Hoofdstuk 16

432 27 6
                                    

*Jacob POV*

Ik had eindelijk een nacht heerlijk geslapen. Waarschijnlijk omdat de plek waar ik nu was me heel veel aan Renesmee liet denken. Ik was nu namelijk op de plek waar ik Renes mee naartoe zou nemen op de avond van het schoolfeest, maar toen liep het allemaal even anders...

Ik zou hier tot morgen ochtend blijven, daarna moest ik verder. Het was niet dat ik bang was om gevonden te worden want ik wist dat niemand me hier kon vinden. Renesmee zou me hier niet vinden, aangezien ze er nooit was geweest en het nogal afgelegen lag.

De rede waarom ik hier niet kon blijven was omdat deze plek me te veel aan haar liet denken. Ik vond het fijn aan Renesmee te denken, alleen dit was te veel. Ik kon hier niet meer helder denken. Ik ging haar alleen maar erger missen. Mijn ogen vulde zich weer gelijk met tranen toen ik terug dacht aan de blik die Renes had toen ik de deur uit liep. Die kus van daarvoor maakte het me zeker niet gemakkelijker, wauw!

Ik opende de deur van de kleine blokhut en liep de veranda op. Met mijn ellebogen leunde ik op het hek dat om de veranda zat. Ik keek eens even goed rond. Toen ik deze plek inrichtte dacht ik bij alles aan Renes. De schommelstoel die in de hoek van de veranda stond had ik gekocht omdat ik Renes er in zag zitten. Ze zou er boeken kunnen lezen in het zonlicht en er 's avonds kunnen zitten gewikkeld in een dekentje. Vandaar dat ik ook een dekentje had gekocht dat nog altijd perfect opgevouwen op de stoel lag. Om het huisje had ik lichtjes opgehangen, zodat het 's avonds een leuke sfeer zou geven. 

De blokhut stond vlak voor een meertje zodat we samen bij het water konden zitten en we zouden 's avonds op het gras kunnen liggen en naar de sterren kunnen kijken. Ik had om de veranda allemaal witte en roze bloemetjes geplant, omdat ik wist dat Renesmee daar zo erg van hield. Soms twijfelde ik of de binnen of buitenkant het meest met Renesmee te maken had, maar daarna bedacht ik me dat deze hele plek met haar te maken had. Dit was de plek waar ik Renes bij me wilde hebben. Ik wilde hier oud met haar worden, maar nu zou ik zowieso nooit ouder meer worden. Ik zag haar echt in elk hoekje van deze hut zitten. Ik moest hier echt even weg voordat ik gek zou worden, dus besloot ik een wandeling te maken.

Ik liep over een bospad. Om me heen klonk het geluid van zingende vogeltjes. Ik ademde diep in door mijn neus. De geur van de natuur vondt ik 1 van de lekkerste geuren die er maar bestonden, na die van Renes natuurlijk...

Jacob! Even niet aan haar denken, dacht ik in mezelf. Ik ademde een paar keer in en uit en sloot mijn ogen. Toen mijn gedachten weer bij wat anders zaten, deed ik ze weer open. Ik wilde weer verder gaan lopen, maar stond ik een shock stil door een plotseling geluid vanachter me.

"Wel hallo, wie hebben we hier? Een jongeman en helemaal alleen.'' Ik draaide me langzaam om. Achter me stonden 3 mannen. Ik schat ze ongeveer rond de 40. Ze grinnikten en keken me doordringend aan.

''Wat moeten jullie van me?'' Ik moest op dit moment niet laten zien dat ik bang was. Ik had namelijk al een vermoedde van wat ze van me moesten. Mijn vermoedde klopte. 1 van de mannnen pakte uit zijn zak een mes. Deze mannnen waren rovers....

"Geef ons je rugzak." Beveelde 1 van de mannen. Ik wist dat ik maar beter kon doen wat ze van me vroegen. Ik zou nooit mensen bijten, ookal waren het van die hufters. Ik deed mijn rugzak langzaam af en gooide hem naar de man. Ik had hem beter in de hut kunnen laten liggen.

De man ritste hem open en begon de rugzak te doorzoeken. Hij pakte er wat geld uit, maar gelukkig zat er niet meer dan 20 euro in die rugzak. "Er zit verder niks bruikbaars meer in." De man met de rugzak vast keek bangig richting de linkerman. Die was waarschijnlijk de leider.

''Kijk in het voorvakje.'' Commandeerde de linkste man. De andere vent ritste het voorzakje open en graaide erin. Hij haalde er een glimmend ding uit. Het duurde me even voordat ik besefte wat het was. De sleutel van de hut!

De mannen keken me alle drie grijnzend aan. ''Jij gaat ons brengen naar dat huis van je en geeft ons al je geld en kostbaar bezit.'' De linker man keek me heel intimiderend aan en richtte het mes in mijn richting om me nog meer te dwingen. Ik wist dat er een aantal antieke spullen in de hut stonden, maar dat waren mijn spullen, Renesmee's spullen. Ze wilden Renes haar spullen meenemen...

Zodra ik hier aan dacht gierde de andrenaline door mijn lichaam. Er was geen kans dat deze hufters Renes haar spullen zouden meenemen. Dat nooit! Ik kreeg een waas voor mijn ogen. Ik was zo verschrikkelijk boos. Mijn bovenlip ging omhoog en onthulde mijn hoektanden. De 3 mannen keken me met grote ogen aan. Er kwam gegrom uit mijn mond...

De zoektocht van RenesmeeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu