de ontmoeting met vos

87 4 0
                                    

Hij grijnst, kom binnen kat. Ik kijk om me heen maar er is verder niemand anders dus ik spring naar binnen, waar vos dan weer van schrikt, omdat hij deze snelheid niet gewend is. Ik grijns. Ik ben gewend om panter te worden genoemd maar eigenlijk vind ik het fijner om kat te worden genoemd, dat klinkt iets minder heftig. Ik kijk de kamer rond, het is een ronde ruimte met een mand, iets wat lijkt op een kraan, een lage tafel en een kast, met een slot er op. Ook zie je in de vloer naast de mand een luik. De mand licht vol met dekens die er voor zorgen dat je het luik slechter ziet. Vos ziet dat ik het luik heb gezien en zucht. Wat is daaronder? Vraag ik. Dat zijn dingen die je niks aangaan zegt vos. Okee alsdat mij niks aangaat en niemand mij iets verteld dan ga ik maar weer opzoek. Zeg ik . vos schrikt: neee kat niet gaan! En wat zit er dan onder het luik? Waarom mag ik het niet weten? Als jij mij niet wil vertrouwen dan vertrouw ik jou ook niet. Vos loopt rood aan. Hij loopt naar het luik en opend hem waarbij hij van de zenuwen de sleutel door het luik laat vallen. Het is er donker. Ik spring door door de ontstane opening in de vloer, en land op een houte vloer, net zo een als boven het luik. Het ruikt er naar eten. Ik zie een sliertje licht en loop er naar toe. Er hangt weer een doek voor de opening. Ik schuif hem open en er valt licht de kamer in. Ik zie allemal kasten staan en allemaal kratten met eten. De kasten zijn dicht. Een kast zit zelfs op slot. Ik open een andere kast, er staan allemaal boeken in. Ik doe de kastdeur dicht en schuif de lap weer voor de opening. Vervolgens neem ik een aanloop en spring ik terug omhoog het luik door. Vos wou net achter me aankomen maar dijnst terug als ik naast hem land. Ik sluit het luik en geef de sleutel terug aan vos. Vervolgens pak ik een kussen van de stapel in z'n mand en ga er op zitten, leunend tegen de muur. Ik wacht. Vos wacht. Ik zucht. Vos kijkt. Hij kijkt naar mijn houding, naar mijn bleke huid, naar mijn pik zwarte haar, naar mijn soepele armen, en dan naar mijn tas. Wat zit daar in? Vraagt hij?ik laat het overgebleven vlees, en brood en de zaklamp zien. Hij kijkt verbaast. Is dat alles? Ik knik. Maar wat doe je hier dan??stotterd vos. Ehh zeg ik. Ik volgde das en toen was hij opeens weg en toen ging ik verder alleen en toen kwam ik hier. Vos knikt begrijpend. Dus toch, ik zij het al mompelt vos. nou dan ga ik maar zeg ik. Vos knikt. Ik pak m'n tas en spring naar buiten.

treetransformatie (af)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu