Ik zie een man, hij licht er stil bij. Hij is dood, maar dat hij doodt is intresseert mij totaal niet. De speer is door een papiertje gegaan en door de mans hoofd. Om het denken wat makkelijker te maken, de speer dient als punaise en de man als muur. Fred pakt zijn speer, met daaraan het papiertje. Op het papiertje is mijn hoofd getekend! Wat betekend dit? Ik kijk nu naar de man, het is die vent die mijn tasje wou. Als hij het niet is wie dan? Wat moet ik? Fred verbreekt de stilte "Sorry Merel, maar het wordt toch een hapje mens." "Ja dag, droom lekker verder. Ik ben geen kanibaal!" Ik zeg er maar niet bij dat ik al helemaal niet deze man op ga eten aangezien ik hem al eens eerder ontmoet heb. "Wat jij wilt, maar je mag blij zijn met eten. Er is weinig en deze vangst ik groot genoeg voor drie dagen minstens. Dus dan heb je niks te eten." Hmpff wat zeurt hij toch? Ik neem wel een paar van die besjes. Als ik één van de besjes in mijn mond wil stoppen schreeuwt Fred "nee niet eten dat is giftig!" Te laat. Ik heb het besje al op. "Had dat dan eerder gezegd!" zeg ik nu boos. Ik hoop maar dat één besje niet erg is. Na de terug weg ben ik op. Ik heb honger en kan geen stap meer zetten, maar een mens op eten? Noway! Ik stort op het bedje en wil gaan slapen. "We moeten nog stenen gaan slijpen Merel! Als mijn speer stuk is hebben we anders een probleem. Als we elke dag er zes uur aan zitten hebben we nog een kans van overleven." "Maar ik wil slapen" antwoord ik, maar aan Fred te zien moet ik dit doen. Of ik het leuk vind, of niet. Ik zucht en begin aan zo'n onding. Na de hele tijd gewerkt te hebben kan ik niet meer ik moet slapen. Als ik weer wakker wordt borrelt mijn maag, tja ik heb gister één giftig besje gegeten. Ik ben al zo'n eet type dus dat maakt het alleen maar erger. Na dat ik dan toch besloten heb iets te moeten eten ga ik naar de tafel. De dode man ligt erop. Ik pak een bordje met een zelf geslepen mesje en vorkje door Fred uit een houten lade. Ik ga op het stoeltje bij de tafel zitten en kijk de dode man aan. Zijn ogen zijn dof. Ik kan haast niet geloven dat ik doe, maar doe het toch. Ik snij een stukje van zijn arm af. Wow dat mes is best scherp! Het snijden gaat heel makkelijk. Ik leg een deel van zijn arm op mijn bordje. Na lang gestaart naar het bordje te hebben neem ik toch een klein hapje. Zo slecht is het niet, om eerlijk te zijn is het zelfs lekker! Ik kijk om en zie Fred grijnsen "is ie lekker?"
--Wordt vervolgt--
JE LEEST
A Way (nl)
RandomMerel haar ouders zijn vermoord, nu wordt zij op een onverklaar bare reden achter na gezeten door mensen, zij moet ook dood. Ze loopt weg van huis zodat ze niet gevonden wordt en beland zo in een groot bos, wie is de vijand nou en wie je vriend?