~Hoofdstuk 3~
Ik lag nog steeds op mijn bed...we luisterde nog steeds een liedje van Owl City. Umbrella beach. (<aanrader om te gaa luisteren>) 'Chayce! Tresi! Kom beneden, we gaan eten!' Riep Tory naar beneden. Ik sprong van op waar ik gelijk spijt van kreeg omdat mijn enkel nog steeds erg veel pijn deed. Ik voelde hoe het bloed weer een beetje begon te stromen. 'Ja...zo heelt het nooit Chay.' Hoorde ik Tresi naar me mompelen. Ik negeerde het en strompelde traag naar beneden. De trap was letterlijk een marteling. Nooit gedacht dat een trap een martelwerktuig kon zijn. Ik moest bij elke stap goed nadenken hoe ik mijn voet moest neerzetten, anders zou het enorm veel pijn gaan doen. Tresi ondersteunde me tijdens het lopen en uiteindelijk kwamen we heelhuids aan bij de eetkamer. Ik ging aan tafel zitten en Tresi zat naast me. Aan mijn andere kant zat Crevan. Hij keek me niet aan, waarschijnlijk was hij nog steeds boos over het hele fiets insident. En het hele gedoe in mijn kamer. Ik keek hem even aan, maar omdat hij niet terugkeek keek ik ook maar weer weg. Mijn moeder schepte het eten op, aardappelen en spinazie. Niet bepaald mijn lievelingseten. Ik vindt het dus totaal niet lekker, maar ik eet het om mijn moeder te plezieren.
Tresi en Balgair hebben aardappelen en spinazie altijd lekker gevonden, ik heb nooit begrepen hoe. Crevan vindt het ook niet lekker, daarin lijken we dan weer op elkaar, onze eetbehoeftes. Ik at mijn bord leeg en vroeg toen of ik van tafel mocht. Tresi schepte nog een keer haar bord vol en Balgair schepte hem alweer voor de derde keer vol. Ik schudde lachend mijn hoofd toen ik naar de woonkamer liep en op de bank neer plofte. Ik legde een kussen onder mijn voet en bleef rustig liggen. Ineens werdt er aangebeld. 'Chayce! Ga jij even!' Riep mijn moeder naar me. Ik begon al in mezelf te mopperen, dat ze nu al vergeten was dat mijn enkel vreselijk veel pijn doet. Ik negeerde het en stond toch maar op, ik zou wel open doen. Ik zette mijn voeten weer op de grond en schuifelde een beetje naar de gang toe om de voordeur open te doen. Toen ik de deur open deed was ik erg verbaasd.
Ik scande de jongen die voor me stond vanaf zijn voeten naar de bovenkant van zijn koolzwarte haar. De jongen had lichtblauwe ogen en keek me strak aan, hij was langer dan mij, een stuk langer dus hij moest naar beneden kijken. Plots keek hij naar mijn enkel en daar bleef hij ook de hele tijd naar staren. 'Sean.' Mompelde ik 'Wat moet je?' Hij werdt door mijn stem wakker geschud en hij keek me weer strak aan. Hij zei met een gebroken stem: 'Ik kom me verontschuldigen, voor dat incident...op de fiets.'
'Ja vast, straks staat Travor voor mijn deur om me nog een paar keer tegen mijn enkel aan te trappen en te zorgen dat het weer begint te bloeden.' Riep ik boos uit.
'Nee! nee echt niet!' Zei hij snel, Ik hield me stil en wachtte af wat hij nog meer te zeggen had. 'Ik kom me echt verontschuldigen! Travor had tegen mij gezegd dat jij altijd geld afpakt van kleinere kinderen dus ik hielp hem om je terug te pakken. Later, toen jij al klaar was had hij me verteld dat jij dat helemaal niet doet en je het gewoon verdiend had. Ik ben trouwens nieuw in je klas.' Ik schrok van zijn laatste zin, Sean is nieuw in mijn klas en ik heb het niet eens gemerkt, ik heb niet eens in de gaten gehad dat er een nieuwe jongen in mijn klas zat. 'Hoe weet jij eigenlijk waar ik woon?' Floepte ik eruit. Ik wist niet waarom ik dat zei en niet iets zoals: 'Nu weet je ook hoe Travor is.'
'Ik, jij had in de klas je schrift laten liggen en ik was naar de congierge gegaan om te vragen waar je woont zodat ik het kon afleveren.' Zei hij verschrikkelijk kalm. Ik trok één wenkbrauw op. Ik zei: 'Ik heb al mijn schriften thuis.'
'Weet ik.' Hij keek me geamuseerd aan 'Ik hoefde alleen maar je naam op één van mijn ongebruikte schriften te zetten.' Gelijk keek ik hem boos aan en ik wou de deur dicht duwen, maar hij stopte zijn voet tussen de deur. Ik bedacht me dat dat wel pijn moest doen dus trok ik de deur weer open en sloeg hem weer dicht. Zijn voet zat er nog steeds tussen en hij vertrok geen spier. Voorzichtig opende ik de deur weer. 'Wat probeerde je?' Vroeg Sean grijnzend aan mij. 'Niks!' Riep ik boos uit. Ik liep boos naar boven, opnieuw was de trap een martelwerktuig. Stilletjes wachtte ik op mijn kamer tot Sean naar boven zou komen. 'Schat! Wie was er aan de deur?' Riep mijn moeder naar boven. 'Iemand van school!' Riep ik terug. 'Dacht ik al, hij zit nu bij ons aan tafel! Kom jij ook naar beneden?' Geschrokken staarde ik voor me uit. Traag stond ik op van bed, opnieuw moest ik de marteltrap afdalen. Uiteindelijk kwam ik weer aan bij de eetkamer. Ik ging zitten en tot mijn verbazing waren Crevan, Balgair en Tresi uitbundig aan het kletsen met Sean. 'Daar is ze!' Riep Tresi vrolijk uit. 'Je kent Sean wel toch?'
'Ja! Ik ken Sean!' Zijn naam spuugde ik zowat uit, ik was zo boos. Hij had hun vertrouwen gelijk gewonnen terwijl hij wel dé persoon was die had gezorgt dat mijn enkel helemaal kapot is. 'Jemig! Chay, doe niet zo chagrijnig!' Zei Crevan lichtelijk geïrriteerd tegen mij. Ongelovig keek ik hem aan en langzaam duwde ik me van de tafel af. Ik stond weer op en liep naar de woonkamer. 'Laat me met rust.' Zei ik nog boos tegen hun. Ik plofte weer op de bank en bleef daar stil liggen. Ik voelde dat mijn wangen nat waren, had Sean een bak water over mij heen gegooid? Dat leek me wel wat voor hem. Ik ging rechtop zitten en voelde aan mijn wang, er zaten een paar volmaakte druppeltjes op en traag rolde die naar mijn lippen. Ze waren zout. Ik had gehuild. Ik liet me weer vallen en veegde alle tranen snel weg. Plotseling kwam Sean binnen. 'Zout op!' Riep ik boos uit. Hij tilde zijn handen op en liep naar een stoel toe om daar op te gaan zitten. Hij zat nu tegenover mij. 'Ik zei, zout op!' Zei ik wat zachter nu, ik klonk nu verslagen en ik kreeg nog amper lucht. Ik probeerde weer rustig te worden en ik verdreef de drang om in een vos te veranderen. 'Wat is er? Je zit helemaal te trillen!' Zei hij angstig tegen mij. Gelijk toen hij dat zei stopte ik met trillen. 'Waarom kan je mij niet uitstaan?' Zei hij, verdrietig? verslagen? gebroken? Misschien wel alle drie tegelijk.
Ik was verbaasd dat hij dat nog moest vragen. Was het niet overduidelijk. 'Kijk naar mijn enkel, denk terug aan vanmiddag en denk even na. Dan heb je het antwoord.' Zei ik ijzig.
'Ja, Ik weet wat er is gebeurt en ik heb je er een uitleg voor gegeven.'
'Balgair, Crevan en Tresi vertrouwen je gelijk. Dat lukt je niet bij mij. Ik moet zien hoe je doet op school. Je kunt weg gaan nu.' Zei ik nog steeds ijzig. Ik voelde dat ik eigenlijk niet boos was op Sean maar ik kon dat natuurlijk niet zomaar toegeven. Eigenlijk, vond ik Sean wel leuk. Snel gooide ik die gedachtes weg en zei ik hem gedag. Hij verliet de kamer, het huis, de straat. Ik bleef rustig zitten en even later kwamen Crevan en Tresi hand in hand binnengelopen. Hand in hand. Hand in hand.
Die twee handen, ik kon niet stoppen ernaar te staren. Balgair kwam na hun binnen gewandeld en toen ik hem verbaasd aan keek haalde hij zijn schouders op en kwam naast me zitten. Tresi en Crevan gingen samen op de andere bank zitten. Nog steeds, hand in hand. Nog steeds staarde ik ernaar. Ik wees naar hun twee. 'Wat is er tussen jullie?' Er vormde een grijns om mijn mond, dit was vast een flauwe grap van Tresi. Om me te laten schrikken. 'We hebben verkering.' Zei Crevan vrolijk. Ik zag gelijk aan hem dat hij het meende. Gelijk verdween mijn grijns en ik voelde gewoon dat mijn ogen nu dof stonden, verslagen, verdrietig, boos. Hoe kon Tresi dat nou doen! Ze wist dat ik hem leuk vondt en nu neemt ze gewoon met hem. 'I-ik...ga maar even, n-naar buiten. O-of zo.' Met een dooie blik stond ik op en liep ik traag naar buiten. 'Chay!' Riep Balgair nog naar mij. 'Wat heeft zij nou?' Hoorde ik Crevan nog vragen. Tresi en Balgair mompelde iets naar hem, ik hoorde niet wat. Ik was weg.
Langzaam liep ik door de straten, tot ik een fiets zag staan die ik wel enigzins herkende. De fiets van Sean. Ik strompelde door de straat en negeerde de fiets. Er ging een deur open, ik negeerde de persoon die naar buiten liep. Ik negeerde alles, ik liep gewoon dood door de straten als een zombie. Ik vertrouwde Tresi, nu dus niet meer. Plotseling hoorde ik voetstappen achter mij, ik negeerde ze en liep verder. Ineens voelde ik een hand op mijn schouder. Ik draaide me traag om, een hand op je schouder kan je niet negeren. Sean keek me geschrokken aan. 'Wat is er gebeurd Chayce?' Zei hij zachtjes tegen mij. Ik keek hem even aan liet me toen in zijn armen vallen.
JE LEEST
Krion
FantasyChayce is een appart meisje. Ze is bijzonder, haar hele familie is bijzonder. En haar drie vrienden ook. Hun soort staat op uitsterven. Het gevaar dreigt. De weerwolven en vampiers jagen al dagen lang op de Krionnen. De wezens die in vossen verander...