Krion ~2~

17 2 0
                                    

~hoofdstuk 2~

De schooldag was voorbij en ik liep samen met Tresi naar buiten. We liepen naar onze fietsen waar Balgair en Crevan al op ons stonden te wachten. Ik negeerde alle blikken van mijn klasgenoten en alle starende blikken van mensen die ik niet eens ken. Ik begreep nooit waarom ze zo naar mij staarden, ik was nou niet precies het meest elegante meisje op school. Ik ben namelijk nogal mollig, vind ik, geen goed viguur dus voor een school als deze. De enige reden die ik kan bedenken dat die mensen naar mij staren is vanwege mijn haar. Zoals Travor al zei' mijn haar is blond bruin en zwart gekleurd, maar ik heb het nooit geverfd. Ik denk er niet meer aan, ik denk alleen maar aan het haar op mijn vos.

We kwamen aan bij Balgair en Crevan en begroette hun kalm. Snel pakten we onze fietsen. Daarna liepen we snel naar de poort toe. Zo snel mogelijk naar huis. Al snel merkte ik dat mijn fiets en Tresi's fiets niet zo snel waren en dat het lastiger was om ze het bruggetje over te duwen(de poort staat voor een brug die over een kanaaltje gaat) 'Schiet nou op!' Riep Crevan naar ons. Angstig keek ik naar de banden van Tresi's fiets en daarna checkte ik mijne. Onze achterbanden waren lekgestoken. 'Onze banden!' Riep ik terug.

'Alweer? Die grap hebben ze twee weken geleden ook bij jou uitgehaald Chayce!' Lag het nou aan mij of klonk Crevan nou echt bezorgt? Ik zag een paar klasgenoten lopen, één daar van was Trevor. Snel zei ik: 'Mag ik achterop!?' Tresi liep al naar Balgair's fiets toe om op te springen. De mensen kwamen steeds dichterbij, zo ook Trevor. Ik stond aan de grond vastgenageld, het leek wel alsof er geen mogelijkheid was om me in beweging te zetten. Gelukkig voor mij, was die er wel. Ik kwam pas in beweging toen Crevan zijn antwoord naar mij riep: 'Ja, dat is prima!' Snel rende ik naar zijn fiets toe. 'Fiets!' Riep ik snel naar hem, toen zijn fiets in beweging kwam sprong ik achterop en we raasden het bruggetje af. Trevor keek ons achterdochtig na, zijn vrienden stonden lachend naast hem, ze riepen dingen zoals: 'Oooh...is je fiets stuk? Niet onze schuld!' en: 'Heb je een vriendje? Dat werd tijd, gelukkig is het wel één van jou soort!' Ik voelde hoe Crevan zich inspande bij die woorden, hij spande zich in om zich niet te laten gaan en die mensen hun hoofd eraf te rukken. Ik legde mijn hand op zijn schouder om hem gerust te stellen en ik voelde hoe zijn spieren weer ontspanden.

Ik wist dat al die dingen gericht waren naar mij, en niet naar Tresi. Hoe kon Balgair nou Tresi's vriendje zijn als iedereen al wist dat hij homo is. Ze wouden me gewoon nog erger breken door mijn beste vriendin haar fiets ook stuk te maken. Ik was onderhand al alle scheldwoorden nagegaan die bijpassend waren voor hun. Maar geen één was perfect. Geen één scheldwoord omschreef hun zoals ze zijn. Ik zat rustig achterop bij Crevan en Tresi bij Balgair. Ineens voelde ik dat iemand een beetje aan mijn jas trok. 'Tresi, niet doen! straks vallen we!' Riep ik uit. Ik voelde weer hoe Crevan zich inspande toen hij angstig zei: 'Chayce...Tresi rijdt voor ons.'

Ik schrok me dood toen Crevan dat zei. Tresi reed voor ons dus wie moest dit dan zijn. Weer voelde ik een ruk aan mijn jas en toen ik omkeek keek ik recht in de grijze ogen van Trevor. Ik schrok me rot. Hij had me nog steeds niet losgelaten. Voor ik er echt over na dacht stootte ik mijn vuist tegen zijn kin. 'Laat me met rust!' Riep ik uit. Blijkbaar was hij een beetje van zijn stuk gebracht want ineens stond hij stil en kwam er een andere pester op zijn fiets naar me toe gefietst. Hij trok me met een ruk van Crevan's fiets af. Met een klap lande ik op de grond. Ik moest me verzetten om niet in een vos te veranderen en weg te rennen, zoals ik zou doen bij weerwolven. Ik voelde aan de wond die net boven mijn enkel zat. De jongen stond naast me tegen zijn fiets aan geleund, Crevan stond verderop angstig te wachten op mij. Ik kende deze pester niet. 'Wie ben jij?' Riep ik angstig maar ook boos uit. De jongen had zwart haar en lichtblauwe ogen. Hij was knap, dat moest ik toegeven. Hij was redelijk lang, maar dat was waarschijnlijk ook omdat ik op de grond zat en hij stond. 'Ik ben Sean.' Ik keek hem even aan en stond toen op. 'Hoi Sean, je bent een idioot.' Zei ik kortaf. Toen liep ik snel naar Crevan toe en toen hij begon te fietsten sprong ik achterop. 'Wie is die gast?' Vroeg hij aan mij.

'Ene Sean...' Mompelde ik.

'Gaat het wel? Met je enkel?' Hij keek even kort naar mijn enkel die helemaal bebloed was en lette toen weer snel op de weg. Ik keek even naar mijn enkel en zei toen: 'Het gaat prima. Gewoon even afspoelen.' Ik merkte hoe hij zijn hoofd schudde. Crevan zei: 'Je doet overal zo makkelijk over, die mensen gaan niet stoppen als je er niks aan doet!'

'Ze stoppen ook niet als ik naar ze ga schreeuwen Crevan!' Zei ik iets harder dan nodig was. Ik hoorde hem zuchten en zwijgend reden we verder.

We kwamen aan bij het huis, er wonen drie families in. Mijn familie, Crevan en Balgair's familie, en Tresi's familie. Het huis was dan ook wel groot genoeg voor drie families.We liepen met z'n vieren naar binnen en we werden allemaal uitbundig begroet door onze moeders. 'Ja ja, ook een goeie middag, mam.' Zei ik dan ook snel tegen mijn moeder. Toen ze mijn enkel zag trok ze me snel aan mijn pols mee naar de keuken. 'Ga zitten op die stoel!' Riep ze uit.

'Mam! zo erg is het niet!' Schreeuwde ik terug.

'Schat! Je krijgt veel te veel verwondingen! Zo wordt je nooit een sterke vos!' Ze keek me boos aan toen ze kwam aanlopen met een nat washandje en wat pleisters en jodium. 'Mam, ik kan er ook niks aan doen!'

'Ja wel! Maak vrienden!' Riep ze boos terug. Harhandig schrobte ze het bloed van mijn enkel en voet af. Ik beet op mijn tong om het niet uit te gillen. Na enkele secondes was het meeste bloed er al af en ik kon nu goed zien dat het toch wel een grote wond was. 'Die pleisters gaan niet helpen, dit moet echt verbonden worden.'

'Mam, ik ga niet naar de dokter!' Riep ik angstig uit.

'Hoeft ook niet, Tory is dokter, weet je nog?' Zei mijn moeder rustig, Tori is de moeder van Tresi. Ik zuchtte en bleef wachten tot Tory kwam aanlopen met een verbandkoffer. Ze zag al snel in dat ze dit niet kon hechten omdat het gewoon een wond was en niet een simpel sneedje, dus verbond ze het maar en gingen we hopen dat het snel zou helen. Toen ze klaar was liep ik samen met Tresi naar onze kamer toe. Crevan en Balgair liepen een paar minuten later binnen. Hun hadden dan wel een eigen kamer, maar ze kwamen gewoon graag bij ons zitten. Ik keek naar mijn been en toen naar Tresi. 'Nooit gedacht dat het zo een grote wond zou worden.' Mompelde ik. 'Ik vroeg nog hoe het met je ging! en met je been! En jij zei prima! Waarom loog je?' Riep Crevan beledigd uit.

'Toen voelde het prima! Het deed geen pijn!' Riep ik boos uit, waar ik gelijk spijt van had. 'Dat had wel pijn moeten doen!' Schreeuwde hij terug. 'Sorry.' Mompelde ik terug, ik wou absoluut geen ruzie met Crevan.'Ik ga naar mijn kamer.' Hij stond op en liep onze kamer uit, gevolgd door Balgair. Nog nooit, was het zo geweest dat ze onze kamer uit liepen. Ik ging op mijn bed liggen en luisterde naar het muziekje dat we altijd op onze kamer aan hebben staan. Nu was Wolf Bite, van Owl city aan (<ik zet het liedje hiernaast>) Het was een fijn liedje, nou was ik ook echt fan van Owl city. Tresi ook, maar iets minder. We luisterden samen naar dit liedje en bleven liggen op onze bedden. Wachtend tot onze moeders ons zouden roepen voor het avondeten.

KrionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu