~Hoofdstuk 3~

14 2 1
                                    

P.O.V. Sofie

Met moeite open ik mijn ogen. Als het na talloze malen proberen eindelijk lukt sluit ik ze direct weer door het felle licht. Na een poosje ben ik er aan gewend, dan pas merk ik dat ik in een helemaal witte kamer zit. Het is niet ingewikkeld, gewoon een vierkante witte doos met een stoel erin met mij erop. Dat was het wel. Dan pas dringt er door wat er gebeurt is. Woest probeer ik op te staan maar ik zit aan mijn stoel vast gebonden. 'Dan nemen we de stoel maar me.' Mompel ik tegen me zelf. Langzaam sta ik op en loop ik naar de enigste deur in dit krot. Na een aantal keer proberen krijg ik de deur eindelijk open. Waarom binden ze mijn handen ook vast? Zo kan ik toch niet fatsoenlijk ontsnappen? Oké best logisch eigenlijk maar toch.

Na een poosje rondwaggelen kom ik een vrouw tegen. Ze ziet er rond mijn leeftijd uit. Ze heeft donkerblond haar en bruine ogen. Ze kijkt me met gefronsde wenkbrauwen aan. Met een grijns kjjk ik terug. Ze haalt haar schouders op en loopt naar me toe. 'Hulp nodig met je ontsnappingspoging?' Zegt ze met een milde stem. 'Zou fijn zijn.' Antwoord ik terug met een grijns. Ze lacht kort en maakt de touwen los. En steekt haar hand uit. 'Ik ben Artemis! Leuk je te ontmoeten.' Zegt ze met een opgewekte maar toch wel kalme stem. Ik pak haar hand en schut hem. 'Ik heet Sofie, ook leuk om jou te ontmoeten.' Antwoord ik met een scheve grijns. Wacht Artemis? Waar ken ik die naam van? Bedenkelijk kijk ik haar aan. 'Godin van de maan en de wilde jacht.' Beantwoord ze mijn vraag. Wacht huh? Ik zei dat niet hard op toch? 'Nee, alle goden en godinnen kunnen je gedachtes lezen.' Beantwoord ze weer mijn vraag. Je krijgt straks wel een uitleg van Zeus, de oppergod. Ik moet namelijk gaan dus doei!' Zegt ze vlug en loopt snel weg. Ik haal mijn schouders op en wil verder lopen. Maar als ik me op daar bots ik tegen iemand op. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik naar hem. Had hij me niet ontvoerd? 'Ja, dat was ik.' Zegt hij met een harde stem. 'Kan iedereen niet even uit mijn gedachtes blijven?' Roep ik best luid. 'Ik ben Zeus, je zult wel veel vragen hebben dus kom maar mee.' Het was meer een bevel dan een vraag. Ik haal mijn schouders op en loop achter Zeus aan. Ondertussen bestudeer ik hem wat. Hij is best breed gebouwt en zijn grijs/witte haar komt tot net boven zijn schouders uit. Hij loopt best snel dus ik moet half joggen om hem bij te houden. Wie loopt er nou zo hard? Wat een sukkel... Na een poosje joggen komen we eindelijk aan bij een enorme deur. Zeus knipt met zijn vingers en de deur gaat open. Binnen staat een enorme grote groep goden zoals ze zich noemen. Dit is toch een of andere nachtmerrie dus ik laat ze maar. Ze staan me allemaal aantestaren en ik ben echt hier de master in gespreken dus ehhm ja... Mooi weertje toch? Een aantal mensen moeten lachen. Waarschijnlijk zitten graven in mijn gedachtes. Achter me hoor ik Zeus kuchen en ik draai me om een kijk hem aan met een omhoog getrokken wenkbrauw. 'Iedereen dit is Sofie, de nieuwste godin. Gedraag je normaal tegen haar.' Roept Zeus tegen iedereen in de zaal. Ik haal mijn schouders op en loop door de zaal heen.

En toen werd ik wakker.

Oké nee joke.

Na een paar minuten komen er een paar goden naar me toe gelopen. 'Je weet dat dit geen droom of nachtmerrie is Sofie?' Zegt de voorste man van de groep. 'Dat geloof ik pas als iemand me in mijn gezicht slaat en ik niet wakker wordt.' Antwoord ik met een grijns. De man haalt zijn schouders op en loopt naar me toe en zegt dan: 'dan sla ik je toch in je gezicht?' En ik voel een tik tegen mijn wang. En ter mijn eigen verbazing. Word ik niet wakker.

I'm a goddess? {Dutch} (Pauze)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu