Ik word wakker met mijn ochtendswekker. Wat haat ik dat geluid... Het is 6:00. Ik ga beginnen met mijn nieuwe leven in deze stad.
Ik neem een snelle douche want ik wil niet te laat komen. Daarna doe ik wat make-up op. Niet zo veel, ik ben naturel.
Ik doe een witte topje aan eroverheen een zwarte spijkerjasje. Een grijze mini rok met een witte legging. Met me adidas schoentjes.
Ik zeg me familie gedag en verlaat het huis. Moet ik je brengen zegt mijn broer voordat ik het huis verlaat. Ik knik en we lopen naar zijn auto.
Wallah ik hou van je, anders moest ik nu lopen. En mijn haren die waren dan helemaal verpest. Hij lacht en rijd naar mijn nieuwe school.
Wanneer we er zijn geeft hij me een kus op mijn voorhoofd en rijd weer weg. Ik ben mijn broer echt dankbaar dat hij me heeft gebracht.
Ik stap de school binnen. De school is echt groot, wow. Ik zie een jongen lopen en ik vraag hem waar lokaal 2.31 zit.
Hij wijst het lokaal aan. Dankjewel zeg ik tegen hem. Hoe heet je eigenlijk vraag ik nieuwsgierig. Soufiane zegt hij. Ik ben Sarah, aangenaam.
Ik geef hem een hand. Hij glimlacht naar mij en ik glimlach terug. Meteen loop ik naar mijn lokaal. Het is net 8:20 dus ben ik optijd.
Hallo, mevrouw zeg ik en geef de juf een hand. Ga maar daar achteraan zitten zegt de juffrouw.
De juffrouw ziet er zo koppig uit, wejow. Ik ga zitten op de plek waar de juffrouw heeft gewezen.
Ik hoor de bel gaan, die bel is dodelijk ik zeg je. We hebben een nieuwe leerling in de klas zegt ze. Nou ik ben je mentor, dat wist je al.
Dit zijn je klasgenoten zegt ze. Ik kijk om me heen. Waarom is iedereen zo stil? Vraag ik mezelf af terwijl ik de klas goed bekijk.
Na de hele lesuren, hebben we pauze. We hebben 3 lessen gehad en nu heb ik echt pauze nodig. De lessen waren gewoonlijk zoals gewoon.
Ik ga even pauze houden, maar ik heb niemand eens ontmoet. Ik loop naar het meisje die naast me zat in de afgelopen paar lessen.
Hey zeg ik tegen haar. Hallo, jij bent toch dat nieuwe meisje in de klas, Sarah toch? Ik knik en hoe heet jij? Ik ben Samira.
We zitten de hele pauze tijd met elkaar te praten. We hebben over onze verleden gepraat en zij heeft verteld hoe deze school is.
Volgens haar is het een saaie school. Maar die jongens kijken wel echt veel naar je blijkbaar. Pfff, ik haat zulke jongens.
De bel gaat dus de pauze is voorbij en onze kletspraatje is ook voorbij. Het was net zo leuk.
Ik ga voor de lokaal staan. Paar minuten zijn al voorbij en nog geen ene docent te zien. Heel vreemd... Waar zijn de andere klasgenoten?
Ik app Samira even en vraag waar ze is. Samira, waar ben je? Onderweg naar huis appt Samira mij terug. Ga je skippen vraag ik. Nee we hebben uitval appt ze mij.
Ik bekijk mijn rooster. En ja we hebben uitval. Dus ik ben nu uit, ik kan meteen naar huis. Ik verlaat de gangen zo naar buiten.
Hey Soufiane! Roep ik. Hey Sarah zegt hij. Heb je geen les vraag ik. Nee, ik ben uit. Ben je zo vroeg uit? Ik heb uitval zeg ik blij.
Zullen we naar mijn huis om te studeren vraagt hij. Ik wil je eerst beter leren kennen. We gaan zitten en we leren elkaar beter kennen.
Je hebt echt veel meegemaakt zegt Soufiane. Ja ik weet, jij hebt echt een leuke verleden gehad. Ik hoop voor je dat je een leuke toekomst krijgt.
Het is 12:04. We gaan naar jou huis, om te studeren. Hij knikt en we lopen samen naar zijn huis.
Hij doet de deur open en we gaan naar binnen. Hij begroet zijn ouders. Ik begroet zijn ouders ook en we gaan naar boven om te studeren.
Sarah, ik heb eigenlijk een grote vraag zegt hij ineens. Vertel maar. Waarom moest je verhuizen hier heen? Omdat mijn grootouders deze stad beter vonden. Die stad was blijkbaar niet goed genoeg.
Oh... Was er iets mis mee dan? Ik haal mijn schouders op. Ik weet het echt niet. Heb je ooit een vriendje gehad? Vraagt hij.
Nee, ik doe daar niet aan. En jij? Heb jij een vriendin gehad? Nee haha, ik doe daar ook niet aan. We hebben eigenlijk best veel gemeen zeg ik lachend.
Wil je bij ons eten? Ik zou wel willen, maar ik moet echt naar huis. Misschien volgende keer? Lijkt me leuk zeg ik.
Ik pak mijn tas en loop samen met hem naar beneden. Doei Sarah, tot morgen. Morgen is het vrijdag toch? Ik ben morgen jarig.
Ik loop naar huis en onderweg bekijk ik de stad. De stad is best mooi, eerlijk gezegd. De school is oke. En de mensen zijn ook oke.
Ik pak mijn sleutel uit mijn tas en doe de deur open. Oma! Ik wil je alles vertellen over vandaag. Ssssst je opa is aan het slapen zegt mijn oma. Sorry zeg ik en loop op mijn tenen naar de woonkamer.
Ik vertel hoe mijn dag vandaag was. De nieuwe stad bevalt me wel. Ik zei het je toch! Zegt ze lachend.
Ik druk een kus op haar voorhoofd. Ik ga leren voor mijn toets zeg ik. Is goed, lieverd. Ik loop naar mijn kamer om te leren.
Ik zeg je eerlijk Soufiane is echt knap... Ik blijf maar aan hem denken, wat toch wel vreemd is. Is het op de eerste gezicht verliefd zijn?
Alles kan... Ik stop met denken aan Soufiane. Ik pak mijn boeken, mijn etui, mijn schriften en begin te leren.
JE LEEST
New begin of my life
RandomJe ouders zijn overleden... Je broer haat je jaren... Je woont bij je oma en opa... Al die drama maakt Sarah mee. Nu moet ze nog een nieuwe leven beginnen in een nieuwe stad. Of terwijl: Hallo nieuwe leven! Dag oude leven!