Hoofdstuk 1: De fles

145 4 0
                                    

Ergens aan de Wolga leefde eens een oude kluizenaar genaamd: "Visygodus". Elke dag maakte hij een lange wandeling langs de Wolga. Soms spoelde er iets aan, een stuk hout ofzo daar stutte hij dan zijn huisje mee. Of een touw, daar probeerde hij dan een trui van te breien. Maarr... Deze keer was het geen hout of touw maar iets anders iets wat heel bijzonder was...
"Flessenpost".

De fles zag er oud uit en door het vieze groene glas kon je vaag een perkament onderscheiden. "Wat zullen we nu hebben?" Mompelde Visygodus in zichzelf. Hij pakte zijn kurkentrekker en draaide hem in de kurk en met een handige beweging trok hij de kurk eruit "PLOP". Er verspreidde zich een vreemde vieze lucht en Visygodus kneep zijn neus dicht. Toen probeerde hij het perkament er uit te pulken. Toen hij het er uit had vouwde hij het open en zag hij een prachtige gekaligrafeerde zin met als inhoud

"Zeg me wie ik ben.
Vriendelijke groet
     ....................."

Visygodus las de brief nog een paar keer over en vroeg zich af wie hem gestuurd zou hebben (wat diegene zelf waarschijnlijk ook niet zou weten)
Of misschien was het wel een dichter die zijn poëtische kracht wou loslaten. In dat geval zou hij naar hem/haar opzoek gaan want hij hield van dat soort mensen, maar waar moest hij dan gaan zoeken en naar wie? Visygodus was blij dat hij die brief had gevonden, want dan had hij iets om over na te denken, en hij hield van nadenken. Er was dus iemand die niet meer wist wie hij was... Hoe zou dat komen... Misschien zomaar opeens... Dat ie het opeens niet meer wist... Nee... Dat zou raar zijn... Er moest een oorzaak zijn... Misschien had hij zijn hoofd gestoten... Het kon natuurlijk ook dat diegene nooit iemand geweest was of geen naam had... Dan zou er ook geen antwoord bestaan op die vraag...Dan moest die persoon zelf zijn naam verzinnen... En gewoon zelf verzinnen hoe hij zijn leven wilde vormen... Dat zou vast moeilijk zijn voor hem.

Visygodus merkte dat hij een man voor zich zag, maar het kon natuurlijk ook een vrouw zijn... Dan zou hij de prins zijn en zou hij haar redden uit het feit dat ze niet meer wist wie ze was, en dan zouden ze samen een hele mooie naam verzinnen zoals
"Georgevina".
Toen merkte Visygodus dat hij wel erg aan het fantaseren was en ging naar bed.

De avonturen van VisygodusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu