Hoofdstuk 2

9 1 0
                                    

'Pap ik ben thuis!' Ik ben net klaar met school. 'Je had toch 7e?' Pap komt de trap aflopen. 'Ja klopt, maar Engels en Geschiedenis vielen uit.' Zeg ik blij. 'Oh Oké, zou je even langs de apotheek willen gaan om de antistres pillen van je oma op te halen, en ze dan naar oma brengen?' Vraagt pap. 'Is goed.' Ik pak mijn fietssleutel weer die ik net op het kastje had gegooid. 'Doei Pap.' Ik sluit de deur achter mij. 'Sinds mam dood is moet ik alles doen, zoals wassen, strijken, koken, stofzuigen en dingen doen voor oma omdat ze niet meer goed te been is. Ik doe het allemaal maar, alleen als ik het niet doe dan is nu ons hele huis een grote rommel. Pap werkt ook alleen maar in zijn kantoortje, hij komt er nauwelijks uit, alleen om te eten, slapen en plassen.' Mompel ik tegen mijzelf.

'Hallo, ik kom de pillen voor mevrouw Verbeek halen.' Zeg ik beleefd tegen de mevrouw achter de kassa. 'Oké, als u even wilt wachten. Dan haal ik ze even uit het magazine.' Ik knik en ze loopt weg.

Ik sta te wachten en ik zie een man binnen komen met alleen maar zwarte dingen, zwarte kleren, schoenen, haar, tatoeage, oftewel eng. Hij komt naast mij staan en kijkt mij dodelijk aan. Na die blik loopt die weg en kijkt hij niet meer om. Ik krijg er rillingen van. 'Mevrouw, hier zijn de pillen.' Ze geeft mij een plastic zakje met daarin een doosje. 'Bedankt.' Zeg ik beleefd. 'Dat wordt dan €16,99.' Ik kijk haar verbaasd aan. Oké, ik moest blijkbaar betalen, dat had papa niet gezegd. Gelukkig had ik nog een briefje van 20 euro in mijn telefoon hoesje. Ik geef haar het briefje van 20 en krijg 3 euro terug. 'Een fijne dag nog.' Glimlacht ze. 'Bedankt.' Ik lach terug en loop de winkel uit. Hopelijk krijg ik het geld van papa terug, ik krijg namelijk sinds kort ook al geen zakgeld meer.

Ik vind het kleine plastic zakje onder mijn snelbinders en stap op de fiets.
Hmm welke kant zou ik nemen? Door het bos of over de weg. Ik heb geen zin in die hobbelige wegen, dus ik kies voor de weg.

Ik ga naar links en rij op de weg. Nu is het nog 20 min. fietsen.

Alleen het kruispunt over en dan naar rechts en dan ben ik er. Ik zie een auto van links aanrijden maar ik steek toch over omdat ik toch voorrang heb. De auto toetert hard en dan voel ik een harde klap. Ik hoor gegil en mensen die aan mij zitten. 'Meisje! Meisje! Hoor je mij?' Ik wil antwoorden maar het lukt niet. Ik voel duizeligheid en hoofdpijn. Ik beweeg met mijn lichaam en dan word het zwart voor mijn ogen

Na de doodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu