Bom ontploffingen, geweersschoten, granaat ontploffingen, en de andere geluiden van de oorlog echoëde door de lucht. Aan deze kant was het een grote chaos. Sommige mensen bleven staan en keken naar de muur, de enige scheiding tussen ons en de oorlog, terwijl anderen in paniek hun familie bij elkaar probeerde te houden en een poging waagde naar veiligheid.
Ik hoorde bij de eerste groep, totaal niet bewust van het gevaar achter de muur, gedreven door nieuwsgierigheid. Diep van binnen zat de angst, de angst voor het onbekende, de angst voor de dood en het verlies van mijn leven wat ik tot nu toe gekend had.
Een scheur in de muur brak me uit mijn trans. Zonder de muur een laatste blik te geven draaide ik mijn rug toe en zette het op een lopen. De angst in de lucht was bijna te ruiken, dit was natuurlijk totaal iets nieuws, in onze stadt, vooral in onze wijk gebeurde bijna nooit iets levensbedreigend, tot op de dag van vandaag dan.
Alle mensen die eerst nog aan het staren waren, waren nu ook in paniek en probeerde zich door iedereen heen te wurmen, naar de veiligheid. Uit alle macht probeerde ik me staande te houden in de paniekerige mensen massa, afspeurend naar mijn familie of enig teken van de Wright's en Blake. Mijn ogen schoten alle kanten op, zochten naar de ijsblauwe ogen die me altijd kalmeerde en gerusstelde..maar ze waren nergens te bekennen.
Mijn ogen bleven hangen op een achterhoofd, een hoofd met kastanje goud bruin haar. Dat moest Blake wel zijn. Ik dwingde mijn voeten om nog sneller te rennen, en bleef met mijn ogen gefocust op Blake. Nog een paar meter, dan had ik hem bereikt. Iemand duwde me in de paniekerige chaos opzij. Ik struikelde door de duw en viel op de grond. Voor ik kon opstaan trapte een rennende man me ongemerkt in mijn gezicht.
Dit was het dan...mijn dood. Ik viel opnieuw en rolde op mijn rug, opkijkend naar de asgrauwe wolkloze lucht. Dit zou het laatste zijn wat ik ooit zou zien...Ik had nooit de tijd gekregen om mijn leven te leven, ik was nog maar 15 jaar. Een felle lichtflits verlichte de lucht en eindigde in grote knallen. De voeten om mij heen verdwenen langzaam aan en ik sloot mijn ogen, ik gaf toe aan de duisternis...niet wetend dat het onheil van de oorlog naderde.