Die ochtend werd ik wakker, en snel propte ik een handje druifjes in mijn mond en scheurde er zo vandoor. Ik ging terug naar de plek waar ik hem voor het laatst zag. Het was gewoon hetzelfde. Ik zag de plek waar hij stond. Even flitsten het beeld van de wolf door mijn hoofd. Ik keerde en liep naar de dichtste boom waar ik in kon klimmen. Met al mijn geduld brak ik een klein takje af en scheurde de blaadjes in minuscule stukjes. Uren gingen voorbij, er kwam een wasbeer voorbij en zelfs een das maar nog steeds geen signaal van een wolf. Als mijn geduld bijna opraakte wilde ik uit mijn boom springen maar ik hield me net op tijd op toen er een grijze knuffel voorbij liep. Een wolf! Ik klom zacht maar dan ook heel zachtjes uit de boom en het liep klein beetje door. Ik stapte rustig op hem af maar hij draaide naar me om. Ik was een beetje bang maar het leek alsof hij me niks wou doen. Hij leek wel zo tam als een hond. Ik reikte mijn hand, ik kon hem bijna aaien maar het trok terug. Het ging er vandoor maar ik liep in zijn pootsporen achter hem aan. Hij ging zo snel, ik kwam niet bij. Het leek alsof hij de geduld had om zachter te lopen voor mij. Van kleine meertjes naar donkere bosdelen werd ik geleid naar het verboden gebied. In het verboden gebied waren hoge ravijnen met water tussen de spleten. De wolf sprong over de spleet ik wilde erover maar ik remde net voordat ik sprong. Ik keek in de diepe gleuf naar beneden. Daar zag ik een sterke rivier glijden. Met volledige goed gevoel sprong ik over het gleuf. Met een grote sprong maakte ik het tot de overkant. Ik keek nog eens terug en draaide weer heen. Een paar meter verderop stond de wolf. Als ik een stap zette kwam hij ook een vooruitgang. Ik ging onder een boog van bladeren en groene struiken door en zag een prachtig deel van het bos. Er zou nooit iemand zo als ik zo de kans krijgen om dit te zien. Een prachtig hulsel van stromend water en een kaarsrechte waterval die met een zachte gloed naar beneden slenterde. Het water was niet heel diep dus de wolf sprong erin. Ik natuurlijk ging hem achterna en toen zag ik het, hij probeerde vissen te vangen! Met al mijn moeite probeerde ik een voorbijgaande vis te grijpen. Ik kreeg het te pakken en trok het naar boven. Kwispelend in mijn hand ging het razend heen en weer. Ik probeerde het nog beter in mijn handen te klammen maar het glibberige beest floepte er zo vandoor. De wolf probeerde ook een vis met zijn bek te vangen. Hij schudde heen en weer om de vis in greep te houden maar hij plonste recht achterover zijn rug in het water. Ik lachte even maar hij liep verder. "Blijf hier!" Riep ik. Ik holde achter hem aan. We liepen langzaam op tegen een wat donkerder deel van het bos. Ik zag een opening verschijnen. Het was een open plek met een enorme grot opening. De wolf liep naar binnen en ik holde maar achter hem aan. Met een kleine kriebel in mijn buik van spanning ging ik het donkere gat in. Door het kleine vuursteentje te ketsen maakte ik een licht. Je hoorde het knetterende vuur galmen door de holle ruimte, alle druppeltjes vallen. Ik kwam uit bij een prachtig festein van gegroeide kunsten van kalk. De waterpitjes waren helder als kristal en gewoon drinkbaar. Ik zag de wolf zittend op een steen. Te neuzen in de graatjes tussen de stenen naar muizen. Met een volledige concentratie op de muizen snufte hij ineens vliegensvlug naar rechts, en weer naar links. Het zag er heel schattig uit. Hij uppelde heen en weer. Naar een steeds kleinerwordende grot gang. Hier en daar hoorde ik vleermuizen uitvliegen. Ook hoorde ik piepende muis geluidjes voor mijn oren vliegen. Uiteindelijk kwam er een uitgang dichtbij. Het was al behoorlijk donker. Ik zag niet veel omdat mijn fakkel gaf nog maar weinig licht. Een beetje kriebelig liep ik over de takken en stronken maar ik struikelde en viel op mijn handen. Ik hoorde allemaal geluiden. Ik zag hier en daar wat voorbij flitsen maar met een ontzettend zwaar hoofd viel ik tegen de boom aan en plofte ik in de bladeren. Ik viel zo in slaap dat ik niet wakker zou worden tot de middagszon.
JE LEEST
Unusual Friend
Ficção HistóricaIn het jaar 1560 woonde de 13 jarige Emily en haar vader diep in het bos. Haar vader jaagt en stiekem als hij er niet is pakt ze haar moeders oude boog en gaat naar haar favoriete plekje. Ze richt op het midden van de boom en schiet. Maar op een dag...