Heel zacht hoor je de geluiden van Shellrest doordringen in de auto. Geschreeuw, gegil, geweerschoten en sirenes. Zav doet zijn best de geluiden voor zich af te sluiten. Sly daarentegen zit tegen het raam gedrukt en kijkt haar ogen verafschuwt uit. Ze herinnert zich de les waarin ze het over Shellrest hebben gehad maar wazig, iets met een virus en een hele hoop protesten. Zodra ze de dikke stadsmuren in zijn gereden zijn de vervallen muren van wolkenkrabbers pas zichtbaar. De wolkenkrabbers komen een paar meter boven de muur uit en enkele zijn verbonden met een hele hoop kabels. Sly spot een kabel wat een kabelbaan zou moeten zijn geweest. De dubbele kabel is aan een kant kapot, de wagon hangt alsof het ieder moment naar beneden kan storten. De stad is bewoont. Er lopen moeders met soms wel 5 kinderen om hen heen in vieze lappen stof. Een man loopt met een kinderwagen waar 1 wiel van af is. De man loopt krom en kijkt Sly recht aan als ze naar hem aan het staren is. Tot Sly's verbazing mist hij een deel van zijn gezicht, je kan letterlijk zijn schedel zijn van de linkerkant van zijn neus tot aan zijn oor. Zijn tanden staan schots en scheef. "Zav" fluistert Sly, bang dat de man haar zou kunnen horen vanuit de auto, ook al zijn ze al een paar meter verder. Ze kan moeilijk haar blik van het raam loslaten. "Ze kunnen ons niet zien, toch?"
Zav reageert niet maar staart naar zijn in elkaar gevouwen handen. Hij telt in zijn hoofd en concentreert zich op zijn ademhaling, alleen zo kan hij alles wat buiten de auto gebeurt van zich afsluiten. Hij is hier al vaker doorheen gereden, te vaak, en iedere keer raakt hij er zo van in paniek dat hij het liefst in een balletje zou kruipen om te huilen.Sly maakt zich los van het raam. Heel voorzichtig raakt ze haar broers schouder aan. Zav schrikt op. Zijn reactie is heftiger dan ze had verwacht. Hij kijkt wild om zich heen en slaat zijn armen om zijn middel. Pas als hij Sly's kan op kijkt ontspant hij weer. "Sorry" mompelt Sly een beetje beschaamd.
Zav haalt diep adem. "Geeft niet." Hij klinkt vermoeit, merkt Sly op.
"Ik- eh- vroeg me af of ze ons ook kunnen zien."
"Nee, nee dat kunnen ze niet. Ze hebben geen idee dat wij in-". Het geluid van glasscherven onderbreekt het gesprek. Iruk komt tevoorschijn. "Een kind gooide net een fles bier tegen de auto, niets aan de hand."
Weer haalt Zav diep adem. Iruk draait weer terug. "Iruk, kun je sneller gaan?"
"We zijn bijna door de stad heen, meneer."
"De vraag was of je sneller kunt gaan, niet of we bijna door de stad heen zijn."
"Ik zal mijn best doen, meneer."
Zav zakt onderuit in zijn stoel en start overnieuw met tellen.Iruk stopt de motor en opent de raam langs hem. Sly kijkt langs zijn stoel af naar wat er gaande is. Zav negeert het hele gebeuren. Er komt een muffe stank de auto binnen. De bewaker bij het raam vraagt naar Iruks papieren, die hij netjes in een mapje laat zien. De beveiliger bladert de papieren door en verwijst Iruk verder door. Sly verwacht dat de poort van de stadsmuur open zou gaan, maar in plaats daarvan rijd Iruk naar rechts en parkeert daar weer. Een andere bewaker seint dat het raam weer naar beneden moet, Iruk volgt zijn instructies. 'Goede avond, meneer' zegt de bewaker van de poort. 'Kunt u de deuren openen zodat ik binnen kan kijken. Standaard procedure zodat niemand de stad in en uit gesmokkeld wordt' legt hij vervolgens uit. Zav haalt op dat moment zijn paspoort uit zijn zak. Sly staart naar de bewaker. Hij heeft een enorm litteken van zijn slaap tot aan zijn lip lopen, ze vraagt zich af hoe hij daar aan komt. De man kijkt nu Sly ook aan, ze slaat haar ogen naar beneden, maar zodra ze weer op kijkt kijkt de man nog steeds naar haar. 'Paspoort' bromt de man. Natuurlijk, Sly begint haastig haar tas open te maken om haar paspoort er uit te halen. Gelukkig ligt die vrij voorop. Ze reikt het blauwe boekje uit naar de man. Deze bladert er even in kijkt naar Sly, weer terug naar het boekje en geeft het dan terug. Hij doet hetzelfde bij Zav, Iruks papieren zijn al gecontroleerd. 'Kunt u uitstappen' zegt de man vervolgens tegen alle drie. Zav slaakt een zucht, wat alleen Sly opvalt. Sly klikt als eerste haar gordel los en laat zich uit de auto zakken. Zav doet er tot haar verbazing langer over. Sly gaat bij Iruk staan, een paar meter van de auto vandaan. Zav komt haastig om de wagen heen gelopen. 'Wat doen ze nu?' vraagt Sly aan niemand in het bijzonder. Haar blik is gericht op de twee mannen in uniform die de stoelen uit de auto tillen.
'Ze kijken of er nog iemand in de auto zit' zegt Iruk.
'Maar die zit er niet?'
'Klopt, maar dat weten zij niet.'
Een van de mannen is al weer bezig met de stoelen een voor een terug te zetten. De andere gaat op een of ander karretje liggen waarmee hij onder de auto rolt. 'Wat doet hij nu?'
'Hij kijkt of er mensen onder de auto zitten' zegt Iruk weer.
'Wat? Is dat al eens gebeurt dan dat er iemand onder de auto mee rijdt? Dat moet je dan toch voelen of zien?'
'De mensen in deze stad doen er alles aan om er uit te komen.'
'Dat is geen antwoord op mijn vraag' moppert Sly. Ze richt haar aandacht nu volledig op Iruk.
'Heb je dat ooit eens gehad dat er iemand onder de auto zat?'
Iruk knikt alleen maar.
'Serieus? Maar hoe dan? Je kan toch zien dat er iemand op de weg ligt of zo?'
'Er was iemand van uit een rioolput aan de auto gaan hangen. Hij werd hier gevonden en' Iruk slikt de rest van zijn zin in.
'En wat?' Sly's ogen zijn groot van nieuwsgierigheid.
'En de rest doet er niet toe. Hij is niet meegesmokkeld, punt.' Dat is het eerste wat Zav zegt sinds dat ze stilstaan. Sky schrikt door zijn toon, hij is normaal niet zo bot tegen haar. Ze besluit om niet door te vragen en het op een later moment uit de mannen te peuteren.
'Jullie mogen verder. Alles is in orde.' zegt een van de bewakers vervolgens. 'Nog een goede reis.' Het drietal stapt terug in de auto. Zodra Iruk de auto start gaat de enorme poort open. De auto rijdt er doorheen. Met een opgeluchte zucht van Zav laten ze Shellrest achter hen.