De storm

28 3 0
                                    

Célie en Amos hadden al meerdere malen in het geheim afgesproken. Steeds meer voelden zij zich aan elkaar verbonden. Steeds meer gingen ze om elkaar geven.

Vannacht was de hemel niet helder, donkere wolken vulden de nacht. Het zou gaan stormen. Maar de twee wandelaars zagen elkaar elke avond op dezelfde plek, een storm zou hen niet tegenhouden.

Ne elkaar weer gevonden te hebben begon het met regenen. Samen schuilden ze onder een grote eikenboom, waar ze dicht naast elkaar gingen zitten. Hun schouders net ver genoeg uit elkaar om lichamelijk contact te vermijden. 

De onmogelijke aanraking tussen mannen en vrouwen kwam ter sprake. Célie en Amos waren het er over eens dat ze wensten dat deze vervloeking niet bestond, zodat ze elkaar konden vasthouden. De drang om elkaars huid aan te raken werd elke keer dat ze elkaar ontmoetten groter. Maar beiden wisten ze dat contact op die manier onmogelijk was. 

Ze zouden elkaar eigenlijk niet eens mogen ontmoeten op deze afgelegen plek. Mannen en vrouwen waren een gevaar voor elkaar en hadden dus weinig tot geen contact in hun leven onder de zon. Buiten nodige ontmoetingen was het samenkomen van een man en een vrouw verboden.

Maar ze konden het niet helpen, de twee geliefden wouden elkaar vasthouden, al waren het maar hun handen die in contact met elkaar kwamen. Ze leefden voor niks anders dan deze nachtelijke ontmoetingen.

TouchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu