnt weer in de deuropening en gooit een handdoek naar me toe. ,,Droog je maar af. Zin om vanavond iets te gaan doen?" vraagt hij. Ik twijfel even. Ik ben dol op Thijs en het is hartstikke leuk om dingen met hem te doen, maar is dat niet vreemd als je al een vriendje hebt? Alhoewel, Raf zal het wel begrijpen, maar toch... ,,Oké," besluit ik. ,,Waar gaan we heen?" Hij glimlacht lief. ,,Misschien kunnen we de bus naar Hoek van Holland nemen. Je weet wel, even chillen bij het strand," zegt hij nuchter. Hij rommelt in zijn broekzak en haalt een OV-chipkaart tevoorschijn. ,,Hier, we nemen de bus van kwart voor zeven." Ik pak de kaart en bekijk hem in het licht van de kamerlamp. Het schittert in allerlei kleurtjes. ,,Wauw," zeg ik verbaasd. Ik bestudeerde kaart verder. Thijs grinnikt. ,,Wonderlijk dat je nog nooit met de bus gereisd hebt," zegt hij. ,,Zwemmen gaat veel sneller," is mijn weerwoord. En dat is absoluut waar. Als ik hier buiten in het water spring, ben ik binnen tien minuutjes bij het strand. ,,Je vergeet soms dat ik geen meerman ben, hè?" lacht hij. Ik knipoog. ,,Ga gewoon mee met de bus, dat is vast een leuke ervaring voor je," zegt hij overtuigend. ,,Oké dan, ik ga mee met de bus." Thijs doet de deur open. ,,Kom mee," zegt hij. Ik loop achter hem aan, door de gang naar de lift. Het is ontzettend gênant, maar ik kan niet traplopen. Ik kan het niet, het gaat me ook nooit lukken als zeemeermin zijnde. Op school heb ik een liftpas, want ik heb de conciërge wijsgemaakt dat ik zwakke enkels heb. Daarom vermijd ik hem liever wanneer ik vlotjes door de gangen loop op sleehakken. Ik heb meerdere redenen om de conciërge te vermijden, zeker na het incident met de vis die weer tot leven kwam. Zo'n achterdochtige vent, hij heeft het geheugen van een olifant en als je iets uithaalt ben je getekend voor je leven. Nou ja, tot je zesde leerjaar dan. Thijs en ik lopen naar buiten, richting het bushokje aan de weg. Ik frommel in mijn zak op zoek naar de OV-chipkaart en raak weer gefascineerd door de prachtige kleurtjes. Thijs grinnikt. ,,Zoals ik al zei, een mens ga je nooit worden. Hoe hard ik je ook train." Ik snap nog steeds niet of dat negatief of positief is. Misschien wel allebei. ,,Mijn hart ligt ook in de oceaan, maar ik weet niet of ik nu terugwil," verklaar ik. Hij knikt. ,,Druk met school en vrienden?" bedenkt hij. Ik knik. ,,Het landleven is veel moderner dan ik een jaar geleden dacht," moet ik toegeven. Hij grijnst. ,,Wat zeggen ze onderwater dan over ons?" vraagt hij nieuwsgierig. Ik lach geheimzinnig. ,,Domme mannen met teveel haar die geobsedeerd zijn door knappe dames," lach ik. ,,Er moeten ook niet zoveel knappe dames rondlopen hier," kaatst hij terug. Is dat een compliment voor mij? Want zo kijkt hij wel naar me. Mag dat wel, complimentjes maken over de vriendin van je beste vriend? Ik moet hier echt niet teveel over nadenken, dat verpest de vriendschap. Daar komt de met reclame beplakte bus aangereden. Hij is groot van dicht bij. Ik heb wel eens een bus gezien, maar ik durf er echt niet in. Thijs stapt de bus in. ,,Kom op, alvast oefenen voor de busrit van het schoolreisje," zegt hij om me moed in te praten. Dapper pak ik zijn hand beet en stap aan boord van de bus. Thijs pakt zijn kaart en houdt hem voor een scan-apparaat. Het ding piept en Thijs zoekt een plekje achterin. Ik doe hetzelfde, en gelukkig gaat het goed. Wanneer we door het gangpad lopen, trapt de buschauffeur op het gaspedaal. Ik schrik me rot. Thijs pakt een stang beet, maar nee hoor, ik glijd uit en val op de grond. Balans is niet echt mijn ding.

Voorzichtig loop ik naar de uitgang van de bus, ik klem me aan alle mogelijke stangen vast zodat ik niet weer val. Ik laat mijn kaart weer scannen en stap uit. De frisse zeelucht masseert mijn neus en ik geniet met volle teugen van de schuimende golven in de verte. Thijs en ik lopen door de duinen en bereiken het strand. Ik schop mijn slippers uit en laat mijn voeten kennis maken met het korrelige zand. ,,Zullen we richting de golven lopen?" steltThijs voor, en ik ga akkoord. We lopen maast elkaar door het zand naar de golven toe. Ik kom niet al te dichtbij in verband met het natte zand. Ik hurk neer bij de schelpen, en kijk of er iets moois tussen zit. Alleen maar kokkels en karkassen van dode krabben. Jammer, zeker als je beseft hoeveel mooie schelpen er wel niet in de Koraalzee liggen. Ik sta weer op. Thijs kijkt naar iets in zijn hand. Ik loop naar hem toe. ,,Weet jij wat dit is?" Hij laat me een lang, driehoekig kalksteentje zien. ,,Dat is een haaientand," realiseer ik me. ,,Haaien? Leven die hier dan?" vraagt hij verbaasd. Ik knik. ,,Hondshaaien, totaal ongevaarlijk. In Oceano City worden die als huisdieren gehouden," vertel ik. Hij grinnikt. ,,Hoe zit het dan met zeehonden?" merkt hij op. ,,Ook zeer populaire huisdieren. Lyla's vriendin Tamaki had er een, zo'n schattig beestje," zeg ik zwijmelend. Dan valt er weer een stilte. We wandelen langs het water, en zien de zon zakken in de zee. ,,Moet je die kleuren zien," zeg ik gefascineerd. Rood, roze, paars, geel en oranje tinten versieren de lucht terwijl de zon in de golven verdwijnt. Het is rustig op het strand. Beter gezegd, we zijn alleen. Ik pluk weer een schelpje uit het zand. Het is een witte kokkel. Ik strek mijn vingers naar de schelp, en laat hem van kleur veranderen. ,,Viola, voor jou," zeg ik. Ik overhandig Thijs de lichtblauwe schelp. ,,Thanks," zegt hij terwijl hij de schelp bestudeerd. Dan grabbelt hij in zijn broekzak en haalt een chocoladereep tevoorschijn. ,,Dan is deze voor jou," zegt hij. Ik pak de reep aan en haal hem uit de wikkel. Ik neem een hap. Lekker.

Na even in het zand gezeten te hebben, is het alweer tijd om huiswaarts te gaan. Thijs staat op en kijkt op zijn telefoon. ,,De bus van halte..." ,,Nee hè, niet weer met de bus," zucht ik. Thijs rolt met zijnen van ogen. ,,Mag ik alsjeblieft zwemmen?" smeek ik hem. ,,Natuurlijk," zegt hij zuchtend. Ik geef hem een knuffel en ik ren de golven in. ,,Tot straks!" roept hij me na. Ik maak een duik en zwem onderwater. Ik verstijf wanneer ik verderop een vissenstaart zie. Het is Lyla. Ik probeer haar te ontwijken door me te verstoppen achter een rots. Ik houd mijn adem in wanneer ze me passeert. Gelukkig. Ik draai me om, en kijk recht in de ogen van mijn zus. Ik schrik en geef een gil. ,,Rustig, rustig," kalmeert ze me. ,,Toevallig dat we elkaar hier tegenkomen. Ik ben net bij Simone geweest. We kunnen u al naar huis als je wilt," zegt ze. Ik zeg niks terug. Lyla zucht. ,,Ik zag je net op het strand met die jongen," zegt ze en haar gezicht betrekt. ,,Je bent verliefd op een landjongen. Ik neem je nu mee naar huis." Ik zwem achteruit, maar ze houdt me tegen. ,,Ik wil niet met je mee. Niet nu," ga ik tegen haar in. Lyla kijkt me onbegrijpelijk aan. ,,Je wilt toch niet hetzelfde lot ondergaan als Simone!" roept ze. Dan laat ze me los. ,,Je mag hier nog even blijven, maar op je zestiende keer je terug naar ons huis, begrepen?" zegt ze. Wacht even, nu probeert ze een deal te sluiten. ,,Akkoord," reageer ik. ,,Maar na je zestiende mag je niet meer terug naar het land," voegt ze er aan toe. Ik slik, en knik met mijn hoofd. Ze omhelst me. ,,Tot over drie jaar," zucht ze. Dan zwemt ze weg en ik blijf alleen achter. Nog drie jaar met mijn vrienden. Maar daarna zie ik ze nooit meer terug.

RivWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu