T W E N T Y - N I N E

814 32 1
                                    

Alissa.

Ik zak uitgeput tegen de deur aan. Wat ik ook doe het is hopeloos. Dit is anders dan de andere keren. Deze mensen zijn professioneel hier in, als dat kan in ieder geval. Wie is er nou een professionele ontvoerder? Bij die gedachte knal ik met mijn hoofd tegen de deur. "Alissa, we gaan de deur open doen. Stap dus weg bij de deur." Hoor ik maar niet al te hard. Vermoeid sta ik op en ga op het bed zitten. Na een paar seconden gaat de deur inderdaad open. Een man die ik nooit eerder gezien heb loopt op me af, pakt me pijnlijk bij mijn arm vast en sleept me mee de gangen door. Ik probeer de weg te onthouden, maar alles lijkt hetzelfde. Af en toe hangt er een schilderij, maar die zitten op grote afstanden van elkaar. 

We staan voor twee redelijk grote deuren die een andere kleur hebben dan alle andere deuren. "Waar gaan we naartoe?" "Ergens waar jij je bek moet houden. Anders heb je een groot probleem." Ik doe maar gewoon wat hij zegt. We lopen door de deuren en komen in een grote zaal terecht. "Alissa?" Hoor ik iemand verderop zeggen. Ik kijk naar de kant waar het vandaan kwam en zie vier mannen voor een zwarte schim staan. Ik frons mijn wenkbrauwen en schrik als ik ineens op mijn knieën word gedwongen. De man trekt een keer hard aan mijn haar zodat ik hem aan kijk. "Onthou, hou je mond tot je iets gevraagd wordt." Hij laat mijn haar los en gaat een meter achter me staan. "Sukkel," mompel ik zo zacht dat hij het hopelijk niet hoort. Ik wrijf een keer zachtjes over mijn achterhoofd. De man gaat weer ineens voor me staan en bind mijn polsen vast. Dan gaat hij weer naar zijn plek.

De deur vlak bij de oude troon - weet ik veel hoe ik het moet noemen - gaat open en er komt iemand uit lopen. Twee meter achter de persoon komen nog twee personen binnen lopen. "Dus jij bent Alissa.. ik snap wel waarom Greyson op je zou vallen." Hij gaat twee meter van me vandaan staan en aan elke zijde gaat één van de andere twee staan. Eén van hun herken ik meteen, het is de man waarmee ik die deal heb gesloten. "Jij weer? Oh kom op," floept er uit mijn mond. Hij krijgt een uitdagende grijns op zijn gezicht. "Vincent, ik heb nog gezegd dat ze haar mond moet houden maa-" "Het is goed. Je kunt vertrekken." Dus die voorste is Vincent. Wie zijn die andere twee dan? Vincent begint vier rondjes om me heen te lopen, maar behoud de afstand. "Ligt het nou aan mij Vincent of probeer je afstand te houden?" Hij lacht bitter. "Waarom zou ik?" Ineens voel ik hem achter me staan. Ik hou mijn adem in. "Je mag best staan," zegt hij. Niet omdat hij het zei, maar omdat ik het wou sta ik op.

Hij gaat weer op de plek voor me staan maar dan dichterbij. "Dit zijn trouwens mijn broers. Chase ken je al en Luke," zegt hij knikkend naar de jongens naast hem. Hij kijkt me serieus aan en dan verschijnt er een grijns op zijn gezicht. "En Greyson ken je natuurlijk al. Maar hij is natuurlijk niet mijn broer." Meteen begin ik om me heen te kijken. Is Greyson hier!? Hoe heb ik hem kunnen missen. Vincent maakt een gebaar met zijn hand en de mensen uit de hoek komen vooruit lopen. Als de zwarte schim het licht in komt zie ik pas dat het Greyson is. Ik wil naar hem toe lopen, maar ik word vastgepakt bij mijn arm. Als ik zie wie het is geef ik hem een harde klap. 

Chase legt zijn hand op de plek waar ik hem heb geslagen. Vincent kijkt me verbaasd aan en Chase wil me duidelijk slaan. Voordat hij dat kan doen gaat Vincent voor hem staan. "Je weet ons plan en dit is niet de bedoeling. Dus je gaat maar weg tot je weer rustig ben." Chase duwt Vincent aan de kant, kijkt mij nog even woedend aan en loopt dan de zaal uit. Vincent kijkt me nu aan. "Doe dat niet meer. Ik stuur hem zo naar je kamer, vecht het dan maar uit." 

"Laat haar met rust Vincent!" Zegt Greyson dreigend. Vincent kijkt hem uitdagend aan. "Ze is hier niet alleen om jouw. Wij mogen toch ook wat lol trappen?" Hij stapt naar voren en geeft een onverwachte zoen op mijn wang. Ik deins achteruit en struikel bijna over mijn eigen voeten. Dan word ik weer vast gegrepen, gaan we door de gangen en beland ik weer in de kamer.

Wordt dit soms mijn dagelijkse routine?

In love with the badboy (1&2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu