H1

1 0 0
                                    

Ik lette in eerste instantie niet op hem. Hij zou toch direct een hekel aan me hebben dus ik had geen zin om mijn tijd aan hem te verspillen. Ik wenste mijn titularis een goede morgen en vroeg of ik iets voor haar kon betekenen. Ik vroeg het eigenlijk alleen maar om beleefd te doen. Ik mocht haar niet eens. Ze gaf zo veel taken die te snel af waren. Maar ze vroeg me toch iets, waardoor ik metteen begon te zweten. De jongen was blijkbaar nieuw en ik moest hem wegwijs maken in deze nieuwe school. Ik bekeek hem nu beter ik had eerst medelijden met hem, veranderen van school en de nieuweling zijn, echt een ramp! Maar toen ik hem zag verdween dat gevoel metteen. Ik snap zelfs niet eens hoe hij me niet had opgevallen toen ik binnen kwam. Hij was reusachtig! Hij zag er heel stoer en gevaarlijk uit. Zo een jongen waar elk meisje op kikt, buiten mij natuurlijk. Ik ben nog steeds de nerd he. Maar ik had al ja gezegd voor ik er maar over nagedacht had. Stom. Hij keek me aan alsof hij me niet begreep, en eerlijk ik begreep mezelf ook niet. Ik wou helemaal geen tijd met deze jongen doorbrengen. Ik hoopte dat hij tegen de middag al vrienden had zodat hij tijdens de lunch niet bij me zou komen zitten. Als hij zo dom zou zijn. De lessen startte en alle meisjes slaakten een gilletje toen hij zichzelf voorstelde aan de klas. Met tegenzin, natuurlijk. Hij heette Jack. Ik denk dat dat het belangrijkste was dat ik moest weten. En meer vertelde hij ook niet echt. Toen de les gedaan was pakte ik zo snel mogelijk mijn boeken zodat ik zo rap als het maar kon naar het volgende lokaal kon gaan, zonde jack. Maar ik schoof mijn stoel nog maar net onder de bank of hij stond al naast me. Hoe deed hij dat toch? Hij volgde me zwijgend naar het volgende lokaal. Tijdens onze wandeling keken veel meisjes ons aan, nou ja ons, hem. Hij leek het blijkbaar niet te merken want toen ik een geïrriteerde blik kreeg vroeg hij of er iets was. Ik schrok een beetje, had hij het tegen mij? Er zei nooit iemand iets tegen mij. Ik zag hem op zijn lip bijten. 'Niet dat het me aangaat of zo.' Ik was nog steeds van slag vertelde toen ik hem zei dat alles goed met me was. De opvolgende lessen waren verschrikkelijk. Hij bleef me maar volgen en elke keer als hij me iets vroeg schrok ik zo hard dat ik bijna struikelde. Tijdens de lunch had hij blijkbaar nog altijd niemand om bij te gaan zitten dus kwam hij naast me zitten. Zijn bord was volgepropt met eten. Op mijn bord lag enkel een appel en een stukje brood. Ik pakte de appel en begon hem in stukjes snijden. 'Wacht je nog op iemand?': hij vroeg het alsof hij geen antwoord verwachtte. 'Nee, ik eet meestal alleen. Je weet wel, nerdje van de school en zo.' Hij grinnikte,'Niet zo populair?' 'Niet echt.' 'Ach ja, dan hebben we dat alvast gemeen.' en toen begon hij aan zijn uitgebreide maaltijd. Ik was echt helemaal mijn kluts kwijt. Hoezo dan hebben we dat gemeen? Hij zag er echt niet uit als het nerdje van de school. Meer als de stoere sportieve jongen die door elk meisje in de stad aanbeden wordt. 'Misschien helpt het je dan om niet de hele tijd rond me te hangen,' merkte ik op 'ik durf te wedden dat je dan veel vrienden krijgt.' 'Tja, de sporters vallen af want die hebben totaal geen hersenen. De drama club is veel te dramatisch. Schaken is niet echt mijn ding. En laten we zeggen dat ik nog iets te jong ben voor in de leraarskamer. Jij bent nu eenmaal nog een beetje interessant.' Ik moest glimlachen toen hij dat zei, toch geen paspop. 'Dus je kunt over jezelf zeggen dat je redelijk intelligent bent?' 'Dat kan ik zeker.' Het was een antwoord dat ik had zien aankomen, maar het maakte hem plots veel minder irritant. Ik kon het verdragen dat hij de rest van de dag steeds achter me liep. En soms keken we de les na toen we naar een ander lokaal liepen. Ik zag in onze band niets vriendschappelijks. Daarvoor kende ik deze wereld net iets te goed. Maar ik had geen probleem met hem en hij ook niet met mij, plus ik was plotseling veel minder eenzaam. De volgende dag stond hij te wachten aan de deur van het klaslokaal. 'Hé, nieuwe. Ik ben normaal wel altijd de eerste hé.' Hij haalde zijn schouders op, 'Dan zul je er dus aan moeten wennen dat je nu altijd tweede zult zijn. Trouwens ik had gisteren nog een vraag voor jou, maar ik kon je niet bereiken. Heb je geen Facebook?' Dat was hard, ik had mijn profiel een paar jaar verwijderd toen ik allemaal gemene opmerkingen op mijn foto's kreeg. 'Nee, ik ben de nerd weet je nog? Ik besteed mijn tijd aan nuttige zaken' 'Laten we zeggen dat ik hiervoor heel anders was. Maar daar gaat het nu niet om. Zou het niet handiger zijn als we elkaars nummer hebben? Dan kun je me vragen of ik mijn huiswerk door kan sturen.' Ik lachte. 'Ja dag, en dan expres fouten maken zeker.' Toch gaf ik hem mijn nummer. Wat kon het voor kwaad? Niets toch. 'S Avonds kreeg ik een berichtje, ik had het wel een beetje verwacht en toch was ik verbaasd. 'Huiswerk al klaar?' Ik moest lachen, en dat was echt al lang geleden. 'Ja, wat dacht je? Ik ben wel de nerd he!😉' 'Ik denk niet dat je de nerd van de klas bent hoor!' Hier was ik even niet goed van. Meende hij dit nu? Dit was toch een soort van grapje tussen ons? De twee nerds van de klas. Waarom moest hij me weer anders zien. 'Hoe zie jij me dan?' Metteen had ik spijt van m'n bericht. Waarom negeerde ik hem niet gewoon? Het antwoord daarop vond ik verschrikkelijk, ik begon hem te mogen. Ik zag hem als een vriend. Ik dacht dat ik slimmer was. Ik was al gekwetst door mensen die ik goed kende en nu ging ik de eerste vreemde plotseling vertrouwen. Ik hoorde mijn gsm afgaan. 'Ik denk dat je best cool bent. Voor een nerd.😉' Dit ging de verkeerde kant op. Ik was niet cool, nooit geweest. Ik was altijd anders geweest, het buitenbeentje. Waarom wou hij dat nu zo graag veranderen. De volgende dag sprak ik niet tegen hem, hij leek het niet erg te vinden. Het irriteerde me dat hij me nog steeds volgde. Kon hij niet gewoon ophoepelen? Maar dat deed hij niet. Ik bleef hem negeren, ik reageerde niet op zijn berichten en tijdens school sprak ik hem ook niet. Mijn leven zag er weer normaal uit. Saai. Helaas bleef hij nog altijd bij me lopen waardoor ik hem moeilijk kon vergeten. We waren twee maand verder en ik had nog altijd geen woord tegen hem gezegd. Meestal praatte hij. Niet altijd, als hij de stilte beu was. 'Waarom praat je niet meer tegen me?' 'Je ziet me niet hoe je me hoort te zien.' ik kon mezelf wel slaan, hoe dom was ik wel niet om te reageren. Het was me al twee maand gelukt. Ik keek angstig naar hem, maar hij keek niet verbaast. 'Hoe moet ik je dan zien?' 'Snap je het dan niet? Je hoort me niet te zien, je hoort niet tegen me te praten. Het klopt niet dat je me cool vindt. En dat je bij me blijft.' 'Hoelang doe je dat al?' 'Hoelang doe ik wat al?' 'Alle mensen die ook maar om je zouden kunnen geven van je wegduwen.' Ik werd woedend. Waar had hij het lef vandaan? 'Jij weet helemaal niks van mij. Misschien ben ik gewoon graag alleen?' 'Of misschien ben je bang om gekwetst te worden zodat je er weer alleen voor staat.' Het was geen vraag, het was gewoon een opmerking. En dat kleine verschil zorgde ervoor dat ik hem niet begon uit te schelden maar dat ik naar hem keek. Echt keek. Wat had hij meegemaakt. Zou hij het kennen. Ik ging niet in op zijn opmerking en omdat hij wachtte op een reactie dus het bleef stil. Uiteindelijk brak ik dan toch de stilte 'Tja, het leven is hard niet waar?' 'Dat is het zeker. Je moet gewoon weten hoe je er naar moet kijken.' 'Hoe moet je er dan naar kijken?' 'Geen idee. Maar ik denk dat het gemakkelijker is als je het met twee doet.' 'Waarom?' 'Dan sta je er niet meer alleen voor.' Ik moest me echt inhouden om niet te vragen naar zijn verhaal. Ik wou het echt weten. Hij was groot, daardoor kon hij dus veel verbergen. Wat zou er zitten achter die reusachtige spiermassa. Ondanks Jack nog steeds de hele tijd rond mij hing ging zijn populariteit niet omlaag. Elke keer toen we een groepje meisjes tegen kwamen hoorde ik ze telkens weer zuchten. Ik werd er een beetje pist van. Het ergste van dit alles was dat hij het gewoon nooit merkte. 'Wat is er?' 'Die meisjes zaten weer naar je te kwijlen als een hond die naar een berg botten keek.' 'Niet gemerkt.' en hij haalde zijn schouders omhoog. 'Hoe komt het toch dat je dat nooit opmerkt?' 'Laten we zeggen dat ik ergens anders zit met mijn gedachten.' en hij knipoogde naar mij. Ik moest blozen. Bach, wat haatte ik dit! Ik wou vragen waar hij aan dacht, maar dan zou hij ook iets aan mij vragen en daar had ik geen zin in. We waren op weg naar de eetzaal, ik wist nu al dat ik bijna niks zou kunnen eten. Toch pakte ik een hele pasta en een appel. Ik begon met de appel. 'Waarom snij je altijd je appel in stukjes?' en hij stopte een stuk brood in zijn mond waardoor ik wel moest antwoorden. 'Een gewoonte denk ik.' 'Je liegt!' oké hij had me door. 'Als klein kind heb ik eens een tand verloren toen ik in een appel beet. Het was zo'n vies beeld dat ik gewoon altijd mijn appel in stukjes snij om te voorkomen dat het nog eens gebeurd.' Hij moest lachen en ik grinnikte. Zijn lach was een leuk geluid, maar het was heel zeldzaam. In de tijd dat ik hem ke heeft hij nog maar weinig luidop gelachen. 'Fijn dat je mijn kindertrauma zo grappig vindt.' 'Sorry, ik probeer het me gewoon voor te stellen. Geloof me, het is echt een grappig gezicht!' Hij lachte nog steeds en mensen begonnen ons aan te kijken. Mijn appel was op dus begon ik aan mijn pasta. 'En, heb jij zo geen grappige verhalen van vroeger? Het valt me op dat ik eigenlijk heel weinig van je weet.' 'Ik weet ook niet zoveel van jou hoor!' 'Laten we dan om de beurd een vraag aan elkaar stellen.' 'Goed, ik begin. Sinds wanneer sluit je jezelf af van de rest?' Pffff, hier had ik echt geen zin in. Ik dacht dat we het over broers en lievelingskleuren gingen hebben. Maar nee hoor, neem maar metteen een moeilijke. 'Dat weet ik niet precies. Ik denk vanaf de tweede keer dat ik van school ben veranderd. Nu is het mijn beurd!' Ik moest even nadenken. Als hij zulke vragen ging stellen mocht ik dat ook toch? 'Hoe komt het dat je al zoveel van het leven kent?' Ik begon terug aan mijn pasta waardoor ik liet merken dat ik een uitgebreid antwoord eiste. 'Nou, om te beginnen, dit is zo wat mijn vijftiende school. Dus laten we zeggen dat ik een kenner ben op het vlak van dingen achter je te laten. Ik heb ook al een paar keer in de bak gezeten en bij mij thuis''Wow, wacht! Wat bedoel je met "de bak"?''De gevangenis.' Ik schrok een beetje, niet omdat ik bang was, ergens kon je het wel zien aankomen. Maar gewoon de gedachten dat deze jongen al eens een nacht in de gevangenis heeft gespendeerd. Ik kon het me gewoon niet voorstellen. 'Ga door.' ik fluisterde 'Zeker?' hij zag dat ik geschrokken was. Ik knikte. 'De laatste keer heb ik daar drie dagen gezeten. De reden is nogal stom, maar als je er groot uit ziet gaan mensen je nu eenmaal eerder beschuldigen' hij keek me aan met een beschuldigende blik. Ik moest slikken omdat ik wist dat hij het over onze eerste ontmoeting had. 'Wat had je gedaan?' 'Ik had een oud vrouwtje geholpen met haar boodschappen, maar ze struikelde toen we naar haar huis staten en de politie dacht dat ik haar had aangevallen.' 'Niet waar!' 'O jawel, de vrouw werd naar het ziekenhuis gevoerd. Ze was dement dus herinnerde zich niks meer. De politie besliste dus dat ik schuldig was en sloten me op' 'Dus omdat je zogezegd een oud vrouwtje had aangevallen moest je drie dagen in de gevangenis blijven?' het leek me nogal een grote straf voor iets dat zelfs niet eens zeker was. 'Nou, nee.Mijn ouders moesten me komen ophalen. Na drie dagen is Nona me komen ophalen.' 'Wie is Nona?' 'Laten we zeggen dat ze een werknemer is van mijn vader. Ik ben haar als mijn moeder beginnen zien. Ze is de enige in het huis die om me geeft. Ik denk dat als het aan mijn vader lag dat ik daar misschien nu nog zou gezeten hebben.' De bel ging, dus moesten we naar de volgende les. Maar ik kon me niet concentreren. Hoe kon je nu je eigen kind in de gevangenis laten zitten. En het was zelfs niet eens zijn schuld. Door zijn verhaal ging ik plots met heel andere ogen naar Jack kijken. Ik wist dat hij wat te verbergen had. Maar dit had ik nooit verwacht. We kregen een opdracht bij nederlands en voor engels moesten we een kunstwerk voorstellen. Het belsignaal liet weten dat de dag om was. Ik pakte mijn spullen bij elkaar toen de leerkracht voor me kwam staan. 'Skye, zou je nog even willen blijven?' Ik schrok, niemand noemt me bij mijn naam. De meeste leerkrachten zeiden altijd gewoon 'ja' tegen me als ik wou antwoorden, en andere mensen noemden me nerd, strever en dombo. Dat laatste was Jack's bijnaam voor me. Ik wou hem mijn naam niet zeggen dus had hij voor een alternatief gezorgd. Ik denk zelfs dat buiten mijn ouders en mijn leerkrachten niemand mijn naam wist. Ik knikte, ik wist ook gewoon niet wat ik zou moeten zeggen. 'Ik vroeg me af of je het erg zou vinden als je het werkstuk met Jack zou maken. Blijkbaar kunnen jullie wel goed met elkaar opschieten. Ik zou graag voor zijn eerste werkstuk hem bij iemand zetten die hij al een beetje kent.' Ik was nog altijd overstuur doordat ze me had aangesproken met mijn naam. Mijn stem klinkte dus ook een beetje raar toen ik antwoorde. 'Geen probleem mevrouw.' 'Goed, dat is dan geregeld. Jack, je zit bij Skye voor het groepswerk.' Ik kromp in elkaar, stond hij daar nog? En erger, had hij mijn naam gehoord? Tuurlijk had hij het gehoord. Zelfs als mevrouw Howard het had gefluisterd had hij het nog gehoord. Hij stak zijn duim op en wachtte tot ik het klaslokaal uitliep zodat hij mee kon lopen. 'Ik had je meer gezien als een Roxy of zo gezien. Zo een heel tuttige naam waardoor je hem niet wou gebruiken. Maar wat is er zo verkeerd aan Skye?' Ik begon harder te lopen. Hier had ik geen zin in. Hij kon veel sneller lopen dan mij dus mijn inspanning was zo wat voor niks geweest. Hij stond nu voor me en blokkeerde mijn weg. Ik probeerde de dichtstbijzijnde deur te zoeken. 'Ik heb je mijn geheim toevertrouwd. Maar ik mag niet weten waarom jij je naam niet wou zeggen.' Ik weet dat het verkeerd is. Maar de herinneringen komen terug. En ik wil ze niet terug. 'Ga uit de weg! Ik mis mijn bus.' 'Ik breng je wel naar huis.' 'Goed, maar ik moet dan wel naar buiten.' Hij keek me bezorgd aan. Maar liet me wel gaan, misschien wist hij al dat ik mijn bus toch al had gemist en dus nergens heen kon. 

skyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu