002

231 32 5
                                    

Langzaam open ik mijn ogen, wat een slecht idee was. Zonlicht dringt zich naar binnen wat erg pijnlijk aanvoelt. Bij een tweede poging wen ik er aan en kijk even om me heen. Waar ben ik? "Goodmorning." Hoor ik een stem zeggen vanuit het deurgat. De schaduw van een lang silhouet siert de grond. "Wa-aar ben ik?" Is alles wat ik kan vragen. "Oh euhm, Zuid L.A. In een hotel." Zegt de hese stem waarvan de schaduw dichterbij komt. Zuid LA. Dé maffia buurt van LA. Het loopt er vol met bendes.

Bendes.

Opeens zie ik in flitsen alles van gisteren weer voor bijkomen. Zonder dat ik het besef gaan rillingen over mijn hele lijf en trek ik bleek weg. Even lijkt het alsof ik van m'n stokje ga gaan maar gelukkig gebeurt dat niet. "Gaat het?" Vraagt de schaduw die nu akelig dichtbij is. Hij zet zich neer op mijn bedrand waardoor ik hem goed kan bekijken. Hij draagt een zwarte skinny jeans en een zwart shirt. All stars en een dure horloge met goud. Hij heeft prachtige krullen waarin een bandana zit. Zijn heldere groene ogen weerkaatsen het zonlicht dat op zijn gezicht valt. Het enige dat ik kan doen is 'nee' knikken.

Voorzichtig slaat hij een arm om me heen even schenkt hij me een vragende blik maar ik geef hem een gebaar dathet goed is. Zijn arm geeft me een veilig gevoel. "Wie ben jij?" Vraag ik nogal onzeker, misschien wil ik het antwoord niet eens weten. "Ik ben Harry, en jij?" Harry. Zijn naam past perfect bij zijn uiterlijk. "E-Emma." Stotter ik. "Mooie naam, je doet me denken aan m'n zus. Zij noemt Gemma. Eigenlijk heeft ze wel wat weg van jou. Of jij van haar." Zegt hij met een, gefascineerde, blik. Ik grinnik en even vergeet ik al de vragen, maar helaas keren die snel weer.

"Wat doe ik hier?" Is de eerst volgende vraag die uit mijn mond ontsnapt. "Herinner je je gisteren avond nog?" Vraagt hij. Ik knik zachtjes. "Wel we hebben je naar dit hotel gebracht, we wouden je ouders hierover contacteren maar we vonden geen gegevens van hen." Zegt Harry maar ik begrijp zijn hint. "Mijn ouders.. zijn dood." Fluister ik zachtjes. "Oh sorry." Verontschuldigd hij zich snel. Ik schud mijn hoofd lichtjes. "Geeft niet."

Nog steeds weet ik niet wat ik echt wil weten. Wie is hij? Ik hoef helemaal geen naam of afkomst of weet ik veel. Maar wat doet hij hier? Je begrijpt me wel. Alsof hij mijn gedachten kan lezen slaakt hij een zucht. "We-wij zijn degene die normaal de Prestons waren." Zegt hij dan opeens. Ik draai mijn hoofd naar hem en kijk hem nieuwsgierig aan. "I-ik zit namelijk bij een b-bende." Stottert hij. Even trek ik grote ogen. Stotteren. "Maar wees niet bang, we doen je geen kwaad.-" "alleen kan je waarschijnlijk niet weer naar huis toe. Aangezien de situatie met je ouders." Fluistert hij. Ik kijk,hem onbegrijpend aan. Dit is een grap, toch? En wat doen mijn ouders er toe?

"Mijn 'bazen' gaan je nooit laten gaan. Ze zoeken overal meisjes. Om als sekssla- euhm om voor hen te werken. Maar meestal dienen ouders een klacht in voor verdwijning en dan is die situatie te gevaarlijk voor betrapping. Maar een meisje zonder ouders is natuurlijk perfect." Legt hij verder uit. Dit kan je niet menen. "Zo kwam ik hier ook terecht. Alleen ben ik geen meisje en ging het iets anders" Voegt hij er zacht aan toe. Vol ongeloof staar ik hem aan. "H-Harry ik wil naar huis." Zeg ik angstig en een eenzame traan rolt over mijn wang. Ik voel hoe hij een nat spoor achterlaat op mijn wang.

Hij kijkt me aan zoals hij heel de tijd al doet maar ergens zie ik iets speciaals in zijn ogen. Emotie. "M-misschien krijg ik je thuis." Zegt hij na een tijdje van complete stilte. "Echt?" Harry knikt. "Maar beloof me dat je niemand hier ooit iets over vertelt." Vluchtig knik ik nee. "Kom dan." Zucht hij. Ik zie hoe hij een pistool uit zijn broekzak vist, geschrokken kijk ik hem aan. "Oh, wees gerust ik doe je niets." Zegt hij en glimlacht heel erg zwakjes. Een klein kuiltje verschijnt in zijn wang wat me doet verlangen naar meer. Ik wil hem zien lachen. Ookal zegt een stemmetje in mijn hoofd dat hij dat al lang niet meer gedaan heeft en ook niet gaat doen voor mij.

Muisstil dwalen we over de gangen. Harry houd zijn wapen goed bij de hand voor het geval dat..- Ik haal opgelucht adem wanneer hij de buitendeur open duwt. "Ssst, we zijn er nog niet." Fluistert hij daarna loopt hij de hoek om en zo snel ik kan volg ik hem. We lopen recht naar en zwarte range rover met geblindeerde ruiten. Zo snel ik kan neem ik plaats op de passagiersstoel en ruk de deur toe. Harry geeft onmiddelijk een trap tegen het gaspedaal en we razen de parking af.

Opweg naar huis. Weg van al dit nare gedoe. Vol herinneringen.

•°•°•°•°•°•°•°•°•°•°•°•°•°•°•

Bad Curlz // Harry StylesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu