HET LEVEN

Waarom ik 2

Vandaag is het woensdag.

Ik ga uithuis en pak mijn fiets en fiets naar school, ik denk na wat er gisteren avond weer is gebeurt. Waarom ik?
Op school kom ik aan en zit rustig in de les, achterin mijn standaard plek. Ik heb vriendinnen die met mij mee lopen, maar nu doen ze raar. Maak niet uit ik ben wie ik ben, ik ben dat meisje die van buiten uit sterk is en van binnen breekt!

Ik werdt door de directeur uit de klas geroepen.
D: vandaag heb je een afspraak met maatschappelijk werker Sandra.
S:Waarom meneer?
D: Dat hoor je zo wel, loop maar met mij mee!

We zijn bij maatschappelijk werker en ze kijk mij doordringend aan.
D: wij zijn hier door je gedrag op school. We willen weten hoe je thuissituatie is!
S: dat gaat goed, hoezo vraagt u dat?
M: soms kan iemand van buiten een sterk persoon zijn, maar van binnen helemaal kapot gaat!
S: en wat heeft dat met mij te maken?
M: directeur piet mag ik Sandra alleen spreken?
D: dat is goed, als er wat is hoor ik het graag!
M: vertel mij wat er in je mooi koppie omgaan!
S: er valt niks te zeggen!

Na een lange gesprek, heeft zijn mijn vertrouwen gewonnen. Ik huil het uit, ik heb jaren niet gehuild jaren!

Ik vertel haar over mijn thuissituatie, dat geen broer of zus naar mij omkijken. Dat ik leef van wat er die dag komt, over mijn misbruik. Over alles wat er in mijn leven is gebeurd! Ze zat daar met mond vol tanden, ze wist niet wat ze moest zeggen. Ze troosten mij, maar de verdriet ging niet weg.
Ik ga straks weer naar huis en dan gaat het weer zoals elke dag, koken, opruimen, misbruikt worden, douchen, eten en daarna slapen. Ik kon niet eten maar ik at omdat het moest van die gene die ik papa noem.