Proloog

856 24 4
                                    

Opgewonden en bang kijk ik naar mijn broer die weigert aan de hand van zijn moeder te lopen zoals ik. Daar is hij te groot voor. Hij is al elf en gaat vandaag naar Zweinstein. Het feit dat ik maar een half uur jonger ben doet hem niks. We zullen ze maanden niet zien dus geniet ik van de tijd die ik nog bij mijn ouders kan zijn. Ik heb zin in school, maar zal ze wel missen. James rent van hot naar her met zijn spullen achter zich aan en onze vader moppert op hem dat hij wat rustiger moet doen. Straks raken we elkaar kwijt. James moet tenslotte op me passen. Ik zucht en mijn moeder lacht. Mijn vader is altijd al erg beschermend geweest, maar als ik kwaad ben moeten mensen juist voor mij oppassen. Onze moeder heeft me altijd geleerd voor mezelf op te komen en mezelf te verdedigen. Het is dikwijls gebeurt dat ze James van mij moest redden als hij mijn spullen had vernield om te pesten. Na mijn laatste woede uitbarsting toen hij Debbie pijn deed vermijd hij mijn woede liever en stopte met pesten.

Zoals mijn vader al had verwacht zijn we James al snel kwijt. Mijn vader vloekt en tiert omdat ik nu alleen de trein in moet. Mijn moeder zegt hem niet zo te schelden en verzekerd hem dat ik best voor mezelf kan zorgen. Ze helpen mijn spullen de trein in en zeggen mijn kerkuil naar school te sturen. Hope heeft namelijk een hekel aan haar kooi. Ze vlieg liever zelf en ik heb mijn halfbloed kat ook al bij. Hij is half kwistel dus heel slim. Hij heeft felblauwe ogen, de oren van een lynx en een wit zwart gestreepte vacht zoals een tijger. Zijn vader is een Siberische kat en zijn moeder een kwistel. Zijn vacht is lang en zacht en hij ligt graag bij je. Het is nog een kitten, maar nu al redelijk groot. Ik heb hem vorige week gekocht in de winkel en was meteen verliefd op hem. Ik heb hem Teddy genoemd, omdat het zo'n knuffelbeer is.

Ik zoek een coupe, maar bijna alles is vol en druk. Teddy kan daar niet tegen en ik wil ook rustig een boek kunnen lezen. Dan vind ik een coupe met twee andere kinderen van mijn leeftijd. 'Hoi, vinden jullie het goed als ik en mijn kat hier komen zitten?' vraag ik vriendelijk. Een jongen met lang zwart haar kijkt op net als een meisje met rood haar.
'Natuurlijk, ik ben Lily en dit is Severus. Hoe heet jij?' Mijn ogen worden groot en ik leg mijn koffer in het rek.
'Severus, dat is apart, maar wel mooi. Mijn naam is Luna en dit is Teddy.' zeg ik enthousiast en haal mijn kat uit zijn mand waarna ik ga zitten. Lily is meteen enthousiast en begint het dier te aaien. De jongen kijkt me wantrouwend aan en opent dan zijn mond.
‘Moet je geen afscheid nemen van je ouders.’ zegt hij bot en ik grinnik.
‘Dat heb ik al gedaan. Ze zijn mijn broer zoeken. Hij was weer eens verdwenen dus hielpen ze me de trein in en ben ik een rustige plek gaan zoeken. Wat lees je?’ vraag ik als ik zijn boek zie. De jongen kijkt me verbaast aan.
‘De Kronieken van Narnia.’ zegt hij kort. Ik frons.
‘Dat ken ik niet en we bijna alles in onze bibliotheek. Is het een dreuzelboek?’ vraag ik nieuwsgierig. Hij knikt.
‘Pa wil geen tovenaarsboeken in huis. Hij haat toveren. Toen ik dit van mijn moeder kreeg wilde hij eerst zeker weten of het wel een dreuzelboek was.’ zegt hij zuchtend. Ik knik.
‘Wat erg voor je. Het is toch een deel van wie je bent. Accepteert je moeder het wel? Is ze ook een heks of een dreuzel?’ vraag ik voorzichtig.
‘Een heks. Net als heel mijn moeders kant van de familie.’ Lily kijkt ons verward aan.
‘Wat is een dreuzel?’ Ik glimlach.
‘Een dreuzel is iemand die geen magie bezit. Als hun kind dat wel doet noemt men dat een dreuzeltelg. Ze hebben het dan van een verre voorvader, maar omdat dat al heel lang geleden is, is dat vergeten. Dit komt door een snul, al zijn die zeldzaam. Kinderen met minimaal een magische ouder erven magie bijna altijd. Een kind dat dit niet doet noemen we een snul. Die trouwen dan met dreuzels en verbreken bijna al hun banden met de magische wereld tot het uiteindelijk wordt vergeten door de familie. Generaties later kan een kind als nog geboren worden met magie, de dreuzeltelg die ik eerder noemde. Ik denk dat jij dat ook bent Lily als je dat woord niet kent. Dat de magie bij jou weer opleefde is bijzonder. Je gaat het vast fanatische leuk vinden en heel goed doen, er is misschien veel nieuw maar dreuzeltelgen zijn over het algemeen heel geëtaleerd. Dit is denk ik mede omdat voor jullie niet alles van zelfsprekend is en dus meer je best doen dan sommige anderen.’ vertel ik enthousiast en Lily bloost.
‘Ik hoop het, ik ben bang dat ik zoveel achter lig.’ Ik glimlach.
‘Rustig maar, ik kan je helpen als je iets niet weet en op school beginnen we met de basis. Zelf met twee magische ouders weet ik ook nog niet alles. Ik ken misschien twee spreuken, ken de spellen en spullen en weet hoe ik moet vliegen. Ik weet theoretisch best veel aangezien ik graag lees, maar bijna alles moet je kunnen doen, dus maak je niet druk.’ stel ik haar gerust en dan begint de trein te rijden.

Ik pak wat lekkers uit mijn rugzak en hou het hen voor. ‘Dit is snoep uit de tovenaarswereld. Probeer maar, ik heb genoeg.’ zeg ik glimlachend en beide pakken ze een chocoladekikker.
‘Er zit een kaartje bij met een beroemde tovenaars en omschrijving. Ik spaar ze, niet schrikken ze bewegen en soms zijn ze er even niet.’ zeg ik en Severus en Lily meteen enthousiast.

Ik laat hen net mijn verzameling zien als de deur open gaat. ‘Hey Luna.’ zeg James grijzend en staat in de deuropening met een knappe jongen. Hij kijkt me een arrogante grijns aan en ik weet nu al dat ik hem niet aardig vind. Ik frons en zonder iets te vragen duwen ze Severus aan de kant en ploffen naast me neer.
‘O je kaarten, ze zijn leuk, maar niet echt bijzonder. Ik weet leukere en spannendere dingen. Helaas mocht ik mijn bezem niet meenemen.’ zegt James nu en grijnst naar Lily. Ik negeer hem en help Severus overeind die op de grond is gevallen waarna ik op de andere bank ga zitten. De jongen volgt mijn voorbeeld en Lily komt ook bij ons zitten.
‘Gaat het?’ vraag ik en kijk bezorgd naar Severus’ schaafwond. Hij knikt, maar ik pak toch mijn toverstaf.
‘Episkey.’ Na die woorden is zijn schaafwond verdwenen en Severus kijkt me verbaast aan. Ik bloos.
‘Onze moeder werkt in het ziekenhuis als vrijwilliger omdat ze graag mensen helpt. Dit is de eerste spreuk die ze me leerde zodat ik mezelf kan genezen als ik gewond raak of als die idioot van een broer weer iets stoms doet zoals nu.’ leg ik haastig uit. Ze knikken en Severus pakt mijn kaartencollectie voorzichtig over.
‘Moet je geen dank je zeggen tegen mijn zusje?’ gromt James naar de jongen naast me. Ik zucht.
‘Nee dat hoeft hij niet James en doe niet zo vervelend.’

Mijn broer rolt met zijn ogen, maar houd wijselijk zijn mond.
‘In welke afdeling hopen jullie te komen? Luna en ik komen vast in Griffoendor, daar zit bijna onze hele familie.’ zegt James dan. Lily kijkt ons verward aan. Ik glimlach.
‘Er zijn vier afdelingen waarin je gesorteerd kan worden. Griffoendor staat bekend om zijn dapperheid, vastberadenheid, ridderlijkheid, durf en moed. Huffelpuf staat bekend om zijn harde werkers, geduld, toewijding, eerlijkheid, vriendelijkheid, tolerantie, loyaliteit, en hun trouw. Ravenklauw staat bekend om zijn intelligentie, individualiteit, creativiteit, originaliteit, acceptatie, wijsheid en leergierigheid. De laatste afdeling is Zwadderich en staat bekend om zijn vindingrijkheid, sluwheid, ambitie, vastberadenheid, zelfbehoud en broederlijkheid. Persoonlijk maakt het mij niet waar ik kom, ik kijk wel waar ze me plaatsen. Elk afdeling heeft zo zijn sterke en zwakke punten.’ leg ik uit.
‘Zwadderich is slecht. Het is algemeen bekend dat bijna alle duistere tovenaars daarvandaan komen. Degene die daar heen gaan zijn toekomstige dooddoeners.’ zegt James boos. Severus vliegt woedend overeind.
‘Zwadderich is niet slecht. Ik zal blij zijn als ik er heen mag net als mijn moeder en de rest van mijn familie.’ snauwt hij kwaad. James vliegt ook overeind en haalt uit. Severus vliegt achteruit en zijn neus bloed. Voor James nog eens kan slaan ga ik voor de jongen staan en kijk hem woedend aan.
‘Opzouten voor ik je neus breek James. Ik sta niet toe dat je iemand pijn doet omdat hij anders denkt dan jij. Severus heeft gelijk, de afdeling is niet slecht. Het klopt dat de meeste duistere tovenaars daarvandaan komen, maar dat betekend niet dat iedereen die daar naartoe gaat slecht is. De afdeling heeft ook hele mooie eigenschappen. Er zijn bovendien genoeg tovenaars en heksen die daar zaten en juist tegen de dooddoeners vechten.’ zeg ik boos. James luistert niet en probeert opnieuw te slaan, dus geef ik hem zo’n harde knal dat hij tegen de wand klapt.

Geschrokken kijkt hij me aan als zijn neus verkeerd staat en bloed. ‘Ik had je gewaarschuwd, maar je probeert hem gewoon weer pijn te doen. Wegwezen voor ik je wat doe.’ zeg ik boos en de twee jongens maken dat ze wegkomen. Ik genees de neus van Severus en verontschuldig me voor mijn broer. Hij glimlacht echter.
‘Het geeft niks, ik weet als geen ander dat je je familie niet voor het uitkiezen hebt. Ik zou willen dat ik niet alles stiekem moest doen en pa van ons hield.’ zegt Severus onzeker.
‘Het komt goed Sev, je hebt mij en Luna.’ stelt Lily hem gerust en de jongen kijkt me onzeker aan. Ik knik meteen.
‘Ze heeft gelijk. Welke afdeling we ook komen, ik vind jullie beide nu al aardig en we blijven vrienden hoe dan ook. Ik hoop dat je wens uitkomt en je in Zwadderich komt Severus.’ zeg ik vrolijk en de rest van de reis spelen we spelletjes. Teddy is inmiddels bij Severus op schoot gekropen en blijft hem kopjes geven. Ik glimlach.
‘Hij is heel kieskeurig als het op mensen aankomt Sev, het is echt een compliment dat hij je zo lief vind. Je bent een goed mens.’ De jongen bloost en dan stopt de trein.

We stappen uit en laten onze bagage in de trein staan. Teddy loopt achter ons aan en een grote man wacht ons op. We worden per vier in een bootje gezet en ik kijk met grote ogen over het schitterende meer. Teddy ligt al weer bij Sev op schoot en er stapt nog een jongen bij ons in het bootje.
‘Hoi ik ben Luna en dit zijn Severus en Lilly. Wie heb jij?’ Hij glimlach.
‘Remus en wie is dat?’ vraagt hij en wijst op Teddy.
‘Dat is mijn kat Teddy al ligt hij nu al de hele tijd Severus. Hij is half kwistel en normaal heel kieskeurig wat mensen betreft. De enige bij wie hij normaal zo aanhankelijk is ben ik.’ leg ik uit. De jongen knikt en met zijn vieren kijken we naar het prachtige meer en kasteel.

Daarna gaat alles ineens heel snel en heb ik een hoed op mijn hoofd. Remus, Lily, James en zijn vriend zitten in Griffoendor. Severus en ik moeten nog worden gesorteerd en nu is het dus mijn beurt. Het sorteren gaat heel willekeurig dit jaar.
‘Hmm jij bent een moeilijke. Je hebt zeker de moed en ridderlijkheid van je familie, maar bent ook heel slim en leergierig. Loyaal, vriendelijk en een harde werker is ook een feit. Broederlijkheid, ambitieus en vindingrijk. Dat je geen voorkeur hebt maakt het niet makkelijker. Je zou het in alles zo goed doen.’ Zo gaat de hoed een tijdje door en zegt me zelf de keuze te maken, maar dat lukt me niet. Ik kan niet kiezen. De hoed zucht.
‘We zijn al 6 minuten bezig en het is duidelijk dat je niet gaat kiezen. Ik moet nog meer leerlingen sorteren dus houden we het maar op Griffoendor net als je familie en vrienden.’ Dan begint de hoed mijn afdeling te schreeuwen en halen ze de hoed van mijn hoofd. Iedereen kijkt me verward, bezorgd of nieuwsgierig aan.
‘Dat duurde wel heel lang Luna, maar ik ben blij dat mijn vriendin in dezelfde afdeling zit.’ zegt Lily grijnzend. Ik bloos.
‘Ik paste heel goed in elke afdeling en ik kon niet kiezen, dus zette de hoed me hier. Omdat jij, James, Remus en mijn hele familie hier zat.’ leg ik uit. Ze knikt.
‘Ik hoop dat we op een kamer liggen.’ zegt Lily blij. Ik knik en kijk naar Severus. De hoed aarzelt even roept dan toch Zwadderich. De jongen kijkt blij, maar toch ook weer niet omdat wij in een andere afdeling zitten

Luna PotterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu