Ik word wakker en ik zie dat het 8:00 is. Het is zaterdagochtend. Ik ga bij Samir en Samira kijken. Ahww, ze zitten in elkaars armen te slapen.
Zo te zien is er niks gebeurt, in mijn ogen dan. Ik ga Tabitha wakker maken. Tabitha, schatje, wakker worden Nabil is hier lieg ik. Waar? Roept ze van de schrik.
Grapje, hahahaha. Je moest je gezicht eens zien, ik ga helemaal stuk. Ineens voel ik een kussen op mijn hoofd. Auw...
KUSSENGEVECHT roep ik superhard. En ik begin Tabitha super hard te slaan met de kussen. Stop roept ze.
Wanneer ik stop draait ze zich om en zegt ze tegen mij: ik heb echt geen ochtendhumeur. Ik heb altijd super veel energie in de ochtend.
Samira ook, dus maak haar maar wakker. Goed idee lach ik. Ik ren naar Samira haar kamer maar ik bots tegen Semi.
Sarah, kijk is uit. Sorry, ik wil Samira wakker maken. Wie? Zegt hij lachend. Samira... Zeg ik verbaasd. Wie is dat? Wat is er gebeurd met je zeg ik boos.
Grapje, Sarah hahaha. Ik vind het zo grappig als ik je in de maling neem. Ha ha ha... Zie je mij lachen. Nee maar mij wel zegt Semi lachend.
En wie is dat meisje waarmee je gisteren in bed bent geweest? Hahaha in bed? Serieus dacht je dat? Dat meisje... Is mijn toekomstige vrouw.
Dat meisje is mijn ex geweest en toen was ik jaren op je boos. Ik word roder en roder. Hoe kun je haar nog als vriendin nemen?
Ik geef haar een kans. Vorige keer was het mijn schuld. Jij, praat niet met mij totdat je het uit maakt met dat hoerenwijf. Want zij heeft onze verleden verpest, dombo.
Sarah luister, je moet iedereen vergeven. Allah vergeeft ons toch ook, wij moeten ook andere mensen vergeven.
En hoe hebben jullie elkaar weer gevonden, na al die jaren?.... Dat is een vraag die in mijn hoofd struggeld.
Klopt wel, maar nog steeds wil ik die vrouw niet als mijn schoonzus... Ik negeer Semi en loop naar de badkamer.
Ik neem een douche die me problemen laten vergeten. Wanneer ik uit de douche stap trek ik mijn kleren aan. Ik trek een roze trui aan met een witte broek.
Ik zie Samir en Samira elkaar een knuffel geven, zo lief. Ik ga naar huis zegt Samira en ze geeft me een kusje en loopt weg.Ik ga ook weg zegt Samir. We geven elkaar een hand en zo gaat hij ook weg. Tabitha jij moet blijven. Sowieso, ga ik blijven zegt ze blij.
Ik hou van je schatje. Jij bent echt mijn heldin. Je hebt me gered van Soufiane. Ik moest wel, die klootzak mag niemand zijn leven meee verpesten.
En hoe is het met Nabil? Ik ga sowieso hem krijgen, hij is de mijne zegt ze lachend. En wie vind jij leuk zegt Tabitha lachend.
Niemand nog... Vind je Soufiane niet meer leuk? Ben je gek? Lach ik. Hij was echt iets voor jou per type, maar anders is hij niet eens goed genoeg voor een prullenbak.
Tabitha, ik ga echt stuk om jou daarom hou ik ook zoveel van jou. Wat zullen we vandaag doen? Ik weet echt niet... We zien wel wat we gaan doen.
Ik ben zo blij dat die toets niet door is gegaan, want ik had niet goed geleerd zegt Tabitha lachend. Ik had super goed geleerd.
Maandag gaat die toets gewoon door zeg ik terwijl ik op mijn rooster kijk. We kunnen ook gaan leren... We gaan 2 uurtjes leren en daarna gaan we iets leuks doen.
Pak je boeken, want mijn boeken zijn thuis. Oh ja, helemaal vergeten. Ik pak mijn boeken en begin te leren samen met Tabitha.
Na het leren
Nabil heeft me geappt! Roept Tabitha ineens. Wat zegt hij? Terwijl ik mee gluur op haar telefoon. Lieverd, ik heb je gemist. Omg roept Tabitha.
Ik wil niet doof worden, schat. Ineens begint ze te springen van de blijdschap. Tabitha, girl rustig. Hij heeft me gemist en hij noemt me lieverd.
Heb je nooit een vriendje gehad zeg ik lachend. Tuurlijk wel, maar ik ken hem alleen maar 1 dag. Oh ja, Soufiane lach ik. Je denkt we veel aan hem zegt Tabitha.
Wat zei je? Zeg dat eens nog een keer. Ze rent en zegt : Je denkt wel veel aan Soufiane. Ik krijg je wel roep en ren achter haar aan.
Dames! Dames, rustig aan zegt mijn opa. Sorry opa... We gaan wel naar buiten. Is goed, lieverd tot zo.
Ik sluit de deur rustig en ren als een gek achter Tabitha aan. Na paar minuten zeg ik stop Tabitha, ik ben echt moe. Eindelijk, ik dacht je word nooit moe zegt ze hijgend.
We gaan op een bankje zitten en even uitrusten. Want ik kan echt niet meer. Wat bankje? Ben je helemaal gek ik zit hier gewoon op de grond.
Ze lacht en gaat naast me zitten. Tabitha, we gaan weer naar huis. Is goed, babey want het is ijskoud.
Soufiane is daar zegt Tabitha. Negeer hem en sneller lopen. Maak geen oogcontact. Sarah, Tabitha roept Soufiane. Negeer hem zeg ik tegen Tabitha.
Hey meiden, hoe gaat het? Wollah op 1 gaan we rennen. 3,2,1 RENNEN roep ik. We rennen letterijk weg van Soufiane.
In mijn diepste gevoel voel ik nog iets voor hem. Maar dat mag diep in mij blijven. Niemand hoeft dat te weten. Want aan de andere kant haat ik hem.
We gaan snel het huis binnen en doen de deur achter ons dicht. Ik ga naar mijn kamer zeg ik tegen mijn grootouders.
Ik ga naar boven en ga op mijn bed liggen. Tabitha zit maar te praten maar ik denk alleen maar aan: Soufiane. Mijn leven is meer een struggle dan leuk.
JE LEEST
New begin of my life
RandomJe ouders zijn overleden... Je broer haat je jaren... Je woont bij je oma en opa... Al die drama maakt Sarah mee. Nu moet ze nog een nieuwe leven beginnen in een nieuwe stad. Of terwijl: Hallo nieuwe leven! Dag oude leven!