3

6 1 0
                                    

Binnen was het muf en koel. Het voelde nog precies hetzelfde aan als vroeger, al had ik eigenlijk gehoopt dat het in de loop van tijd misschien iets minder eng was geworden. Ik schopte mijn schoenen uit, om vervolgens de gang door te lopen naar de huiskamer. Mijn oom wachtte al op de bank, en keek me met een schuin hoofd aan. Hij zei niks, wat me ongemakkelijk liet voelen. Zijn kleine bruine oogjes priemden zich dwars door me heen, alsof ze al mijn angsten en geheimen doorzagen. Ik rilde. Mijn ogen gleden naar de vloer. Bij de deur zat een lichter stuk laminaat. Het was gebleekt. Hij was de plek waar mijn moeder waarschijnlijk was gebeten door de hond. Ik sloot mijn ogen even, en zag het sijpelende bloed voor me; hoe het drupte op de grond. Het zachte geluid van het vloeibare wat landde op iets hards. Ik wilde het niet meer zien, en opende abrupt mijn ogen. Ik rolde mijn hoofd in mijn nek. Ik zag het plafond, grijs en schilferig. Dit huis deed me iets. "Ik ga naar boven. Waar zal ik mijn spullen zetten?" , zei ik terwijl ik naar mijn oom keek. Hij mompelde iets over de zolder, wat ik hoopte verkeerd te hebben verstaan. Ik keek hem vragend aan. "De zolder, Emily. Dat wordt je kamer." Mijn oom opende zijn ogen ietsjes, en keek me doordringend aan. Hij wist dat iedereen in de familie een hekel had aan de zolder. Dit huis was reusachtig. Waarom in vredesnaam de zolder, dacht ik bij mezelf. Ik knikte, en gooide het hengsel van mijn tas over mijn schouder terwijl ik mijn koffer pakte. Ik liep naar boven. Het was best nostalgisch, om na een paar jaar weer op deze trappen te lopen. De trappen van een enorm huis midden in het bos dat behoort van een enge oude man. Het huis met zes verdiepingen, en de brede trappen. Het huis met de gore plafonds, en kamers die op slot zaten. Ik kon er niet tegen. Al waren alle gordijnen open, het was nog steeds erg donker in het huis. Het ene deel van de zolder was helemaal leeg, maar om de hoek stonden nog wat oude meubels. Als ik vanavond wilde slapen, moest ik ergens snel een bed vandaan weten te halen. Mijn oom deed er echt alles voor om te zorgen dat ik een extra grote hekel aan hem kreeg volgens mij. Ik gooide mijn rotzooi weer neer, en liep kreunend naar de meubels. Ik zag een oude lamp, die het waarschijnlijk niet meer deed. Een wasmachine, een bijzettafeltje, borden en glazen waar barsten in zaten, en een leren bank. De bank was groot en bruin, en zag er nog best net uit voor een oude bank. Achter de bank stond een grote houten kledingkast de me te zwaar leek om alleen te verschuiven. Ik liet hem maar staan. Naast de kast stonden nog wat dozen. Eén doos viel me op. Er stond iets onleesbaars opgeschreven, wat al weer bijna weggevaagd was. Ik liet hem ook maar staan, ik vond het niet net om in iemands anders spullen te neuzen. Ik zag achterin een groot tweepersoonsbed staan. Het stond er prima, ik had echt geen zin om het in mijn eentje helemaal naar een betere plek te duwen. Een keer als ik tijd zou hebben zou ik wel mijn kamer opruimen, en schoonmaken. De kast en het bed bleven dus maar even staan. De rest kon ik opruimen. Kuchend van het stof wat omhoog kwam, bewoog ik me door de troep die op de zolder stond. Ik wilde meer licht. Ik zocht nog naar wat spullen die ik oké vond om te gebruiken, en begon met inrichten.

Na een tijdje was ik klaar. Ik had het bed nieuwe lakens gegeven, die ik in een kamer van een verdieping lager had gevonden. Daar stond ook nog een stoel in dezelfde kleur bruin als de bank. Ik had de bank en de stoel verschoven naast het raam, als een soort zitruimte. Ik had de kledingkast toch graag willen verplaatsten, maar kreeg hem niet verder dan een halve meter meegetrokken. Het bed was echter toch best te verplaatsen in vergelijking met de kast. Het bed stond in het stuk waar de meeste ramen waren, en het licht makkelijk binnenkwam. Naast het bed had ik meerdere hoge kasten gezet, waarin nog wat oude boeken en planten zaten. In het raamkozijn stond een platenspeler, en stond nog een plant. Ik hield van planten, vandaar. Aan de andere kant van de kamer stond nog een bureau met een boekenkast. Op het bureau had ik mijn laptop al klaargezet, zodat ik vanavond nog wat series kon gaan kijken, of kon gaan schrijven. Hier en daar stonden nog wat lampen die ik tegen was gekomen. Ook had ik mijn eigen fairy lights opgehangen boven het bed. Ik was moe, en plofte neer op mijn kamer. Het liefst zou ik nog wat muren willen verven, of wat fotolijstjes halen, maar dan zou ik naar het dichtstbijzijnde dorp moeten gaan en dat zou minimaal een uur duren. Het was te laat. Ik was te moe. Er klonk gekraak op de trap, en de deur van de zolder ging open. Mijn oom stond in de deuropening, met een stale blik. Hij keek de kamer rond, en merkte op dat ik de kamer had aangepast naar mijn smaak. Hij keek naar mij. "Leuk," zei hij. Hij keek nog een keer rond. "Laat die kast daar maar staan." Hij draaide zich om en liep weer naar beneden. Ik keek om naar de kledingkast, en zuchtte. Waarom moest dat weird ass ding daar blijven? Ik wilde liever een kast die bij mijn kamer zou passen. Daarnaast zou ik hem ook gewoon weg kunnen doen, en van het stuk waar hij staat een inloopkast kunnen maken. Als dat zou mogen. Vast niet. Ik schopte mijn sloffen uit, en liep naar mijn bureau, om even mijn mails te checken en wat video's te kijken op YouTube. Shit, ik was vergeten om de wificode te vragen. Dat moest ik morgen dan maar doen. Ik stond op, en liep naar het bed. Zachtjes liet ik mezelf zakken, tot ik helemaal op het bed lag. Ik zag de vieze korrels in het plafond, en ik huiverde. Dat moest ik morgen ook doen. En ik had er echt geen zin in. Buiten hoorde ik een knal. Ik keek snel uit het raam, maar zag even niet wat er zojuist gebeurd was. Verderop in het bos zag ik een rookpluim vanuit de bomen opstijgen. Was er brand? Of was iemand neergeschoten? Ik dacht in mezelf na. Waar zou de rook dan vandaan komen? Ik had geen idee wat ik zojuist had meegemaakt. Ik liet mezelf weer neervallen op het bed, en sloot mijn ogen. De dag flitste snel voor mijn ogen, en ik zuchtte. Zo was ik maar eens even van een prachtige stad met leven en geluk verhuisd naar een bos waar niet eens dieren willen leven. Ik had hier écht geen zin in, maar ik kon er alleen maar het beste van maken.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 28, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Into the woodsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu